Afkomstig uit een min of meer streng gereformeerd gezin, waarvan ze zich op een gegeven moment heeft losgeweekt, is Annemiek andere religies gaan bestuderen, met speciale aandacht voor het boeddhisme. Ze benadrukt dat ze geen boeddhist ís en lijkt vooral wat moeite te hebben met ‘gelijkmoedigheid’, een van de vier hartkwaliteiten* van het boeddhisme. Kalmte en onverschilligheid zouden te vaak worden gebruikt als een soort schijntroost, dat het niet zou uitmaken allemaal. Maar het maakt wél uit, vindt Schrijver.
Ik had graag een aflevering De hemel van… over haar willen maken, maar kon helaas nergens informatie vinden over Schrijvers verbeelding van hemel of hiernamaals. Wel veel over haar godsbeeld, dat in de loop der jaren geleidelijk iets lijkt te verschuiven. In haar programma De verwondering gaat het ook vaak over het godsbeeld van de gasten. Zelf vindt ze haar godsbeeld ook erg veranderd. In de gereformeerde jeugdjaren bijvoorbeeld was dit heel nauw, maar ze weet niet meer precies hoe ze het toen zag.
In 2017 was ze te gast bij Tijs van den Brink voor een interview. In zijn programma Adieu God praat hij met ‘kerkverlaters’. Schrijver heeft inderdaad ooit de kerk verlaten, maar haar interesse voor God is bleef overeind. Zelf heeft ze het over haar ‘relatie met God’, een uitdrukking die ik bijna niet meer kan aanhoren, daar word ik heel jeukerig van. Zij kan wel beter denk ik dan. God is een moeilijk woord, zegt ze. Haar grote passie is ‘leeg worden voor God', een ontvangstzaal, een lege ruimte in haar die steeds meer opgevuld wordt door God die in haar opstaat. Dat doet hij in bepaalde moeilijke situaties.
We zijn acht jaar verder, een interview in de Varagids door Clementine van Wijngaarden. Gevraagd naar haar godsbeeld constateert Schrijver dat er tegenwoordig twee opvattingen zijn. De ene is dat bewustzijn in ons zit en als we doodgaan is het verdwenen. De andere opvatting is dat onze hersens als het ware een radio-ontvanger zijn en dat bewustzijn iets buiten ons is wat we kunnen ontvangen. Een beetje zoals de computer en de cloud. Als we doodgaan is de ontvanger er niet, maar de cloud is er wel. Dat laatste is haar godsbeeld. Dat er een collectief bewustzijn is, een soort helderheid, waar we ons op aan kunnen sluiten. Ze vindt het vreemd dat wij dat niet doen. Onbegrijpelijk dat we niet eens wakker worden. Waarom geloven we onze gedachten? En waarom nemen we het zo serieus?