donderdag 18 april 2019

De bardo van dharmata

De overledene die het heldere licht én het ‘tweede’ heldere licht niet herkend heeft, gaat door naar de volgende ronde: de bardo van dharmata. Dat zal vrijwel iedereen overkomen, op een enkele ‘vergevorderde’ na die zich al tijdens het leven verdiept heeft in de teksten en meditatie.

In de bardo van dharmata (ook: ‘de tussenstaat van de realiteit’, of ‘chönyid bardo’) wordt de overledene geconfronteerd met hallucinaties, zijn eigen verwarde projecties van karma. Maar deze bardo biedt ook voordelen en heeft een grote kracht. Het is dan ook erg belangrijk dat juist nu de betreffende tekst uit het Bardo Thödol hardop aan de overledene wordt voorgelezen. Daarin wordt weer benadrukt dat alles wat je ziet een weerspiegeling is van de eigen gedachtenwereld. (H)erkenning van dit feit is de sleutel tot verlossing. Net als in het leven zijn ook na de dood alle beelden in feite illusies.

In deze fase ziet de overledene de achterblijvers, maar zij zien hem niet. Hij hoort ze roepen, maar zij horen hem niet. Ze huilen en jammeren, bij maaltijden wordt geen rekening meer met hem gehouden, zijn kleren worden verwijderd en zijn bed wordt uit elkaar gehaald. Wat een verlatenheid! Wanhoop slaat toe en dan doen zich ook nog allerlei verschijnselen voor: geluiden, kleurige lichten en lichtstralen. Angst, schrik en paniek verzwakken de overledene.

De tekst van het Bardo Thödol legt hier de overledene nog maar eens uit dat hij toch echt dood is, dat dat iedereen overkomt, dat hij ‘het ogenblik voor de dood’ niet herkend heeft en daarom hier moet ronddwalen. Er wordt hem opnieuw uitgelegd dat er zes bardo’s zijn, dat hij zich nu in de bardo van dharmata bevindt en dat hierna de bardo van wording (van een volgend leven) zal worden ervaren. De overledene krijgt nog een van de gebeden van de tussenstaat en wat belangrijke vuistregels mee: niet verlangen, niet hechten, en vooral: alles wat zich maar voordoet, hoe angstaanjagend ook, herkennen als je eigen projectie. Als je dit essentiële punt van de leer niet begrijpt, zul je dwalen in samsara. Geef dus niet toe aan je angst, kijk er doorheen, blijf op je gemak.

“Als je lichaam en geest zich van elkaar scheiden zal de dharmata verschijnen, zuiver en helder, en toch moeilijk te onderscheiden, stralend en schitterend, met angstaanjagende helderheid, glinsterend als een luchtspiegeling boven een veld in het voorjaar. Wees er niet bevreesd voor, wees niet verbijsterd. Dit is de natuurlijke straling van je eigen dharmata, herken deze dus.”

“Een geweldig gedreun van donder zal zich in het licht voordoen, het natuurlijke geluid van dharmata, als van duizend donderslagen tegelijk. Dit is het natuurlijke geluid van je eigen dharmata, wees dus niet bevreesd of verbijsterd.”

Ten overvloede wijst het Bardo Thödol er ook nog droogjes op dat je nergens bang voor hoeft te zijn, je bent namelijk al dood. En in plaats van een stoffelijk, heb je nu een mentaal lichaam “van onbewuste neigingen”. Weet dat dit de bardo is.

De overledene zal nu de vredige en toornige godheden gaan ontmoeten.



Bronnen:
Francesca Fremantle en Chögyam Trungpa
Het Tibetaans Dodenboek
Servire, 1991

Robert A.F. Thurman
Het Tibetaanse Dodenboek
Altamira-Becht,  2006

Ilse Dorren
Tocht door twee werelden; Gids voor het Tibetaanse Dodenboek      
Mirananda, 1985