dinsdag 26 november 2019

De bardo van de toornige godheden

Het wordt er niet bepaald makkelijker op voor de overledene die zich na de ontmoeting met de vredige boeddhavormen en de vidyadhara’s en de dakini’s nog steeds in de bardo van dharmata bevindt. Nu doemt namelijk de tussenstaat van de toornige godheden op.

Het had niet zover hoeven komen. Het pad, zeven fasen tot nu toe, was dan wel riskant, maar er waren volop kansen op bevrijding en het Bardo Thödol heeft genoeg aanwijzingen gegeven. Veel mensen zijn hier succesvol, maar veel anderen ook niet. Die dwalen steeds verder naar beneden, hoeveel instructies ze ook krijgen. Het Bardo Thödol somt de oorzaken op: het oneindige aantal wezens, sterk en slecht karma, zware neurotische sluiers, langdurige onbewuste neigingen en de cyclus van verwarring en onwetendheid, die nooit afneemt.

In de toornige bardo verschijnt een groep van achtenvijftig vlammende, bloeddrinkende toornige godheden (Heruka’s). Eigenlijk zijn dit de voorheen vredige godheden, maar ze zien er nu heel anders uit en herkennen wordt moeilijker. Bevangen door enorme angst, schrik en paniek verlies je alle controle over je geest en voel je je zwak en duizelig. Toch ziet het altijd optimistische Bardo Thödol nog mogelijkheden. De overweldigende angst kan hier juist een voordeel zijn! Je geest heeft geen gelegenheid om afgeleid te raken en is gedwongen om zich eenpuntig te concentreren. Bevrijding is gemakkelijk als je het heldere licht een beetje kunt herkennen.


Hier wordt in de tekst van het Bardo Thödol een soort pauze ingelast om tantra te promoten, en dit een beetje snerend af te zetten tegen de beoefenaars van meer mainstream boeddhisme. Want die zullen, aanbeland op dit punt in de bardo, grote fouten maken. Zelfs leraren, meesters en grote wijsgeren zullen het heldere licht niet herkennen, laat staan gewone mensen. Al heb je een oceaan aan kennis, allemaal nutteloos! Hier komt het aan op de juiste instructies (het Bardo Thödol bijvoorbeeld). En anders zul je verder dwalen in het cyclische bestaan (samsara). Je zult angstig wegvluchten en in een lagere bestaanswereld terechtkomen, met alle onbeschrijfelijke narigheid van dien.

Zo niet de beoefenaar van tantra, die heeft hier een enorme voorsprong. Zelfs de allerminste kent de afbeeldingen van de toornige godheden, hij heeft ze namelijk al gevisualiseerd en eerbied betoond in de mensenwereld. Daardoor zal hij de groep Heruka’s die hier verschijnt onmiddellijk herkennen als zijn yidams (archetypische boeddhavormen). Het is alsof hij oude vrienden ontmoet, hij zal hen volledig vertrouwen en niet-dualistisch met ze samensmelten en zo een boeddha worden.

Maar die wijsgeren en leraren met al hun inspanning en regeltjes kunnen dit wel vergeten. Toen zij nog in leven waren, hadden ze kritiek op de tantra’s en wilden ze niets weten van de tantrische boeddhavormen. En nu in de bardo zien ze ineens iets wat ze nooit eerder gezien hebben. Ze zullen denken dat het vijanden zijn, afkeer voelen en daardoor in een ellendige bestaanswereld vallen. Terwijl zelfs de allerlaagste tantrische beoefenaar op dit punt bevrijding zal bereiken. Misschien was hij ooit lomp en grof en snapte hij helemaal niets van de tantrische leer, het gaat erom dat hij vertrouwen heeft. Vertrouwen in de tantra’s, en totaal géén twijfel of wantrouwen. En de gemiddelde tantrische beoefenaar (en hoger) is zelfs nog beter af. Die hoeft niet eens door de bardo van dharmata te dwalen. Zodra z’n ademhaling stopt zullen de vidyadhara’s, krijgers en dakini’s hem uitnodigen tot het Zuivere Rijk van Ruimte.

De ‘grote mediterenden’ zullen het heldere licht op het moment van sterven herkennen en de dharmakaya bereiken. Zij hebben de “Grote bevrijding door horen” (het Bardo Thödol) helemaal niet nodig. En met herkenning tijdens de bardo van dharmata zullen ze de sambhogakaya bereiken, en als ze herkennen tijdens de bardo van wording zullen zij de nirmanakaya bereiken. Daar zullen ze, met het oog op een herkansing, herboren worden in betere omstandigheden, waarin ze met deze leer in aanraking zullen komen.

En hopelijk zullen zij dan het Bardo Thödol goed bestuderen en inprenten! Want deze Grote bevrijding door horen is de meest perfecte instant-leer die er is! Het is een leer die verlichting brengt zonder meditatie, een leer die bevrijdt door slechts gehoord te worden, bevrijding door alleen maar een eerste begrip. Het is het onderricht dat grote zondaars over het geheime pad leidt, het onderricht dat onmiddellijk verschil maakt. Daarom hebben deze wijsgeren en meesters en alle gewone mensen (en alle volgelingen van tantra die hun beoefening hebben verwaarloosd) geen betere methode dan deze Grote bevrijding door horen.


Bronnen:
Francesca Fremantle en Chögyam Trungpa
Het Tibetaans Dodenboek
Servire, 1991

Robert A.F. Thurman
Het Tibetaanse Dodenboek
Altamira-Becht,  2006

Ilse Dorren
Tocht door twee werelden; Gids voor het Tibetaanse Dodenboek
Mirananda, 1985

dinsdag 19 november 2019

Het hemels magazijn

Schrijver Maarten ’t Hart (1944) werd in Maassluis geboren als oudste zoon van gereformeerde ouders. Zijn vader (toen nog tuinder, later grafmaker) was lid van de gereformeerd synodale mannenvereniging Schrift en Belijdenis. Eenmaal per twee weken kwamen de leden bijeen in een zaaltje in Maassluis. Voor de pauze hield dan een der broeders een ‘inleiding’ over een bijbels onderwerp, en na de pauze werd deze inleiding besproken en was er gelegenheid om vragen te stellen. Vader ’t Hart kwam ongeveer eenmaal per jaar aan de beurt. Soms had hij er wat moeite mee en kreeg dan een spreekbeurt toegeschoven van zijn zwager Piet, die ouderling in Leiderdorp was. Dat verhaal werd vervolgens uit het hoofd geleerd.

Dat was ook het geval met ‘Het hemels magazijn’, waarin een interessant probleem werd aangesneden. In de evangeliën wordt verteld hoe Christus, die naakt aan het kruis hing, na zijn dood ‘in fijn lijnwaad’ wordt gewikkeld en daarna in een nieuw graf wordt gelegd. Toen Jezus opstond uit de dood, en die linnen doeken van zich afschoof, had hij dus geen kleren aan. Oom Piet wees er in zijn inleiding op dat er in theologische verhandelingen nooit duidelijk wordt gemaakt hoe Christus aan zijn kleren gekomen was. Want dat hij naakt uit het graf verrezen zou zijn en zo verschenen, was uiteraard geen optie. Maar waar haalde hij dan passende kleding vandaan? Volgens oom Piet had een engel een greep gedaan in een ‘hemels magazijn’, en voorafgaand aan de opstanding onopvallend een stapeltje kleren aan Jezus’ hoofdeinde gelegd.

Hoewel vader ’t Hart dat een aannemelijke oplossing vond, kwam hij toch nog met een interessante toevoeging. Volgens hem was het niet ondenkbaar dat de naakte Jezus, eventueel met zo’n linnen doek omgeslagen, in alle vroegte naar het baarhuisje (mortuarium) was gesneld, dat immers op elk kerkhof aanwezig is, dus ook daar. Daar had hij zich in de kleren van de grafmaker gestoken. In het baarhuisje van de begraafplaats waar ’t Harts vader werkte, hing namelijk altijd in een kast een extra manchesterbroek en een extra werkoverhemd. En zo is het gelijk ook beter te begrijpen waarom Maria van Magdala Jezus niet herkent als zij hem ziet. Zij meent dat het de hovenier (oftewel de grafmaker) was.

Na een verhitte discussie onder de mannenbroeders bleek dat de ‘hemels magazijn’-theorie meer aanhangers had dan de ‘hovenier’-theorie. Voornamelijk op grond van het feit dat er ook engelen bij het lege graf waren gesignaleerd.




Bron:
Maarten ’t Hart
Wie God verlaat heeft niets te vrezen
De Arbeiderspers, 1997

dinsdag 12 november 2019

Twee gedachten bij dag 7

De bardo is bepaald geen prikkelarme zone, maar wat de dolende dode op de zevende dag (in de bardo van dharmata) moet meemaken slaat alles, tot nu toe tenminste. Het gaf me veel stof tot nadenken.

I
Het mag inmiddels duidelijk zijn dat het in de bardo draait om inzicht, en niet om het pakket kennis wat iemand meetorst. De mensen die de situatie herkend hebben zijn allang bevrijd of een boeddha (in sambhogakaya) geworden.

Interessant dus om te zien hoe op deze zevende dag ineens alles op alles wordt gezet om de overledene te herinneren aan de leer. Althans, dat is dan mijn interpretatie. Niets is te dol en geen middel is te grof om dit te bereiken. Er verschijnen een soort hemelse schriftgeleerden en een leger dharmakrijgers, en er klinken dreunende mantra’s. Alles lijkt er op gericht om de “eenvoudige” overledene eens flink op te schudden en te herinneren aan belangrijke teksten waar hij misschien ooit kennis van genomen heeft (waarschijnlijk zonder het te snappen).

Opvallend is dat de dode in dit stadium niet zozeer gestimuleerd wordt om zijn eventuele kennis van de leer in praktijk te brengen als wel om er op te vertrouwen, vertrouwen dat het werkt en dat het goed komt. Begrijpen hoeft niet eens. Vertrouwen, geloven en bidden. Hopelijk gevolgd door mededogen, van vidyadhara’s die je met hun reddinghaken een hemel intrekken, want een boeddhaschap zit er kennelijk niet meer in. Hoewel, helemaal uitgesloten is dat nog niet, want zelfs hierna geeft het Bardo Thödol nog instructies om de éénheid te herkennen.


II
Alles is energie. Als de overledene het heldere licht en het secundaire heldere licht niet herkend heeft, zal deze absolute energie van helderheid in de bardo van dharmata als het ware uiteenvallen tot verschillende vormen van afgezwakte energie. De dualiteit doet haar intrede. Alle overledenen, ongeacht hun religieuze en culturele achtergrond, zullen te maken krijgen met de heftige manifestaties van energie in de bardo. Een vloeiende, vibrerende wereld van geluid, licht en kleur. Wat een verwarring zal dat geven!

In het Bardo Thödol wordt op deze verschijnselen handig allerlei Tibetaans boeddhistische etiketten geplakt. Goden, boeddha’s, mandala’s, wijsheden enzovoort. Heel praktisch! Dat maakt de visioenen vertrouwd en biedt tegelijk een geweldige geheugensteun en opstap naar herkenning, inzicht en hopelijk bevrijding voor de beoefenaar.

Trilling is ook energie. Zo moet de angstige overledene op dag zeven bijvoorbeeld een donderend gedreun aanhoren, in het Bardo Thödol omschreven als “een intens geluid van toornige mantra’s”. Geweldige vondst!

dinsdag 5 november 2019

Bardo van dharmata, zevende dag [2]

In het eerste deel van de zevende dag in de bardo van dharmata verschijnen vijf goddelijke leraren (vidyadhara’s) vergezeld van hun dakini-partners, om de overledene te begeleiden. Ze zien er nogal woest uit, met hun schedelkom en sikkelmes, maar dat is niets vergeleken met de angstaanjagende menigte strijders (“verdedigers van de leer”) die hier ook komt opdagen. Hun kabaal is verschrikkelijk.

Dan nu het tweede deel. Vanuit het hart van de vijf vidyadhara’s komt, als in elkaar gedraaide kleurige draden, helderstralend en schitterend, het vijfkleurige licht van de wijsheden en doorboort je hart. Het licht is energiek priemend en angstaanjagend, je ogen kunnen het niet verdragen. Vanuit het licht komen alle spontane geluiden van de dharma (leer), die klinken als het gedreun van duizend donderslagen. Het rolt en dondert, er klinken oorlogskreten en een intens geluid van toornige mantra’s.

Daarom wil je wegvluchten naar het (door onwetendheid gecreëerde) aantrekkelijke zachte groene licht van het dierenrijk. Dat daagt nu namelijk ook. Trap daar niet in! Juist nu moet je niet bang zijn! Herken het als het spel van je eigen geest, je eigen projecties. Je moet je niet aangetrokken voelen tot dat prettige licht van de dierenwereld, want dan zul je vallen en in deze door onwetendheid gedomineerde bestaanswereld terechtkomen. Je zult er de oneindige ellende van domheid, verdoving en slavernij ondergaan, zonder ook maar enige kans op ontsnapping. Verlang dus naar het heldere schitterende licht van de vijf kleuren en heb daar vertrouwen in. Concentreer je op de vidyadhara’s en bedenk je dat deze goddelijke leraren met hun helden en engelen speciaal zijn gekomen om jou uit te nodigen en te escorteren naar het Zuivere Rijk van Ruimte (de volmaakte hemel van de engelen).


Wees nederig, en maak ze attent op je betreurenswaardige staat. Je hebt geen verdiensten of wijsheid verzameld en je hebt er tot nu toe niets van gebakken in de bardo, terwijl de lichtstralen van de vijf boeddha-families zich toch keer op keer naar je uitgestrekt hebben. Wee jij! En zouden de Gezegende Vidyadhara’s je misschien alstublieft willen helpen? Je niet dieper laten afdwalen dan hier? Je omhoogtrekken met hun reddingshaak van mededogen, maar het Zuivere Rijk van Ruimte? Alstublieft? Zeg daarna de inspiratiebede uit het Bardo Thödol op. En doe het vooral vol krachtig vertrouwen, dan zul je oplossen in het regenbooglicht in het hart van de goddelijke vidyadhara’s en geboren worden in het Zuivere Rijk van Ruimte. Zeker weten! Met deze uitleg zullen alle overledenen, van welk niveau ook, tot herkenning komen en bevrijd worden! Zelfs diegenen met slechte onbewuste neigingen, voegt het Bardo Thödol hier nog bemoedigend aan toe.

En anders? Dan staat er de minder succesvolle overledene van alles te wachten. Dit was de laatste dag van “de vredige bardo van dharmata” en naarmate je verder in de bardo afdaalt wordt het verblijf in de wereld van de dood steeds angstaanjagender, en ga je uiteindelijk verlangen naar de nepveiligheid van een nieuwe geboorte.

Gerelateerde blogpost: HIER.



Bronnen:
Francesca Fremantle en Chögyam Trungpa
Het Tibetaans Dodenboek
Servire, 1991

Robert A.F. Thurman
Het Tibetaanse Dodenboek
Altamira-Becht,  2006

Ilse Dorren
Tocht door twee werelden; Gids voor het Tibetaanse Dodenboek
Mirananda, 1985