woensdag 14 december 2022

Een druppel in de oceaan

De vorige blogpost ging over de onverbrekelijke eenheid van leven en dood. Bij de geboorte komen we vanuit ongevormde eenheid in een bepaalde levensvorm terecht, en als we sterven verlaten we deze vorm weer en keren terug naar de ongevormde eenheid van de bron. Terugkeer, bron en eenheid, drie uiterst geruststellende begrippen. 
 
Laatst stond in de Volkskrant een interview met topadvocaat Barend Post (55). Daarin vertelt hij over de intense ervaring van eenheid, die hij had tijdens een operatie waarbij een hersentumor werd verwijderd. Hij werd volledig uit zijn lichaam gekatapulteerd, en kwam terecht in een andere dimensie zonder tijd en plaats. Post voelde zich een druppeltje in een oceaan, opgaand in een groter geheel, waarin alles via bewustzijn met elkaar verbonden was. Hij was alles en iedereen tegelijk, besefte dat ons ego een illusie is, en dat wij helemaal niet van elkaar afgescheiden zijn. Het extatische gevoel van liefde waarmee hij vervuld was, voelde als een goddelijke ervaring maar dan zonder opperwezen of regeltjes. Het goddelijke was overal, ook in hemzelf, een innerlijke bron die iedereen heeft. Hij voelde zich dankbaar voor het feit dat hij bestond, met een diep besef hoe bijzonder het is dat je een tijdje mens mag zijn, en hoe klein dat mensenleven is ten opzichte van de oneindigheid van ruimte en tijd.

Geen (traditionele) bijna-doodervaring, Barend Post noemt het zelf een uittreding. Het heeft zijn leven totaal op de kop gezet. Post heeft geen angst meer voor de dood, zoals vroeger, maar ging anders naar zijn sterfelijkheid kijken. Je bewustzijn blijft bestaan, daar is hij van overtuigd. Dit noemt hij zelf zijn belangrijkste les. Onze ziel gaat over in een eindeloos bewustzijn, wordt opgenomen in liefde, de oorsprong waar we allemaal vandaan komen.

Medici zullen hier waarschijnlijk zeggen dat de illusies zich juist tijdens de operatie voordeden, en dat de werkelijkheid is zoals we die waarnemen. Dat zijn hersenen een spel met hem hebben gespeeld. Barend Post weet het niet, daarvoor was zijn ervaring toch te sterk. Hij blijft de voorkeur geven aan zijn eigen benadering. Na de operatie en de terugkeer van zijn bewustzijn in zijn lichaam, voelde hij een grote afstand ten aanzien van zijn vroegere leven. Hoe moest hij verder? Hoe kon hij zijn ervaring plaatsen? Het was heel moeilijk om aansluiting te houden. Terug op kantoor was hij niet langer de typische “juridische haai” (mijn weergave –R.R.), maar werd zijn kennis voor goede doelen ingezet. Na vier jaar is hij er toch maar weggegaan en voor zichzelf begonnen als advocaat voor initiatieven die hem aanspreken en een sociale impact hebben. Al moet hij soms wel zijn ‘functionele ego’ inzetten om een doel te bereiken, want je ontkomt er in deze wereld niet aan om je ‘rol’ te spelen. Helaas. 


Bron:
De Volkskrant 
Fokke Obbema
28 oktober 2022 

zondag 4 december 2022

De eenheid van leven en dood

Filosoof Zhuang Zi was, naar het schijnt, zelf niet zo heel bang voor de dood: “Wat mij in het leven behoedt, behoedt mij ook in de dood. Want in Tao zijn dood en leven één”. Als taoist zag hij het allemaal ruim en plaatste de dood in een kosmische samenhang, in een door Tao bezield universum. 
 
Voor de gemiddelde medemens zag hij wat somberder in: “De geboorte van een mens is de geboorte van zijn lijden. Hoe langer hij leeft, hoe dommer hij wordt, want zijn krampachtig pogen om de onvermijdelijke dood te ontlopen wordt steeds heviger. Hoe bitter! Hij leeft voor dat wat altijd buiten zijn bereik ligt! Zijn hang naar overleven in de toekomst maakt hem ongeschikt te leven in het heden”.*

Hoofdstuk 40 van de Tao Te Tjing is een mooie, korte (maar geruststellende) tekst over geboorte en terugkeer. Het is het onderwerp van een vorige blogpost.Tao beweegt terug, naar de oorsprong, tot zichzelf. En terugkeren, dat brengt vrede. Zhuang Zi zag het leven en de dood als een onverbrekelijke eenheid. De hele kosmos is één groot levend organisme. Bij de geboorte komen we vanuit ongevormde eenheid in een bepaalde levensvorm terecht. Als we sterven verlaten we deze vorm weer, en keren terug naar de ongevormde eenheid van de bron. Zijn tip: Als je mediteert kun je deze eenheid al bij leven ervaren en de ruimte gaan vormen van waaruit een egoloze levensvoering mogelijk is. Maar, het mag ook weer geen vlucht worden, vond Zhuang Zi. Hij beschouwde meditatie toch meer als een voorbereiding op het volmaakt uitvoeren van de lopende zaken en verantwoordelijkheden. Dat gaat prima met een open en helder bewustzijn.
 

 

bronnen:

*Dagend inzicht
Sogyal Rinpoche
Servire, 1995
 
Civis Mundi 95

donderdag 24 november 2022

Petri Pong

Pong is een oeroude Atari videogame uit 1972, maar wordt nog steeds gespeeld. Onder andere door 800.000 levende hersencellen in een petri-schaaltje, ergens  in Australië. 

In het blad BBC Science Focus van deze maand staat een artikel over een internationaal team neurowetenschappers dat voor dit doel hersencellen (zowel menselijke, ontstaan uit stamcellen, als cellen afkomstig van muizenembryo’s) heeft gekweekt in een petri-schaaltje, op een speciale siliconenchip, aangesloten op een systeem dat het mogelijk maakte om ze Pong te leren spelen.

bron afb: BBC Science Focus

Hiermee werd bewijs geleverd dat hersencellen tekenen van intelligent gedrag kunnen vertonen, ook als ze geen onderdeel zijn van een volledig ontwikkeld orgaan. Volgens professor Karl Friston, een van de wetenschappers, is dit onderzoek zo vernieuwend omdat de neuronen worden voorzien van ervaringen en gevoelens en (hier cruciaal) het vermogen om te reageren op hun omgeving. Meest opvallend was dat de kweeksels leerden hoe ze hun wereld meer voorspelbaar konden maken, door er op te reageren. Hoofdonderzoeker Dr. Brett Kagan (links op foto) voegt daaraan toe: we hebben laten zien dat we kunnen interacten met levende neuronen, op een manier die ze dwingt om hun activiteiten aan te passen, zodat het uiteindelijk leidt tot een vorm van intelligentie. 
 
Dit doet mij denken aan het onderwerp van de vorige blogpost: het ontstaan van bewustzijn en de ontwikkeling van skandha’s. Heeft Dr. Kagan intelligentie gecreëerd of onwetendheid? Is er sprake van onzekerheid en angst? De kweeksels proberen hun omgeving meer voorspelbaar te maken, want dat lijkt natuurlijk veiliger. Je vraagt je ook af waar dit gaat eindigen, in welke categorie valt dit ‘bewustzijn’ dan? En is er ook bevrijding mogelijk? Tenzin Wangyal Rinpoche: ‘gewaarzijn kan zich alleen manifesteren in de geest van levende, wetende wezens, die het vermogen bezitten het te reflecteren’.

Maar misschien valt het nog wel mee, leven in dat Frankenstein-schaaltje. De neurowetenschappers gaan nu proberen om de hersencellen dronken te krijgen, om zo meer te weten over de gevolgen van drugs voor de hersenen. Continu gamen en boozen dus, voor sommigen de hemel.
 

Bron: 
BBC Science Focus 
November 2022

maandag 14 november 2022

De ontwikkeling van de vijf skandha’s

In het Bardo Thödol heb je de beeldspraak van een kind dat zijn moeder weer ontmoet en herkent. Erg mooi vind ik dat. Het kind is in dit geval de overledene voor wie het Heldere Licht (de Moeder) een ogenblik straalt. Het is zijn kans op bevrijding, het ondeelbaar oplossen in de essentie, de Eenheid. En in feite het einde van een langlopend tragisch misverstand, want die lange reeks pijnlijke reïncarnaties was helemaal niet nodig geweest. Het is het gevolg van een foute mindset van onze verwarde geest, die gelooft in dualiteit, zelf en ego. Wij zien onszelf als een vast en blijvend iets, maar zijn slechts een verzameling neigingen: de vijf skandha’s. 
 
De ontwikkeling daarvan wordt door Chögyam Trungpa Rinpoche in een van zijn boeken* heel mooi uitgelegd. Hij laat zien hoe de open ruimte, intelligentie en eenheid die wij werkelijk zijn, transformeert tot misvattingen en het ontstaan van onwetendheid. Onze ‘dans’ in de open ruimte wordt veel te wild en energiek, waardoor wij zelfbewust worden. De openheid zien we niet langer meer, we hebben alles massief gemaakt. We nemen de ruimte waar als vast en zien onszelf apart van alles. Dit is de eerste skandha, het creëren van Onwetendheid Vorm. Hierover ging een vorige blogpost.
 

De eerste skandha heeft drie stadia. In zijn boek maakt Trungpa de vergelijking met een woestijn, een volledig open vlakte (de open ruimte die wij zijn), waar een van de zandkorrels ineens gaat rondkijken en tot de foute conclusie komt dat hij iets aparts is. Het begin van dualiteit, de ‘geboorte van onwetendheid’, stadium één.

Het tweede stadium van Onwetendheid Vorm wordt ‘van binnen geboren onwetendheid’ genoemd. Je staat apart, een individuele zandkorrel, en dat is altijd al zo geweest. Denk je. Zelfbewust ben je, maar niet erg op je gemak. Daarom probeer je een schuilplaats voor jezelf te creëren. Je bent verward en staat alleen. Je ziet jezelf los van het elementaire landschap van ruimte en openheid.

Het derde stadium heet ‘zichzelf-observerende onwetendheid’. Je loert zo’n beetje naar jezelf, als een ding buiten jezelf, en dit leidt tot een eerste besef van ‘het andere’. Je gaat je nu bezig houden met een zogenaamde ‘buiten’-wereld, en begint de wereld van vormen te creëren. En in plaats van gewoon te zien wat is, reageer je alleen nog maar op je projecties. Er is helemaal geen situatie van ‘laten zijn’, je negeert voortdurend wat je bent. Dit is onwetendheid.

De tweede skandha is Gevoel, het verdedigingsmechanisme dat wordt opgezet om onze onwetendheid te beschermen. We beginnen ons naar buiten te richten en de kwaliteiten van ‘het andere’ te voelen. Hierdoor stellen we onszelf gerust dat we bestaan, want als ik dat daar kan voelen, dan moet ik hier wel zijn.

De derde skandha, Waarneming-Impuls, moet ego nog wat steviger in het zadel helpen. We raken gefascineerd door onze eigen schepping, die we geleidelijk gaan verkennen. En per situatie vormen we ons een oordeel, voor of tegen of onverschillig. Dit zijn de drie soorten impulsen: haat, verlangen, domheid.

De vierde skandha is Begrip. Je gaat de dingen benoemen en in categorieën indelen. Etiketjes plakken.

Bij de vijfde skandha, Bewustzijn, vindt een samensmelting plaats. Intuïtieve intelligentie (tweede skandha), energie (derde) en intellectualisering (vierde) worden gecombineerd om gedachten en emoties voort te brengen. Op dit niveau vinden we, naast oncontroleerbare en onlogische patronen van ronddwalende gedachten, ook de Zes Rijken.

Dit is het volledige beeld van ego. Als we overlijden vallen alle bestanddelen van ons lichaam en onze geest uiteen en lossen op. Alles wat de verlichte geest tijdens het leven heeft verduisterd valt weg en er is niets meer dat onze ware natuur verhult.

 

*Bron: 
Spiritueel materialisme doorsnijden 
Chögyam Trungpa 
Servire, tweede druk 1999

zondag 6 november 2022

Terugkeer naar Tao

All movement returns to the Tao. 
Weakness is how the Tao works. 
 
All of creation is born from substance. 
Substance is born of nothing-ness.

vertaling: J.H. McDonald 

Geboorte en terugkeer, tekst 40 (de kortste) van de Tao Te Tjing sluit mooi aan bij het onderwerp van een vorige blogpost. Die ging over de oorsprong van bewustzijn, en de terugkeer naar dit Heldere Licht op het sterfmoment.
 
Er zijn kennelijk veel vertalingen mogelijk van deze Chinese tekst, bijvoorbeeld deze:
 
De beweging van Tao is terugkeer (tot zichzelf). 
Zachtheid is zijn functie.

vertaling: Henri Borel

Deze vind ik mooier:

Terugkeren is de beweging van de Tao. 
Zachtheid is de werkwijze van de Tao. 
Alles wordt geboren uit het zijn. 
Zijn wordt geboren uit niet zijn.

De vertaling is van Roeland Schweitzer, die ook een tweede versie heeft gemaakt:

Alles keert terug

De Tao beweegt terug. 
De Tao werkt zacht. 
Alles wat is, komt ergens uit voort. 
Uit het niets.
 
Schweitzer vraagt zich af of deze tekst over de Tao gaat, of over de innerlijke kracht van Tao? “Het terugkeren en teruggaan, het zachte. Terug naar de baarmoeder, de oerchaos.”

Ook zijn bewerking voor kinderen stelt vragen:

Terugkeren naar moeder.
 
Terugkeren, dat brengt vrede. 
Lief zijn, dat is vrede.

Waar komt alles eigenlijk vandaan? 
Als je terugkeert, waar kom je dan? 
Waar komt moeder vandaan?

De beeldspraak van terugkeren naar de moeder komt ook voor in het Bardo Thödol. Bijvoorbeeld als de overledene het Heldere Licht begrijpt, of als hij aangemoedigd wordt om de visioenen te vertrouwen en de realiteit te herkennen alsof het een oude bekende is, zoals “een kind dat zijn moeder ontmoet.”
 

 
bronnen (op volgorde): 
 
University of Nebraska
vertaling: J.H. McDonald 

spiritueletekststen.nl
vertaling: Henri Borel 

Tekens van leven.nl
vertaling: Roeland Schweitzer 

dinsdag 25 oktober 2022

Het ontstaan van zelf-bewustzijn en dualiteit

Reïncarnatie lijkt een eindeloze keten opeenvolgende wedergeboorten te zijn. Er is continuïteit van bewustzijn, maar hoe is dat dan ontstaan? Dat was het onderwerp van een vorige blogpost. De oorsprong van bewustzijn is een bijzondere energie, het Heldere Licht, dat ook een ogenblik straalt op het moment van sterven. Een krachtige gelegenheid tot bevrijding, want als je dit Heldere Licht herkent, zul je er (weer) ondeelbaar mee verenigd worden.

Maar helaas, waarschijnlijk zul je opnieuw afglijden naar een volgende wedergeboorte. Want op dit uiterst belangrijke moment, als de oorspronkelijke grond van onze absolute natuur zich openbaart, zullen de meesten van ons het zuivere heldere licht van de realiteit (dharmata) niet herkennen. Onze verwarde geest namelijk, is geneigd zichzelf te zien als een vast en blijvend iets, terwijl hij toch alleen maar bestaat uit een verzameling neigingen: de Vijf Skandha’s (opeenhopingen). Wij zien niet wat we werkelijk zijn, wij leven in een vergissing. In plaats van de open ruimte en vrijheid, de elementaire grond, onze meest fundamentele staat van geest, was er een imaginaire ontwikkeling, het geloof in een ‘zelf’ of ‘ego’.

Hoe kon dit gebeuren? Hier begeven wij ons op nogal vaag terrein, maar in een van zijn boeken* legt Chögyam Trungpa de ontwikkeling van de Vijf Skandha’s heel mooi uit. Je ziet het bijna voor je. Hij vergelijkt de open ruimte met een ruime hal waar genoeg plaats is om te dansen. Er is geen enkel gevaar dat je er dingen omverloopt of ergens over struikelt, het is een volledig open ruimte. En (heel mooi) wij zijn die ruimte, we zijn er één mee. En ook met de daaraan verbonden Vidya, dat is oorspronkelijke intelligentie. Het is precisie en scherpte, scherpte verbonden met ruimte, scherpte met de mogelijkheid er dingen in te plaatsen en te wisselen.
 
 
Maar als we dat de hele tijd al waren, waar kwam de verwarring dan vandaan? Waar is de ruimte gebleven, wat is er gebeurd? In feite niets, zegt Trungpa, we zijn alleen veel te actief geworden in die ruimte. Die is zo wijds, dat inspireert ons om er in rond te dansen. Uiteindelijk zelfs een beetje te wild, we begonnen meer rond te tollen dan nodig was om de ruimte te laten uitkomen. Op dat moment werden we zelf-bewust, bewust dat ‘ik’ aan het dansen ben in de ruimte. En dan is de ruimte niet langer ruimte, want die wordt vast. Vaste ruimtelijkheid, die wij beleven als iets tastbaars, een vast apart ding. We zijn er niet langer één mee. Het is nu de ruimte en ik, ik dans in deze ruimte. Dat is de eerste ervaring van dualiteit. Dualiteit betekent hier ‘de ruimte en ik’, niet langer volledig één zijn met de ruimte. Hier ontstaat ‘vorm’, ‘het andere’.

Dan volgt er een soort pauze, een plotselinge stilstand. Chögyam Trungpa noemt het bewusteloosheid, in de zin dat we vergeten wat we aan het doen zijn. We draaien ons om en ‘ontdekken’ de vaste ruimte (die we nota bene zelf gecreëerd hebben) of we hem voor het eerst zien. We worden er door overweldigd en raken er in verloren. Er valt een gat (bewusteloosheid). En als we dan plotseling weer wakker worden, negeren we volledig de vloeiende luchtigheid van de ruimte. We weigeren haar openheid te zien. We zijn er niet tevreden mee alleen in de ruimte te dansen, maar we willen een partner hebben. De ruimte is onze partner, vinden wij. Wij willen haar bezitten en vastmaken. Vidya is statisch geworden. De verregaande intelligentie is veranderd in het waarnemen van vaste ruimte. En dat heet avidya, a-vidya, dus on-intelligentie oftewel ‘onwetendheid’. Dit is het hoogte punt van de Eerste Skandha, het creëren van Onwetendheid Vorm.

In een volgende blogpost meer over de Vijf Skandha’s.

 

*Bron: 
Spiritueel materialisme doorsnijden 
Chögyam Trungpa 
Servire, tweede druk 1999
 

woensdag 12 oktober 2022

Hilary Mantel (1952-2022)

Vorige maand overleed Hilary Mantel (70), volgens mij de beste schrijver van dat moment. Een groot verlies, nooit meer een nieuwe bestseller van haar hand om naar uit te kijken. De historische ‘Cromwell trilogie’, was zelfs twee keer goed voor de Booker Prize. Haar gezondheid was al jaren ronduit slecht, maar de gedrevenheid en het enthousiasme waren enorm. Mantels boeken en stukken getuigen van een opmerkelijk inzicht, ze leek alles te weten. Volgens de uitgever overleed Hilary Mantel ‘suddenly yet peacefully, surrounded by close family and friends.’ 
 
In haar laatste (?) interview nog, kort voor haar overlijden, werd gevraagd of ze in een hiernamaals geloofde. Mantel zei dat ze dat deed, maar voegde daaraan toe dat ze geen idee had hoe het in elkaar steekt. ‘Maar het universum is natuurlijk niet beperkt door wat ik mij kan voorstellen’. En hoe het hiernamaals dan ook ‘in elkaar mag steken’, ik ga er vanuit dat juist Hilary Mantel er snel haar draai heeft kunnen vinden. Ongetwijfeld zal zij er prima doorheen navigeren, de zaak observeren en er van genieten. Ik zou dolgraag haar verslag horen. 
 

Het hiernamaals in Mantels boeken is niet persé aangenaam, het Kwaad schuilt overal. In Beyond Black (2005) brengt het rondreizende medium Alison Hart mensen in contact met de overledenen. Alison probeert haar klanten ervan te overtuigen dat het na de dood prettig zal zijn, maar zelf weet ze wel beter. De geesten die zich aan haar opdringen zijn de wanhoop nabij. Dood en geestenwereld hebben altijd een belangrijke rol gespeeld in leven en werk van Hilary Mantel, ‘de scheiding tussen leven en dood is zo dun dat je je hand erdoor kunt steken’. In haar romans wordt gestorven zonder veel poespas, terloops, vaak in een moment van achteloze onoplettendheid.

In de trilogie over Thomas Cromwell en het hof van Henry VIII zijn geesten een vanzelfsprekendheid. Ze worden vluchtig gesignaleerd. Cromwell wordt (net als Mantel zelf) door geesten achtervolgd. Soms klinken ze als stemmen in zijn hoofd, soms ziet hij ze bij hem in de kamer staan. Mantel was gefascineerd door de raakvlakken tussen psychologie en het bovennatuurlijke. In interviews ontweek ze meestal het woord geest. Misschien vond ze dat te intiem. ‘Want er zijn soms dingen waarover je niet kunt schrijven, omdat je gewoon niet de techniek hebt om uit te drukken wat je wilt zeggen. Te vaag.’
 
Hilary was (zeer ongewenst) kinderloos. In haar memoires schrijft ze ‘dat je niet alleen achtervolgd kunt worden door de geesten van overledenen, maar bijvoorbeeld ook door die van kinderen die nooit geboren zijn.’ Zij heeft een mentale foto van Catriona, de dochter die door haar en haar man werd gefantaseerd, maar die nooit werd geboren. Verder noemt ze nog 'de geest van je eigen potentiële zelf'. Als je op een bepaald moment in je leven keuze B had gemaakt, in plaats van keuze A, en een ander pad ingeslagen, was je nu een andere persoon geweest.

Mantel was als kind intens gelovig, zij werd klassiek rooms-katholiek opgevoed. In haar nogal ongelukkige jeugd, had ze allerlei metafysische ervaringen. Ze zag gaten in de wereld, lichtpatronen, en een 'constant bewegende achtergrond van kleine schedeltjes'. Vaak had ze het gevoel dat er altijd iemand links naast haar stond. Soms, als ze vroeg op moest, leek het alsof iemand haar wakker riep vanuit een andere kamer. Voor een documentaire moest Hilary eens terug naar het huis waarin ze haar jeugdjaren doorbracht. Vanuit de taxi (ze wilde niet uitstappen, het was geen huis met fijne herinneringen) zag ze zichzelf voor het raam van haar meisjeskamer staan. En dan niet bij wijze van spreken, zij stond daar echt, als tiener. ‘Ik keek niet omlaag, zag mezelf niet in de auto zitten. Ik staarde voor mezelf uit door het raam.’ Ze was er nog dagen door van slag. Een deel van haar was daar achtergebleven. Sommige ervaringen schrijft ze toe aan haar migraine, die werd verergerd door de (foute) medicijnen die ze lange tijd heeft geslikt vanwege haar ziekte. Een boek van neuroloog Oliver Sacks, waarin hij laat zien wat migraine met je bewustzijn kan doen, maakte haar duidelijk dat haar ervaringen niet uitzonderlijk waren en dat ze dus niet gek was.

Een heftige ervaring op zevenjarige leeftijd was een breekpunt in haar leven, en een van de redenen dat ze haar geloof verloor. Alles wat ze over religie had geleerd werd irrelevant. 'Iets ongrijpbaars was me komen opzoeken, heeft zijn geluk beproefd; een vormloos Kwaad zonder contouren dat op mij af kwam om me tot wanhoop te drijven'. Ze speelde thuis in de achtertuin en als ze opkijkt ziet ze in de verte niets, behalve 'een trilling, een storing in de lucht. Ik voel een draaiende, traag gonzende vlaag, als een zwerm vliegen, alleen zijn er geen vliegen. Er is niets te zien. Er is niets te ruiken. Er is niets te horen. Maar die beweging, die onbeschaamde verschuiving in de lucht, doet mijn maag omhoogkomen.' Ze kan niet bewegen. Het niets komt op haar af, 'even hoog als een kind van twee', ze smeekt het weg te blijven, en dan opeens zit het in haar en voelt ze het ziekelijk door haar lichaam gaan. Ze proeft het bloed in haar mond.

Wat een akelig verhaal! Een vormloze onzichtbare aanwezigheid, die 'met de snelheid van een gedachte' bezit van haar nam, en ziek weergalmde 'in de binnenkant van mijn botten en mijn lichaamsholten.' Het doet me denken aan de beschrijving van een kwaadaardige entiteit in een horrorverhaal van H.P. Lovecraft, maar meer nog aan een anekdote van Carlos Castaneda. In een van zijn boeken vertelt hij hoe de Mexicaanse sjamaan don Juan hem ooit de dood beschreef ‘als een wolk die eruit ziet als een glanzende spiraal, die uiteindelijk met onweerstaanbare kracht in hem zou binnendringen.’

 

bronnen: 
diverse interviews sinds 2009

maandag 10 oktober 2022

Snel als de donder


When you are strong and healthy,
You never think of sickness coming,
But it descends with sudden force
Like a stroke of lightning.
 
When involved in worldly things,
You never think of death’s approach;
Quick it comes like thunder
Crashing round your head.

                                         Milarepa 

 

Bron: Rigpa
(Glimpse of the day)