zaterdag 27 juli 2019

De zes bestaanswerelden

Geboorte en dood zijn geen eenmalige gebeurtenissen in een mensenleven, ze vinden voortdurend plaats. Elk ogenblik sterft er iets in ons en wordt er iets opnieuw geboren. Deze wereld van geboorte en dood (samsara) is de kringloop van bestaan waarin (door ons karma) de dingen lijken zoals zij zich aan ons voordoen en waarin we ons van het ene emotioneel gekleurde ervaringsniveau naar het andere bewegen.

Boeddhisten onderscheiden zes van deze ervaringsniveaus. De zes rijken, of niveaus van wedergeboorte: dat van de goden, halfgoden, mensen, dieren, hongerige geesten of de hel. Zes mogelijke bestaanswerelden waarin lijden de fundamentele, centrale ervaring van het hele leven is. Niet letterlijk een plek of oord, maar een psychologisch rijk, een bewustzijnstoestand. Wij bevinden ons afwisselend in een van die rijken. In wezen zijn wij een ononderbroken opeenvolging van bewustzijnstoestanden, geboorte en dood zijn hierin besloten. Het Bardo Thödol probeert dit aan ons duidelijk te maken.

Als de overledene het heldere licht en het secundaire heldere licht niet herkend heeft, zal deze absolute energie van helderheid in de bardo van dharmata als het ware uiteenvallen tot verschillende vormen van afgezwakte energie. De dualiteit doet haar intrede. Een of andere fundamentele neiging om iets vast te grijpen (die we gedurende ons leven hebben opgebouwd) begint zich in deze staat van helderheid te ontwikkelen. Daaruit ontstaat al naar gelang de intensiteit ervan, de ervaring van de zes rijken van de wereld. Deze spanning of gespannenheid kan niet alleen uit zichzelf werkzaam zijn, energie is de gangmaker. Er wordt energie verbruikt om te kunnen grijpen.

Negatieve emoties komen op en beginnen zich te verharden tot de verschillende (foutieve) waarnemingen die samen de illusoire bestaanswerelden (samsara) blijven creëren, die ons gevangen houden in de kringloop van geboorte en dood. Tijdens deze visionaire ervaringen verschijnt elk van deze zes rijken samen met zijn tegenhanger (een van de dhyani-boeddha’s), die de overledene dan de mogelijkheid biedt om die speciale dwangvoorstelling los te laten en op te houden met zich vast te klampen aan een vals veiligheidsgevoel, maar juist op te lossen in de overeenkomstige manifestatie van wijsheid.

Helaas zal de geest zich hier waarschijnlijk terugtrekken, overweldigd door de dynamische schittering van wijsheid. We worden dan instinctief naar de zwakke lichten van de zes bestaanswerelden toegetrokken. Deze aangename lichten (de uitnodiging van onze gewoontepatronen) lokken ons in een wedergeboorte die bepaald wordt door de specifieke negatieve emotie die ons karma en onze bewustzijnsstroom domineert.



Bronnen:
Francesca Fremantle en Chögyam Trungpa
Het Tibetaans Dodenboek
Servire, 1991

Robert A.F. Thurman
Het Tibetaanse Dodenboek
Altamira-Becht,  2006

Sogyal Rinpoche
Het Tibetaanse boek van leven en sterven
Servire, 1996, vijfde druk

Erik Bruijn
Leven en dood in zen
Prana 135, 2003