De vertalers Lama Kazi Dawa-Samdup en W.Y. Evans-Wentz. |
Dit eeuwenoude “boek” is in 1927 voor het eerst vanuit het Tibetaans in het Engels vertaald onder verantwoording van de Amerikaanse geleerde W.Y. Evans-Wentz (1878-1965). Als theosoof probeerde hij verbinding te leggen tussen allerlei oude mysterieën, religies en tradities, en in dit geval dacht hij samenhang te zien met Het Egyptische Dodenboek.
Helaas, drie keer fout op een rij. De naam Het Egyptische Dodenboek werd ooit verkeerd bedacht door vertaler E.A. Wallis Budge in navolging van het Arabische boek van de Gestorvenen, waarvan de titel eveneens weinig overeenkomst vertoont met de oorspronkelijke naam: Tevoorschijn komen in de dag. (*)
Op dit
blog geef ik, waar mogelijk, de voorkeur aan Bardo Thödol.
‘Bardo’
betekent in het Tibetaans ‘overgang’ of de opening tussen de voleinding van de
ene situatie en het begin van een nieuwe. Bar
betekent ‘tussen’ en do betekent
‘hangende’. (*) Met “de”
bardo wordt meestal de tussenstaat bedoeld waarin de overledene zich bevindt vanaf
het moment van sterven tot aan zijn volgende incarnatie (in feite zijn er meerdere bardo's).
Het Bardo Thödol wordt tijdens het stervensproces en erna voorgelezen door een
meester of spirituele vriend om de (bijna)overledene aanwijzingen en adviezen geven op zijn schokkende reis door de bardo's. Bij wijze van herinnering, want het is de bedoeling om bij leven al met de teksten en de leer ervan vertrouwd te raken.
(*) Bron: Sogyal
Rinpoche
Het Tibetaanse boek van leven en sterven
Servire 1996, vijfde druk