Boeddhisten
onderscheiden zes van deze ervaringsniveaus. De zes rijken, of niveaus van
wedergeboorte: dat van de goden, halfgoden, mensen, dieren, hongerige geesten
of de hel. Zes mogelijke bestaanswerelden waarin lijden de fundamentele,
centrale ervaring van het hele leven is. Niet letterlijk een plek of oord, maar
een psychologisch rijk, een bewustzijnstoestand. Wij bevinden ons afwisselend
in een van die rijken. In wezen zijn wij een ononderbroken opeenvolging van
bewustzijnstoestanden, geboorte en dood zijn hierin besloten. Het Bardo Thödol
probeert dit aan ons duidelijk te maken.
Als de
overledene het heldere licht en het secundaire heldere licht niet herkend
heeft, zal deze absolute energie van helderheid in de bardo van dharmata als
het ware uiteenvallen tot verschillende vormen van afgezwakte energie. De
dualiteit doet haar intrede. Een of andere fundamentele neiging om iets vast te
grijpen (die we gedurende ons leven hebben opgebouwd) begint zich in deze staat
van helderheid te ontwikkelen. Daaruit ontstaat al naar gelang de intensiteit
ervan, de ervaring van de zes rijken van de wereld. Deze spanning of
gespannenheid kan niet alleen uit zichzelf werkzaam zijn, energie is de
gangmaker. Er wordt energie verbruikt om te kunnen grijpen.
Negatieve
emoties komen op en beginnen zich te verharden tot de verschillende (foutieve)
waarnemingen die samen de illusoire bestaanswerelden (samsara) blijven creëren,
die ons gevangen houden in de kringloop van geboorte en dood. Tijdens deze
visionaire ervaringen verschijnt elk van deze zes rijken samen met zijn
tegenhanger (een van de dhyani-boeddha’s), die de overledene dan de
mogelijkheid biedt om die speciale dwangvoorstelling los te laten en op te
houden met zich vast te klampen aan een vals veiligheidsgevoel, maar juist op
te lossen in de overeenkomstige manifestatie van wijsheid.
Helaas
zal de geest zich hier waarschijnlijk terugtrekken, overweldigd door de
dynamische schittering van wijsheid. We worden dan instinctief naar de zwakke
lichten van de zes bestaanswerelden toegetrokken. Deze aangename lichten (de
uitnodiging van onze gewoontepatronen) lokken ons in een wedergeboorte die
bepaald wordt door de specifieke negatieve emotie die ons karma en onze
bewustzijnsstroom domineert.
Bronnen:
Francesca Fremantle en Chögyam Trungpa
Het Tibetaans Dodenboek
Servire, 1991
Francesca Fremantle en Chögyam Trungpa
Het Tibetaans Dodenboek
Servire, 1991
Robert
A.F. Thurman
Het Tibetaanse Dodenboek
Altamira-Becht, 2006
Het Tibetaanse Dodenboek
Altamira-Becht, 2006
Sogyal
Rinpoche
Het Tibetaanse boek van leven en sterven
Het Tibetaanse boek van leven en sterven
Servire, 1996, vijfde druk
Erik Bruijn
Erik Bruijn
Leven en
dood in zen
Prana 135, 2003
Prana 135, 2003