De hemel
van... Robert A. Monroe
(De
hemel van... Afl.17)
De
Amerikaanse zakenman Robert A. Monroe (1915-1995) schreef drie boeken over zijn
reizen in de astrale wereld. Hij kon zich gemakkelijk en vaak in deze tweede
staat verplaatsen, nadat hij (naar eigen zeggen) een speciale techniek had
ontwikkeld waarmee hij uit zijn stoffelijk lichaam kon treden.
Volgens
Monroe zou de tweede staat uit drie omgevingen bestaan. Omgeving ‘twee’ lijkt
een hiernamaals te zijn, waar overledenen zich (soort bij soort) ophouden in een onvoorstelbare
uitgestrektheid. Er zijn ontelbare variaties en wat hemel en hel genoemd wordt,
is daar maar een onderdeel van. Het gedeelte van omgeving twee dat het dichtst
bij het hier en nu ligt (en er nauw mee verbonden schijnt te zijn), is een
duister en naargeestig gebied. Monroe beschrijft het als “een grijs-zwarte
hongerige oceaan, waar de geringste beweging knabbelende en kwellende wezens
aantrekt”. Hij vraagt zich af: zijn dit
de poorten van de hel? En wie of wat zijn die wezens? In een eerdere blogpost
zagen we dat antroposoof Rudolf Steiner de hel (de begeertegloed) ook in de
eerste sfeer van de astrale wereld plaatst.
Robert
Monroe lijkt mij niet bijzonder godsdienstig aangelegd, maar via zijn
katholieke echtgenote kent hij wel wat gebeden en heiligen. Die worden soms te
hulp geroepen, als hij weer eens in een penibele situatie in de astrale wereld
is beland. In zijn eerste boek (1971) geeft hij aan dat hij na twaalf jaar
buitenlichamelijke ervaringen nog geen bewijzen heeft gevonden voor het bestaan
van een god, of een leven na de dood in een ‘bijbelse’ hemel. Maar er is wel
een plek, waarvan hij zeker weet dat het een deel vormt van de hemel zoals
godsdiensten die presenteren. Hij is er drie keer geweest. Woorden schieten hem
tekort om deze plaats zelfs maar bij benadering te beschrijven. Toch doet hij
een poging met een verslag waar de gelukzaligheid vanaf spat. Net als in het
Bardo Thödol en het Devachan is er sprake van muziek, kleuren en geluiden, en
worden er kosmische geheimen onthuld.
Monroe:
Het is alsof je in een warme, zachte wolk drijft, zonder boven of beneden, waar
niets bestaat als afzonderlijk stukje materie. De warmte omgeeft je niet
alleen, ze is van jou, ze doorspoelt je. De wolk wordt geraakt door
lichtstralen met vormen en kleuren die voortdurend veranderen, en terwijl je
erin baadt voelt elk daarvan goed aan, met ieder een eigen kalmerend gevoel van
geluk. Het is alsof de wolken rond een eeuwigdurende, lichtende zonsondergang
hangen, waarvan jij tegelijk deel uitmaakt, meeveranderend met het patroon van
levende kleuren. Je reageert op de eeuwigheid van de kleuren blauw, geel,
groen, rood en al hun nuances en het samenspel van deze tinten, en neemt ze in
je op. Ze komen je allemaal bekend voor. Hier hoor jij Thuis.
Terwijl
je langzaam en moeiteloos door de wolk zweeft, ben je geheel omgeven door
muziek. Harmonieën, tere en dynamische melodieuze passages, veelstemmige
contrapunt, aangrijpende boventonen roepen diepe, onsamenhangende gevoelens in
je op. Hele koren van menselijk klinkende stemmen weergalmen in een lied zonder
woorden. Oneindige patronen van muziek als van snaarinstrumenten worden in alle
nuances van subtiele harmonie vervlochten tot regelmatig terugkerende maar zich
toch ontwikkelende thema’s. Het komt niet uit een bepaalde bron, maar is overal
om je heen. En jij bent er één mee, jij resoneert mee.
Het is
de waarheid in haar zuiverste gedaante, misschien heb je er vroeger ooit een
glimp van opgevangen, tijdens een schoonheidservaring in de natuur. En het
belangrijkst van alles: je bent niet alleen. Je bent verweven met naamloze
anderen die net als jij zijn, en waarmee je een totale vanzelfsprekende liefde
voelt. Je bent één met het geheel, maar toch een afzonderlijk deel, je bewust
van de bron van je gehele bestaan, van
een onmetelijkheid die het voorstellingsvermogen te boven gaat. Je bent in
volmaakt evenwicht: mannelijk-vrouwelijk, positief-negatief, ouder-kind. Je
bent het, als deel van het geheel, allemaal. Je kent het bestaan van de Vader,
de Schepper. Jij bent een van zijn talloze schepsels, je weet niet hoe en
waarom, maar dat is van geen belang. Je bent gelukkig omdat je hier Thuis bent.
Toch kwam Monroe telkens weer terug in zijn lichaam, met zware tegenzin en niet uit zichzelf. Nog dagenlang geplaagd door heimwee en gevoelens van eenzaamheid.
Bron:
Robert
A. Monroe
Uittredingen;
Experimenten buiten het lichaam
Ankh-Hermes
1978, derde druk