zaterdag 1 augustus 2020

Bardo van wording: geestenwereld

In de bardo van wording beschikt de overledene over een mentaal lichaam. In de vorige blogpost lees je hoe het Bardo Thödol dit aan hem uitlegt met behulp van een citaat uit de tantra. De laatste regel hiervan,  Aanschouwd door de zuivere ogen van goden [van dezelfde aard], betekent dat wezens van dezelfde soort elkaar kunnen zien in deze tussenstaat.

Maar dat niet alleen. Ze kunnen ook worden waargenomen door yogi’s en goden, die helderziende vermogens hebben ontwikkeld. Er is dan wel een voorbehoud. Zij kunnen de wezens alleen zien als ze dat willen of wanneer ze van hun meditatie worden afgeleid. Want anders kunnen ze wel aan de gang blijven, legt Robert Thurman uit. Eindeloze aantallen van alle soorten wezens sterven immers voortdurend, en doorkruisen de bardo. Voor helderzienden zijn ze overal om zich heen duidelijk zichtbaar. Het maakt niet uit of hun vermogens ontwikkeld zijn, of aangeboren.

De beschrijvingen van de wezens die in de bardo ronddolen lijken erg veel op wat in veel culturen geesten genoemd worden. Met hun subtiele lichamen kunnen ze moeiteloos solide objecten binnendringen of met andere dingen tegelijk in dezelfde grove ruimte samen zijn. En ook de voortdurende grijze nevel waarin de bardo van wording gehuld is, sluit aan op de traditionele verbeelding van het hiernamaals met nevel en mist. Het is “grijs als het licht van morgenschemering in het najaar, niet dag en niet nacht”.

Wat een naargeestige toestand! En dat wonderlichaam is ook niet alles. Je ziet je huis en andere bekende plaatsen. En ook je familieleden en geliefden alsof je ze in een droom ontmoet. Je praat tegen ze, maar krijgt geen antwoord. Ze huilen. En je beseft: ik ben dood! Wat moet ik doen? Je zegt tegen de rouwende mensen: ik ben hier, treur maar niet. Maar ze horen je niet. Je zult enorm lijden, “als de pijn van een vis die door gloeiend zand rolt”. Maar geef je niet over aan het verdriet! Jezelf nog meer kwellen helpt niet. Wees niet gehecht aan je geliefden, dat heeft geen enkel nut. Roep je leraar aan, als je die hebt. Of anders Avalokiteshvara. Lijd niet en wees niet bang.

Een intens treurige passage in het Bardo Thödol. Wat een eenzaamheid. Maar dat is natuurlijk erg dualistisch gedacht van mij. Ilse Dorren ziet het wat ruimer: wie er zich bewust van zou worden dat alles illusie is, zou inzien dat zijn diepste wezen en dat van zijn nabestaanden één zijn. Zo bekeken bestaat er geen dood of scheiding.

Het lijden in de bardo van wording duurt meestal eenentwintig dagen, maar vanwege de invloed van karma is dat niet altijd zeker. Deze bardo kan één tot zeven weken duren, tot wel negenenveertig dagen dus. Maar dat is ook precies het aantal dagen (49) dat de totale tussenstaat volgens de traditie zou duren. En als je 21 dagen bardo van wording optelt bij 12 dagen bardo van dharmata en de 4 en een halve dag* ‘bewusteloosheid’ in de bardo van het ogenblik voor de dood, kom je op een totaal van 37 en een halve dag. Opnieuw lijkt de genoemde tijdsuur wat vaag en niet consequent. Misschien is de aardse kloktijd niet geschikt om de ervaring van de bardo nauwkeurig aan te geven.


*door ontwikkelde beoefenaars onbeperkt te verlengen.



Bronnen:
Francesca Fremantle en Chögyam Trungpa
Het Tibetaans Dodenboek
Servire, 1991

Robert A.F. Thurman
Het Tibetaanse Dodenboek
Altamira-Becht,  2006

Ilse Dorren
Tocht door twee werelden; Gids voor het Tibetaanse Dodenboek      
Mirananda, 1985