dinsdag 29 augustus 2023

Roel en Bella

 
Roel van Duijn (1943) is een voormalig politicus en activist, bedenker van provobeweging en kabouterpartij. Hij zet zich al decennia in voor bescherming van natuur en milieu, maar voert tegenwoordig vooral strijd tegen wanen en complottheorieën. Daarnaast is Van Duijn (als ervaringsdeskundige) consulent voor liefdesverdriet. Hij schreef verschillende boeken, waaronder Panies dagboek (1971). Daarin een interessante passage over de dood, uitgelegd met behulp van een boom.

“De dood is het begin van een terugreis naar het punt van voor de geboorte. Dat weet ik nu. Want zien mensen die bijna sterven maar het overleven niet vaak een film van hun leven in hun hersens razendsnel achterstevoren afdraaien? De dood is de terugkeer van de tak naar de kern van de stam. Maar na zijn dood blijft het wezen van de tak, want het was er al voor zijn geboorte. De eerste wet van de thermodynamica zegt: energie kan noch worden geschapen noch worden vernietigd. De kern van de stam is daar waar hij noch levend noch dood is. Angst voor de dood is evengoed als angst voor het leven, een poging je van de werkelijkheid van het bestaan en van al het bestaande te isoleren.”

Het is waar, Roel van Duijn is nogal een boomknuffelaar, en hij zegt ook met ze te communiceren. De subtitel van dit boek is dan ook Gesprekken met een rode beuk. Roel wendt zich met enige regelmaat tot een boom in het Westerpark (Amsterdam) en probeert op die manier contact te krijgen met de oude natuurgod Pan (vandaar ‘Panies’). Onder het lover van de boom ‘Bella’ verdiept hij zich in de oorsprong van de wereld, en komt daarbij tot theorieën die moeilijk te volgen zijn.

Roel van Duijn werd geboren in een theosofisch gezin in Den Haag en ruimdenkend opgevoed, alle godsdiensten werden bestudeerd. Zijn vader brak met de theosofie omdat hij de leiders niet democratisch vond. Ook Roel voelt zich geen theosoof meer, hij is vooral sceptisch over de organisatievorm. Hij gelooft in reïncarnatie en vindt het een positieve gedachte dat de ziel ergens naar toe gaat en een manifestatie zoekt. Daar is geen bewijs voor, maar dat hoeft ook niet, voor het tegendeel is ook geen bewijs. Roel gelooft erin en voelt zich er goed bij, ervaart rust en harmonie. Karma en reïncarnatie zijn voor hem de kern van alle godsdiensten, maar hij heeft geen overtuigingsdrang. Het concept van een goddelijke ordening vindt hij moeilijk, want daar is de mens dan onderdeel van, terwijl die juist altijd voor wanorde zorgt. Hij gelooft in een goddelijke vonk, maar dan in alles, niet alleen in de mens. Ongeveer zoals bij Spinoza, god is de natuur en de mens is onderdeel daarvan.

Terug naar Panies dagboek. Dinsdagochtend, 15 juni. Roel loopt rondjes om de stam van de beuk. Onder het gewelf van takken en bladeren mijmert hij over zijn in 1962 overleden vader Gerard, “zoals hij gedurende enige dagen na zijn overlijden opgebaard lag bij ons thuis in de grote achterkamer. De uitdrukking van zijn gelaat straalde een onkwetsbare schoonheid uit. Niet een toevallige schoonheid was het maar een schoonheid die onmiddellijk voortkwam uit de gevoelens die er tussen mijn vader en ons tijdens zijn gang door de gouden poort werden uitgewisseld.” Hij steekt een blad van de boom in zijn mond om de smaak van de dood te proeven en overpeinst dood en boom (zie bovenaan). Groen gras glanst in de regen en omcirkelt de boom. De bruine beuk is en blijft het middelpunt, de contouren van zijn kroon steken prachtig af tegen de hemel. Roel is één met het beeld van de boom en drukt zich tegen de ronde stam. ‘Ineens wordt Bella hol en word ik een boom in haar.’

Kortom, sympathieke jaren 60 en 70 naïviteit. Met misschien een extra kruidensigaret hier en daar? Wie zal het zeggen.



Roel van Duijn
Panies dagboek
Meulenhoff, 1971
 
Overige bronnen:
Podcast voor de ziel, 2 juli 2022
NRC, 11 december 1971

zondag 20 augustus 2023

Handbaskets & wheelbarrows

Deze (al wat oudere) cartoon van Randolph Itch heb ik nooit begrepen, niemand in mijn omgeving trouwens. 
 

En ook deze grap laatst was een raadsel voor me. Maar, omdat er nu twee keer sprake was een handbasket in combinatie met iets religieus, ben ik gericht gaan zoeken op internet.

Daar vond ik al snel de mij onbekende Amerikaanse uitdrukking Going to hell in a handbasket. Die wordt soms gebruikt als iets in snel tempo uit de hand loopt of verslechtert. Of in situaties waar mislukking of zelfs complete ondergang onvermijdelijk zijn. 

Waar komt dit gezegde vandaan? Dat is niet helemaal duidelijk. Het wordt in verband gebracht met de Amerikaanse burgeroorlog, de goldrush, guillotines, en schilderijen van Jeroen Bosch. Maar met de hel heeft het in ieder geval niets te maken. Dat geldt dan weer wel voor de veel oudere variant going to heaven in a wheelbarrow
 
Op dit prachtige fragment van een glas in lood raam (van rond 1500) in St Mary’s church in Fairford, wordt een mevrouw in een kruiwagen afgevoerd door een blauwe duivel. Op rolletjes, wieltjes, waarschijnlijk richting de hel.

zondag 13 augustus 2023

Te definitief

De hemel van… Judi Dench

(De hemel van… Afl.23)


Laatst zag ik de Britse actrice Judi Dench (1934) in gesprek met Louis Theroux. Het was een recent interview, in een gemoedelijke sfeer. Judi blijkt een quaker te zijn, Louis had dat ergens gelezen. Hij vraagt of ze ook bijeenkomsten bezoekt. Niet vaak genoeg, vindt Judi zelf. Als Louis zich afvraagt hoe quakers (oude Judi) het hiernamaals zien, doet ze nogal ontwijkend: “Dat moet je niet aan mij vragen.” Te melodramatisch, te naargeestig en te theologisch, zegt ze, en misschien wel te definitief. Hier is duidelijk een tere snaar geraakt. Ach, zegt Louis opbeurend, het is het hiernamaals. Misschien is het puur feesten en silent disco’s. Dat denk ik wel, antwoordt Judi met afgewende blik. En daarmee is dit interessante onderwerp afgeserveerd, en blijf ik met de vraag achter. Want hoe ziet het hiernamaals, en dan speciaal de hemel, van Judi Dench er uit? Op een aantal quaker websites zoek ik naar de antwoorden.

Dat valt nog niet mee, de quaker namelijk blijkt niet te bestaan. Het is een nogal bont gezelschap van eigenzinnige en praktische mensen, lijkt mij. En het gaat alle kanten op, van streng ascetisch tot radicaal vrijzinnig. Volgens Wikipedia zijn quakers een groep ondogmatische gelovigen, die zijn wortels vindt in de christelijke traditie. Het leven en de overgeleverde uitspraken van Jezus vormen een belangrijke inspiratiebron. Quakers geloven dat er iets van God in ieder mens is, wat door ieder mens ervaren kan worden.

Traditionele opvattingen over hemel en hel worden veelal afgewezen. Een algemene quakertheorie over het hiernamaals is er niet. Het is er wel of het is er niet, de meningen zijn verdeeld. Maar echt een onderwerp is het niet. Leef nu en zet je in voor het heil van de mensheid, dat is het motto. Het leven is goed, en de liefde die mensen voor elkaar hebben is de sleutel tot de ware natuur daarvan. Liefde is tijdloos en kan niet vernietigd worden door de dood, of beperkt worden door tijd en ruimte.

Veel quakers ervaren de hemel, Gods koninkrijk, hier en nu. En wat er ook na de dood gaat gebeuren, het zal voor ons bestwil zijn. Sommigen geloven dat we na de dood een rijk van zuivere liefde zullen binnengaan, dat aansluit bij de spirituele ervaring van Gods liefde gedurende ons leven. Anderen geloven dat we tot in eeuwigheid bij Jezus zullen verblijven. Voor meer vrijzinnige quakers is het hiernamaals een zaak van gissen. De dood kan ook gewoon het einde zijn van ons bestaan.

Wat Judi Dench van een eventuele hemel verwacht, blijft dus de vraag. Net als veel andere quakers lijkt ze zich daarmee niet bezig te houden (al doet ze er wel zwaarmoedig over).

zondag 6 augustus 2023

De tuinman en de dood

Linoleumsnede, Tinus van Doorn 1937

 

De tuinman en de dood

Een Perzisch Edelman:

Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik
Mijn woning in: 'Heer, Heer, één ogenblik!
 
Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.
 
Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.
 
Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!' -
 
Van middag - lang reeds was hij heengespoed -
Heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet.

'Waarom,' zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
'Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?'
 
Glimlachend antwoordt hij: 'Geen dreiging was 't,
Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,
 
Toen 'k 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan,
Die 'k 's avonds halen moest in Ispahaan.'
 
 
                                                       P.N. van Eyck
                                                       1887-1954
 
 
Uit: Verzameld werk
      Van Oorschot, 1958