dinsdag 8 april 2025

ngé jung

Dit is het bardoblog. Hier gaat het meestal over dood, sterven en een eventueel hiernamaals. Geen populaire onderwerpen, veel mensen willen hier liever niet aan herinnerd worden of over nadenken. Misschien hooguit een beetje over een hemel of zoiets, en dan vooral als iemand anders overleden is. Waarschijnlijk vinden zij mijn interesse ‘morbide’.

In Tibet ligt dat anders. Contemplatie over de dood zou leiden tot een gevoel van wat daar ngé jung wordt genoemd, 'drang naar bevrijding'. Ngé betekent 'feitelijk' of 'absoluut', en jung betekent 'eruit komen', 'uitstijgen boven', of 'geboren worden'. Als je veel en diep nadenkt over de dood kun je een werkelijke verandering opwekken. Er ontstaat een gevoel van afkeer en je bent steeds meer bereid je patronen los te laten. Je ontstijgt ze en uiteindelijk zul je je er makkelijk van kunnen bevrijden. Het besef dat je niet veroordeeld bent tot je gewoonten en dat bevrijding mogelijk is geeft vertrouwen en blijvende inspiratie. Een nieuwe kracht. Als je in staat bent los te laten ga je de dingen ruimer zien.

Nadenken over dood en vergankelijkheid kan dus ook vreugde opleveren.



bron:
Sogyal Rinpoche
Het Tibetaanse boek van leven en sterven
Servire 1996, vijfde druk

dinsdag 1 april 2025

Kort lontje?

“We kunnen niet verwachten in vrede te sterven als onze levens gewelddadig zijn geweest, of als onze geest voornamelijk beheerst wordt door emoties als woede, gehechtheid, of angst. Als we goed willen sterven, moeten we dus leren goed te leven; als we hopen op een vredige dood, moeten we zorgen voor vrede in ons hart en in ons bestaan.” (Dalai Lama)

vrijdag 14 maart 2025

Met Jack op de Grand Staircase

De hemel van... Rose Dawson

(De hemel van... Afl. 28)

Vorige week zag ik (voor het eerst!) de film Titanic (1997). Die kent iedereen natuurlijk allang, dus ik doe hier niet moeilijk over spoilers. Aan het eind van de film gaat de stokoude hoofdpersoon dood, of slaapt en droomt, dat wordt aan de kijker overgelaten. Niet dat het veel verschilt, maar volgens mij overlijdt ze en belandt vervolgens in haar ideale hemel. Twee dingen vind ik daarbij opvallend, daarover straks meer.

Hoofdpersoon van de film is Rose Dawson, later Rose Calvert, maar in 1895 geboren als Rose DeWitt Bukater. In 1912 keert zij met de Titanic terug naar Amerika. Haar rijke maar onuitstaanbare verloofde is ook aan boord, en hij schenkt haar een extreem kostbaar juweel met een blauwe diamant ‘the Heart of the Ocean’, maar helaas is de romantiek ver te zoeken. Tijdens de reis worden Rose (gespeeld door Kate Winslet) en derde klasse passagier Jack Dawson, een arme jonge kunstenaar, verliefd op elkaar. Samen beleven ze van alles, zowel voor als tijdens de scheepsramp, die Rose wel overleeft maar Jack niet.

Als Rose uiteindelijk in New York arriveert, gaat ze verder onder de naam Dawson (Jacks achternaam). Zo ontwijkt ze waarschijnlijk ook haar ex verloofde en haar moeder. Haar verdere leven doet ze allerlei avontuurlijke dingen die ze Jack beloofd had te doen, en ze wordt actrice en een bekend society figuur. (Dit alles komt niet in de film voor.) Ene Mr. Calvert wordt genoemd als Rose Dawson’s echtgenoot. Daar weten we verder niets van, behalve dat hij overleden is. Als kijker kun je herleiden dat ze samen minstens twee kinderen hebben, en een kleindochter Lizzy Calvert. Rose heeft Mr. Calvert nooit verteld over Jack Dawson, op wie ze haar hele leven verliefd was. Maar het lijkt erop (gezien de foto’s en de manier waarop ze over hem spreekt) dat Rose ook van haar man Mr. Calvert hield, ze was met hem getrouwd tot zijn overlijden.

De film maakt een sprong naar 1996, 84 jaar na het zinken, als schatjagers op zoek gaan naar de beroemde blauwe diamant. Zonder succes. Rose Calvert meldt zich, en als 100 jarige surviver wordt ze op het onderzoeksschip uitgenodigd. (Deze oude Rose wordt gespeeld door Gloria Stuart, in 2010 overleden als 100 jarige.) Oude Rose vertelt haar verhaal aan de bemanning en haar kleindochter Lizzy. Als ze weer alleen is gooit ze het blauwe juweel (ja zij had hem al die tijd) in de oceaan en gaat naar bed voor de nacht. De camera glijdt langs een aantal uitgestalde fotolijstjes, als een soort samenvatting van haar leven. Rose ligt stil in bed. Ze keert terug, als geest of in een droom, naar de Titanic in de glorietijd. Gangen door, richting het A deck, linksaf en een steward opent uitnodigend de deur. Ze wordt verwacht. We zien de Grand Staircase, veel hout en glamour , waar ze ooit met Jack afsprak, en ook nu staat hij daar op haar te wachten. Rose heeft weer haar jeugdige verschijning, en de trap wordt omringt door mensen die omgekomen zijn en haar nu begroeten. Iedereen is er en ziet er mooi uit, glimlachjes en knikjes. Bovenaan de trap omhelzen Rose en Jack elkaar onder applaus.

Heel mooi allemaal, maar waar is Mr. Calvert? Rose beleeft een hereniging met Jack, haar grote liefde. En niet met de man met wie ze waarschijnlijk jarenlang getrouwd is geweest. Een gelukkig huwelijk, met kinderen en kleinkinderen. Veel mensen verwachten na hun dood een weerzien met familie en of geliefden. Dat kan dus ingewikkeld worden, althans naar aardse maatstaven. In de bijbel wordt een paar keer op dit vraagstuk ingegaan.

Welbeschouwd is dit natuurlijk niet de hemel, maar de hemel van Rose. Het is haar momentje op haar ideale plek. Zij heeft het gecreëerd, de anderen zijn niet meer dan figuranten. Wat te denken van die steward bijvoorbeeld? Gaat die nu echt na zijn dood nog eens tot in eeuwigheid de knecht uithangen? In de hemel van een ander? Die heeft natuurlijk zijn eigen hemel gecreëerd, net als de rest van de overledenen. “Wij zijn goden die rondlopen in onze eigen schepping.” 
 

donderdag 6 maart 2025

Richard Dawson: The Question

Het is alweer meer dan twee jaar geleden dat mijn favoriete schrijver Hilary Mantel overleed. Luisterend naar een song van Richard Dawson moest ik ineens weer aan haar denken. Dood en geestenwereld speelden een belangrijke rol in Hilary’s leven en werk, zij had een ongelukkige jeugd met allerlei metafysische ervaringen. En dat is ook het geval met Elsie, het meisje in Dawson’s song The Question. Haar jeugd (en ook latere leven) wordt ernstig ontregeld door een geest zonder hoofd. De vorige eigenaar van het huis, een stationschef, sprong voor de trein waarbij zijn hoofd abrupt van het lichaam gescheiden werd. Nu verschijnt hij regelmatig aan Elsie, hoofd onder een arm, zijn zwaargebouwde lichaam gestoken in een ouderwets spoorwegen uniform, de grijze lippen vragend: Waar ga jij heen? 
 
 
Foto Uncut/Sally Pilkington (Richards partner)
 
The Question kun je vinden op het vorige maand verschenen album End of the Middle. De ‘progressive folksongs’ van de Engelse zanger Richard Dawson (1981) zijn experimenteel en hij zingt als een valse kraai, maar ik vind het project meer dan geslaagd. Op dit album wordt de dynamiek en trauma van families verkend, lees ik in een interview met Tom Pinnock in muziekmagazine Uncut. Richard heeft een sombere periode achter de rug, maar nu gaat het wel weer. Het nummer The Question blijkt gedeeltelijk geïnspireerd door de bovennatuurlijke ervaringen van zijn moeder als jonge verpleegster in een ziekenhuis in Newcastle. Sommige daarvan verwerkte hij ook al op zijn album Henki (2021). Daarnaast werd de tekst beïnvloed door de psychische problemen van een familielid, die een figuur zonder hoofd had gehallucineerd. Er was daar een spoorlijn aan het eind van de tuin waar, zo bleek later, ooit iemand voor een trein was gesprongen, waarbij zijn hoofd was afgehakt.
 
Geesten kunnen angstaanjagend zijn, maar het idee dat er helemaal geen geesten zouden zijn, vindt Dawson nog veel angstaanjagender. Echt heel eng, maar toch ook wel behoorlijk opwindend. Het idee ‘dat het zich allemaal in de hersenen afspeelt’, daar heeft hij zijn hele leven op gebaseerd, zegt hij zelf. “Het idee dat we onze eigen wereld kunnen creëren en onze werelden kunnen samenvoegen.” 
Zei Annemiek Schrijver eigenlijk ook niet zoiets in een vorige blogpost? En is hier een (klein) raakvlak met Tony Parsons?

 

Voornaamste bron: 
Uncut, maart 2025

donderdag 27 februari 2025

Als goden in hun schepping

Tony Parsons wordt vaak gelinkt aan de neo-advaita. Er zijn een paar boeken van hem in het Nederlands verschenen. Zijn boodschap in een korte flaptekst: “Er is geen ‘jij’ of ‘ik’, er is geen zoeker, geen verlichting en geen goeroe. Er is geen beter of slechter, er is geen pad en er valt niets te bereiken. Alles wat verschijnt is bron. Alles wat zich schijnbaar manifesteert – de wereld, het levensverhaal, de hypnotische droom van afgescheidenheid, de zoektocht naar huis – is het ene verschijnend als twee, het niets verschijnend als alles, het absolute verschijnend als het specifieke. Er is geen afgescheiden intelligentie die een bestemming weeft en er is nergens ook maar enige mogelijkheid om te kiezen. Er gebeurt helemaal niets, maar dit, zoals het is, nodigt de ogenschijnlijke zoeker uit om dat wat er al is opnieuw te ontdekken… de altijd aanwezige, onveroorzaakte, onveranderlijke onpersoonlijke stilte van waaruit onvoorwaardelijke liefde overvloeit en feestviert. Het is een wondermooi mysterie.”

De boeken zijn geschreven in dialoogvorm. Het zijn vragen uit de zaal en Parsons reacties daarop, tijdens spreekbeurten bijvoorbeeld in Amsterdam of  Berlijn.
Bijvoorbeeld deze: “Hoe komt het dat we allemaal betrokken zijn bij dezelfde droom?” In zijn antwoord zegt Parsons dat we niet dezelfde droom hebben, dat is het wonderbaarlijke, elke verschijningsvorm beschouwt ‘de muur’ als zijn unieke muur. Niemand anders in dit schijnbare bestaan ziet die muur zoals jij hem ziet. Die specifieke muur is jouw uitnodiging. Het is niet in woorden uit te leggen, meent Parsons. Wij zijn goden die rondlopen in onze eigen schepping, gelovend dat we afgescheiden mensen zijn. En als er een gevoel van afscheiding is, is er meteen ook tijdsbesef, een beweging ergens naar toe. Als je denkt dat wat je zoekt daar is, ontwijk je wat is. Je vermijdt het, want dit kan het toch zeker niet zijn? Alleen maar dit? Zo zit dat spel in elkaar.


Goden die hun eigen wereld scheppen dus. Onwillekeurig denk ik aan de overledene in de godenwereld, een van de zes bestaansrijken genoemd in het Bardo Thödol. Op het sterfmoment heeft hij de kans gehad de eenheid te herkennen, maar is daar op de een of andere manier niet in geslaagd. En nu is hij in de bardo van dharmata beland, waar de absolute energie van het heldere licht uiteenvalt en de dualiteit haar intrede doet. De zes bestaanwerelden zijn verschenen en de overledene heeft zich laten verlokken tot een wedergeboorte in de godenwereld. Niet geheel onprettig natuurlijk, maar toch weer gevangen in de kringloop van samsara.

Parsons metafoor, wij als goden in een eigen schepping, laat zien dat de valkuilen in leven en dood eigenlijk steeds dezelfde zijn. In plaats van in te zetten op het herkennen van de eenheid, creëren we onze eigen schijnwereld vol oppervlakkige afleiding. Uit gemakzucht, uit gewoonte, voor de gezelligheid. Maar vooral voor de illusie van veiligheid.

 
 
bron:
Tony Parsons
Niemand daar; Dialogen
Samsara Uitgeverij, 2004

donderdag 13 februari 2025

Blogpauze

De woning hiernaast wordt verbouwd.
Er is veel geluid. 
Ik kan niet goed werken of nadenken.
Ik krijg niets af.
Tijd voor een blogpauze.

vrijdag 7 februari 2025

Annemiek Schrijver en de Cloud

Annemiek Schrijver (1964) vind ik een interessant en veelzijdig persoon. Ik heb nooit iets van haar gelezen, maar ken haar vooral als maakster van inspirerende televisieprogramma’s die ook als podcast te beluisteren zijn. De onderwerpen zijn meestal gewichtig, maar worden op schijnbaar lichtvoetige wijze aangesneden in vaak verrassende interviews.

Afkomstig uit een min of meer streng gereformeerd gezin, waarvan ze zich op een gegeven moment heeft losgeweekt, is Annemiek andere religies gaan bestuderen, met speciale aandacht voor het boeddhisme. Ze benadrukt dat ze geen boeddhist ís en lijkt vooral wat moeite te hebben met ‘gelijkmoedigheid’, een van de vier hartkwaliteiten* van het boeddhisme. Kalmte en onverschilligheid zouden te vaak worden gebruikt als een soort schijntroost, dat het niet zou uitmaken allemaal. Maar het maakt wél uit, vindt Schrijver.

Ik had graag een aflevering De hemel van… over haar willen maken, maar kon helaas  nergens informatie vinden over Schrijvers verbeelding van hemel of hiernamaals. Wel veel over haar godsbeeld, dat in de loop der jaren geleidelijk iets lijkt te verschuiven. In haar programma De verwondering gaat het ook vaak over het godsbeeld van de gasten. Zelf vindt ze haar godsbeeld ook erg veranderd. In de gereformeerde jeugdjaren bijvoorbeeld was dit heel nauw, maar ze weet niet meer precies hoe ze het toen zag.

In 2017 was ze te gast bij Tijs van den Brink voor een interview. In zijn programma Adieu God praat hij met ‘kerkverlaters’. Schrijver heeft inderdaad ooit de kerk verlaten, maar haar interesse voor God is bleef overeind. Zelf heeft ze het over haar ‘relatie met God’, een uitdrukking die ik bijna niet meer kan aanhoren, daar word ik heel jeukerig van. Zij kan wel beter denk ik dan. God is een moeilijk woord, zegt ze. Haar grote passie is ‘leeg worden voor God', een ontvangstzaal, een lege ruimte in haar die steeds meer opgevuld wordt door God die in haar opstaat. Dat doet hij in bepaalde moeilijke situaties.

We zijn acht jaar verder, een interview in de Varagids door Clementine van Wijngaarden. Gevraagd naar haar godsbeeld constateert Schrijver dat er tegenwoordig twee opvattingen zijn. De ene is dat bewustzijn in ons zit en als we doodgaan is het verdwenen. De andere opvatting is dat onze hersens als het ware een radio-ontvanger zijn en dat bewustzijn iets buiten ons is wat we kunnen ontvangen. Een beetje zoals de computer en de cloud. Als we doodgaan is de ontvanger er niet, maar de cloud is er wel. Dat laatste is haar godsbeeld. Dat er een collectief bewustzijn is, een soort helderheid, waar we ons op aan kunnen sluiten. Ze vindt het vreemd dat wij dat niet doen. Onbegrijpelijk dat we niet eens wakker worden. Waarom geloven we onze gedachten? En waarom nemen we het zo serieus?

Gaat Schrijver hier de advaita kant op?, vraag ik mij af. Het lijkt er wel op. Vanwege haar christelijke achtergrond blijft ze de term God gebruiken. Ze legt uit iedereen als een uitingsvorm van die God te zien. “Dan kun je zeggen: je bent een schepsel, maar je kunt ook zeggen: jij bent in jouw persoon Clementine, een manifestatie van het bewustzijn. Je hebt bewustzijn wat ik ook heb, daarin kunnen we elkaar ontmoeten, maar jouw vorm is heel individueel. En tijdelijk. Ik kan erg genieten van die gedachte, dat we allemaal een uiting zijn van God die zichzelf via ons wil leren kennen.”
 
 
 
*de andere drie zijn: compassie, liefdevolle vriendelijkheid en vreugde voor de ander.
 
bronnen:
Adieu God, april 2017
Varagids, februari 2025

dinsdag 28 januari 2025

Nog wat leegte

Ik kom nog even terug op een eerdere blogpost, waarin ik mij afvroeg wat boeddhisten nu precies met ‘leegte’ bedoelen. Is het de afwezigheid van onafhankelijk bestaan, of ‘echte leegte’ – de afwezigheid van alles? Dat laatste in ieder geval niet, is mij verteld. Dat zou nihilisme zijn.

‘Leegte’ verwijst naar het idee dat dingen (en mensen!) niet inherent of zelfstandig bestaan. Niets bestaat op zichzelf. Alles is met elkaar verbonden en afhankelijk van andere dingen, die ook weer bestaan uit onderdelen die weer afhangen van allerlei oorzaken en omstandigheden. Als je goed kijkt zie je het.

Maar ook dan zie je in feite alleen je eigen fantasie, jouw projectie. Hoe jouw bewustzijn alles waarneemt en interpreteert en indeelt. Ook dat is leegte. De dingen zijn niet wat ze lijken, of wat jij er met je beperkte ideeën van maakt.

En alles verandert constant, het is maar een momentopname. Als je ergens naar kijkt, is het object al weer veranderd. Niets heeft een vaste, onveranderlijke identiteit. Jijzelf ook niet. Je verandert voortdurend door groei, ervaringen, de tijd die verstrijkt.

Over leegte zijn dikke boeken geschreven, het is dan ook een heel belangrijk onderwerp in het boeddhisme. Ingewikkeld en moeilijk uit te leggen of te doorgronden, meer een ervaring.

woensdag 22 januari 2025

Op weg naar de muggenlamp

Deze week zag ik Soul, een Pixar animatiefilm uit 2020 over een muzikant en zijn bijna-doodervaring. Misschien heb je de film nog niet gezien, dan bevat dit stukje spoilers.
 

Joe (46) is een muziekleraar in New York die eigenlijk liever pianist in een jazzclub zou zijn. Op een (on)gelukkige dag krijgt hij die gouden kans, maar overlijdt door een ongeval. Zijn lichaamloze ziel (uitgebeeld als een klein, witblauw figuurtje met veel rondingen) bevindt zich in het hiernamaals tussen duizenden lotgenoten die gelaten (soms opgetogen) als kuddedieren op een lange lopende band staan, schuin omhoog in een donker heelal, richting een enorm en rond wit licht. De zielen die bij het witte licht aankomen gaan daar onmiddellijk in op, met het geluid van een vlieg op een elektrische muggenlamp, zengend. De hele situatie ziet er (in mijn ogen althans) naargeestig uit, bepaald niet het gebruikelijke positieve beeld van het Heldere Licht na overlijden. Het heeft iets van een tweede dood, maar ditmaal definitief. En zo te zien overkomt dit alle zielen, er is geen versie van een hemel of hel te bekennen, en al helemaal geen verwijzing naar een (eventueel oordelende) godheid.
 

Joe wil (nog) niet dood, zeker niet met zijn juist verworven goede vooruitzicht, en probeert hier te ontsnappen. Hij keert om tegen de stroom in, maar door alle commotie belandt hij per ongeluk in een gebied waar nieuwe zielen worden opgeleid en voorbereid op het leven op aarde. Een hiervoormaals dus. De nieuwe zielen zijn net kleine kinderen, ongeleide projectielen. Zij moeten hun spark nog ontdekken, bedoeld wordt hier passie, talent, inspiratie. Het personeel bestaat uit diverse gestileerde figuren, die niet lijken op traditionele engelen. Bij afdeling opleiding zijn ze betweterig (terecht zou ik zeggen), bij de doden zijn het onverbiddelijke boekhouders die het aantal overledenen strikt bijhouden. Ook hier wordt niet echt een positief beeld geschetst. Alles moet volgens de regels, geen ruimte voor vrije geesten. 
 

Joe maakt kennis met 22, een dwarsligger die hier al duizenden jaren rondhangt. Zij/hij wil niet naar aarde. Samen bezoeken ze een derde gebied: the Zone. Dit is een plek voor (aardse) zielen die een flow beleven, maar tegelijk een valkuil voor hen die daar in vastlopen (obsessie). In dit duistere deel bewustzijn ontmoeten ze drie maffe, maar vriendelijke psychonauten, die daar rondreizen en hulp bieden aan ernstig gestrande zielen. Joe slaagt er in op aarde terug te keren, maar helaas in het verkeerde lichaam en met 22. Daarover handelt de rest van de film.
 
Wat vond ik van deze succesvolle, prijzenwinnende film? Amusant en zeer de moeite waard. Jazz en hiernamaals, dat kan al niet stuk natuurlijk. Disney stelt de minimale leeftijd hier op 6 jaar, maar dat is veel te jong. Soul is niet eng, maar de thema’s zijn zwaar: sterfelijkheid, zin van het leven en allerlei existentiële ideeën. Maar niet bepaald spiritueel. De boodschap hier lijkt te zijn ‘Pluk de dag’, alleen het leven op aarde is belangrijk, daarna wacht de dood, onmiddellijk gevolgd door uitdoving. Een uitzichtloze situatie. Daarom heeft deze film, hoe vrolijk ook, een treurige nasmaak.
 

donderdag 16 januari 2025

Kerstpuzzel

Een late nieuwjaarswens gaf nog wat inspirerende gedachten. De afzender verbond het woord holy met whole, dus heel, en voegde daaraan toe dat wij geen losse puzzelstukjes in een doos zijn, maar met z’n allen tezamen de hele puzzel vormen, gelegd en al. Een mooie metafoor, waarschijnlijk ingegeven door het  intensief praktiseren van deze ontspannen (en therapeutische) bezigheid rond de jaarwisseling.

Natuurlijk moest ik zelf bij heel vooral denken aan eenheid, de afwezigheid van dualiteit. Maar ik vraag ik mij af of de afzender van de groet hier hetzelfde bedoelde. Waarschijnlijk ziet hij de hele puzzel als een perfect totaalplaatje, samengesteld uit afzonderlijke stukjes. Dat lijkt hetzelfde, maar is het niet. Het is geen eenheid. De stukjes bestaan nog steeds op zichzelf, maar vormen samen een mooie afbeelding. Is dit wat boeddhisten leegte noemen? De afwezigheid van onafhankelijk bestaan. Of is leegte echt leegte, dat wil zeggen afwezigheid van alles? Geen lijntjes, geen stukjes, geen puzzel, geen plaatje.

Waar zijn de eenvoudige kerstkaarten gebleven? 
 

bron afb: etsy

vrijdag 10 januari 2025

Advaita en stereoscoop

bron afb: wikipedia

Neo-advaita
. Tot voor kort had ik daar nog nooit van gehoord. 
Het zou een relatief nieuwe religieuze beweging zijn, die benadrukt dat ego of ik of zelf of dualiteit niet bestaan. En dat allemaal zonder poespas vooraf. Hier geen voorbereiding of training, inzicht is voldoende.

Ik bespeur, wat mij betreft, wel enige affiniteit. Want, zo blijkt, minstens drie interessante schrijvers (Eckhart Tolle, Byron Katie en Tony Parsons) worden met neo-advaita geassocieerd. Of geclaimd misschien, dat weet ik niet precies, want rondkijkend op internet word ik niet per se blij van sommige vage en zelfbenoemd verlichte figuren die zich (ook) met de ‘nieuwe’ boodschap en praktijk bezighouden. Jammer ook dat alles weer in een bepaald hokje ingedeeld moet worden. Voor je het weet hoor je bij een bepaalde religie. Maar, als je het kaf van het koren weet te scheiden, is er gelukkig ook veel nuttige informatie te vinden.

Vanwaar mijn interesse in dualiteit? Dat heeft vooral te maken met de Bardo Thödol tekst. De overledene moet zo snel mogelijk beseffen dat dualiteit illusie is, op het sterfmoment kan hij opgaan in het Heldere Licht, de absolute eenheid.

Wat betreft neo-advaita zou er een relatie zijn met de advaita vedanta, maar die willen daar niets van weten. Het gebrek aan training en de verlichtingservaringen van hun ‘snelle versie’ worden als oppervlakkig gezien. Bij de boeddhisten hetzelfde verhaal. Is de verlichting van de neo-advaita hetzelfde als nirvana? Heeft het boeddhisme meer in de aanbieding? Of is bevrijding makkelijk bereikbaar via alternatieven? Volgens Tony Parsons is er niets te bereiken, de werkelijkheid is eenvoudig en direct. Op een gegeven moment kan het kwartje zomaar vallen. Instant-verlichting.

Ik moest ineens denken aan de stereoscoop. Jaren geleden had ik een boek waarin oude stereofoto’s waren afgedrukt. Met het bijgeleverde brilletje, ‘de stereoscoop’, zou diepte bereikt kunnen worden. Er was wel een bepaalde ontspannen manier van kijken vereist, maar de voor elk oog afzonderlijke afbeeldingen zouden ineens samensmelten. Prachtig en levensecht zou het zijn, je moest het alleen even doorhebben en sommige mensen konden het zelfs zonder stereokijker af. Mij is het nooit gelukt, het bleven gewoon twéé foto’s.

zaterdag 4 januari 2025

Wie geniet in nirvana?

In een eerdere blogpost had ik het over Longchenpa en de tekst die bekend staat als zijn ‘laatste testament’. De belangrijke leraar verheugt zich hier op de dood, om dan zijn ‘intrek te kunnen nemen in het bolwerk van de grote gelukzaligheid’. Dat riep vragen op bij mij. Wilde Longchenpa dan niet liever opgaan in het Heldere Licht? En wordt hier een vorm van bewustzijn gehandhaafd die deze grote gelukzaligheid gaat ervaren?

Die laatste vraag wordt min of meer beantwoord in De Sutra van Hui-neng, zie ik nu. Daar is sprake van ene Chih-tao, een bhiksu (boeddhistische monnik) uit Kwantung. Hij bestudeert al tien jaar de Nirvana Sutra, maar begrijpt deze nog steeds niet, zegt hij zelf. En of Hui-neng het misschien kan uitleggen.

Chih-tao: Alles is vergankelijk, maar zodra ontstaan en vernietiging ophouden te functioneren zal nirvana zich manifesteren. Eindelijk de zaligheid van absolute rust en het wegvallen van veranderingen. Maar (en daar is hij): wie ervaart dan die zaligheid? Want alle wezens hebben twee lichamen, een fysiek (dat ontstaat en afsterft) en de dharmakaya, die eeuwig is, niets kent en niets weet. Het fysieke valt uiteen (puur lijden is dat). En als de dharmakaya zou ophouden te bestaan, dan zou dit lichaam zich in dezelfde staat bevinden als onbezielde voorwerpen zoals gras, stenen enz. Dus welk lichaam ervaart de zaligheid?

De essentie van ontstaan en vernietiging (de dharma-aard) manifesteert zich in vijf functies: de vijf skandha's. Een proces dat steeds maar doorgaat. Als een activiteit of functie oprijst vanuit de essentie, dan ontstaat ze. En als ze weer door de essentie geabsorbeerd wordt, dan houdt ze op te bestaan. Als reïncarnatie bestaat, is er geen stopzetting van deze veranderingen (de levende wezens). Als er geen reïncarnatie is, dan blijven de dingen eeuwig in een staat van levenloze essentie (de onbezielde objecten). Als dit klopt, dan zou binnen de beperkingen van het nirvana geen enkel wezen kunnen bestaan. Welke zaligheid kan er dan zijn?

Hui-neng reageert knorrig. Met deze redenering zondigt Chih-tao tegen de leer en beledigt hij de Boeddha. Dit zijn precies de verkeerde inzichten waardoor mensen gaan verlangen naar een zintuiglijk bestaan met de ervaring van werelds genot. En juist voor deze mensen, slachtoffers van onwetendheid, die het samengaan van de vijf skandha's identificeren met het zelf en alle andere dingen zien als het niet-zelf, die verlangen naar een individueel bestaan en de dood verafschuwen, zonder besef van de leegheid van het werelds bestaan (een droom en een illusie), onnodig lijdend door hechting aan het wiel van de reïncarnatie, die een bewustzijnsstaat vol lijden verwarren met de staat van eeuwige zaligheid van het nirvana, en die voortdurend achter zintuiglijk plezier aan hollen, het is voor hen dat de Boeddha vol mededogen de echte zaligheid van het nirvana predikt.

Nirvana is perfect, eeuwig, kalm en helder. Onwetende mensen beschouwen dit als de dood, terwijl ketters denken dat het vernietiging is. Begrijp wat nirvana is, je moet er geen bepaalde opvatting over hebben. Het is voorbij alles. Ontkenning,  bevestiging, verleden, heden of toekomst. Alle zintuiglijke objecten en vormen, al de verschillende fenomenen als geluiden en stemmen zijn net zo onwerkelijk als een droom of een illusie. Inclusief de vijf skandha’s en het zogenaamde ego (de vijf tezamen).

Op geen enkel ogenblik is er in het nirvana sprake van ontstaan of vernietiging, en ook niet van het stilvallen van een dergelijk proces. Het is inderdaad de manifestatie van absolute rust en het ophouden van alle veranderingen, maar op het ogenblik dat het zich manifesteert is er zelfs geen concept van manifestatie meer. Daarom wordt het de eeuwigdurende zaligheid genoemd, zonder genieter of niet-genieter. 
 
 

 
 
Bron:
De Sutra van Hui-neng
Ankh-Hermes, 2001

woensdag 1 januari 2025

Happy 2025!


Beter dan dit kan ik het niet zeggen.


Ik wens iedereen die dit leest voorspoed, geluk en gezondheid toe in 2025!!