maandag 16 augustus 2021

Astraal reizen met Robert Monroe

De Amerikaanse zakenman Robert A. Monroe (1915-1995) had een speciaal paranormaal talent: hij kon naar believen zijn lichaam tijdelijk verlaten, en bewust door verschillende aardse en astrale dimensies reizen. Als pionier op het gebied van astrale projecties schreef hij daar drie boeken over. 
 
De eerste uittreding* was Monroe spontaan overkomen, maar later ontwikkelde hij bepaalde technieken om deze ervaringen, die ook wel op lucide dromen lijken, bewust op te wekken. Met zijn niet fysieke, astraal lichaam verplaatst Monroe zich dan in de astrale wereld. Hijzelf spreekt liever over een tweede lichaam** en een tweede staat. Astraal vindt hij een vaag begrip, meer iets voor occult gedoe en bijgelovige dwaasheden uit een ver verleden.
 
 
In zijn eerste boek (1971) beschrijft Robert Monroe de drie omgevingen die, naar zijn mening, in deze tweede staat schijnen te bestaan. Omgeving I komt hem daarbij het meest geloofwaardig voor. Het is een soort hier en nu, zonder vreemde gebeurtenissen, wezens of plaatsen. Een wereld die wij kennen via onze zintuigen, met mensen en plaatsen die ook feitelijk bestaan in de stoffelijke wereld. Omgeving III is een merkwaardige wereld, bíjna identiek aan de onze, maar met een rare, onbegrijpelijke twist.

Omgeving II lijkt veel op het traditionele gene zijde, waar mensen naar toe gaan wanneer ze sterven. Er zijn allerlei wezens met wie je in contact kunt treden, en Monroe ontmoet er soms personen die overleden zijn. Hij beschrijft parkachtige landschappen, waar nieuw aangekomen doden worden opgewacht door vrienden. Sommige overledenen creëren allerlei aardse voorwerpen, waar ze kennelijk aan gehecht zijn, om hun nieuwe omgeving op te leuken. Dat kan gemakkelijk, want gedachten vormen hier de bron van bestaan. Zij veroorzaken energie, leven, figuren. Je bent zoals je denkt, en voorzien van een zeer soepel en rekbaar tweede lichaam, dat elke vorm kan aannemen die je maar wil. Het doet sterk denken aan de bardo van wording, zoals beschreven in het Bardo Thödol. Monroe vermoedt dat het wezenlijke zelf (de ziel) in omgeving II “slechts een georganiseerde werveling of verdraaiing vormt van het basismateriaal”.

In deze sfeer is het constant opletten geblazen. Elke hardnekkige emotie, of zelfs een kleine terloopse gedachte op een verkeerd moment, buigt je reis af in een daarmee samenhangende richting. Je constante drijfveren, gevoelens en verlangens, hebben je bestemming volledig vastgelegd (karma!). En, net als in de bardo, is angst hier een terugkerend motief. Angst voor het onbekende, voor vreemde (niet-stoffelijke) wezens, voor de dood, voor God, voor het overtreden van regels, voor pijn. Je wordt voortdurend opgejaagd door je diepste verlangens en meest panische angsten. Emoties die in de stoffelijke wereld zorgvuldig onderdrukt worden, razen hier onverhuld op volle kracht. Het is overdonderend. En alles ook nog open en bloot, zichtbaar voor ‘de anderen’. Hier geen afgeschermd innerlijk ik, of verhulling in de vorm van aanpassing of remmingen. Geen geheimen, maar transparantie.

Uiteindelijk kan de overledene toch weer verder. Er zijn ontelbare mogelijkheden in omgeving II, maar het is dan wel ‘soort zoekt soort’ (net als in de bardo). Ben je een zeer slecht mens, dan beland je in een sector met gelijkgezinden. Er zijn talloze denkbare variaties, de onmetelijkheid en dimensies van omgeving II gaan ons voorstellingsvermogen te boven. Wat hemel en hel genoemd wordt, is maar een onderdeel van deze uitgestrektheid. Daarover meer in een volgende blogpost.
 

 * Er bestaat (nog) geen algemeen aanvaard wetenschappelijk bewijs dat uittredingen ook daadwerkelijk plaatsvinden.

**Monroe vermeldt het bestaan van een koord, dat de verbinding van het stoffelijke met het tweede lichaam onderhoudt. Het wordt vaak genoemd bij bijna-doodervaringen en in de esoterische literatuur

 

Voornaamste bron: 
Robert A. Monroe 
Uittredingen; Experimenten buiten het lichaam 
Ankh-Hermes 1978, derde druk