zaterdag 26 september 2020

Bardo van wording: hulp (2)

De slotfase van de bardo van wording lijkt wel een omgekeerde doodsstrijd. Waar een stervende elke strohalm zal pakken om toch maar in leven te blijven, moet de overledene hier juist alles op alles zetten om, met behulp van de instructies uit het Bardo Thödol, een wedergeboorte te voorkomen.

Aan de meeste doden zal deze worsteling totaal voorbij gaan. Zij zijn onwetend, hebben geen diepgaande meditatie-ervaringen en kennen het Bardo Thödol niet. Onbewust van het heldere licht en de bardo van dharmata, worden ze pas ‘wakker’ in de bardo van wording, de min of meer traditionele geestenwereld. Door hun karmische verlangens en onwetendheid zijn ze maar wat blij met een reïncarnatie, al betekent dat opnieuw een nieuwe ronde van lijden in samsara. Welk van de zes bestaanwerelden gaat het dit keer worden? Hopelijk nog maar eens aanmodderen in de mensenwereld.

Nee, dan kun je beter het verblijf in de bardo van wording nog wat proberen te rekken. Het is absoluut geen fijne plek, maar biedt kansen voor wie de situatie herkent, en de teksten van het Bardo Thödol begrijpt en daarnaar handelt. De bardo is een tussenruimte, een opening waarin heel veel mogelijk is. De overledene heeft er een mentaal lichaam en beschikt over bijzondere geestelijke krachten. Wat op aarde bijna onbereikbaar zal zijn, zou hier eventueel kunnen. Misschien kan hij toch nog verlichting bereiken. Of op z’n minst zijn positie verbeteren.


De overledene raakt er wel steeds meer verstrikt in de wereld van tweeheid, dat is een kenmerk van de bardo van wording. Een nadeel, maar in die sfeer zijn er dus ook krachten (buiten ‘jezelf’) die kunnen helpen. Smeek de boeddha’s en boddhisattva’s om hulp, herhaal de toevluchtsgelofte (de drie juwelen), herinner je leraar en bid tot Avalokiteshvara en je yidam. Zeg de inspiratiebede uit het Bardo Thödol, en doe dit met intense wilskracht. Dat werkt heel goed, maar je moet wel volledig achter de tekst staan natuurlijk, dat is heel belangrijk!

De genade kan zomaar toeslaan. Niet als verlossing door verdienste, maar als gratis gift. Geen genade van buiten ons, maar uit onszelf. Wij zijn de eenheid, wij zijn het kanaal. De genade, het grote bewustzijn, stroomt daar vanzelf doorheen.

De overledene moet wel enig initiatief tonen en vooral niet afwachten in (onbewust) vertrouwen dat de verlichte wezens hem toch wel zullen redden. Juist hier waarschuwt de tekst van het Bardo Thödol om voorzichtig te zijn en je niet langer te laten afleiden. Bij aanhoudende onwetendheid namelijk kan de band met de barmhartige wezens, ‘de draad van mededogen’, zomaar afgesneden worden. De dode gaat dan naar een plaats waar geen bevrijding bestaat.


Bronnen:
Francesca Fremantle en Chögyam Trungpa
Het Tibetaans Dodenboek
Servire, 1991

Robert A.F. Thurman
Het Tibetaanse Dodenboek
Altamira-Becht,  2006

Ilse Dorren
Tocht door twee werelden; Gids voor het Tibetaanse Dodenboek      
Mirananda, 1985

zaterdag 19 september 2020

Bardo van wording: hulp (1)

Na Yama’s oordeel lijkt het toch echt een verloren zaak voor de overledene in de bardo van wording. Door zijn karma gedreven, stormt hij nu letterlijk op een wedergeboorte af. Het immer optimistische Bardo Thödol blijft hem ‘diepzinnige’ instructies leveren, bijvoorbeeld hoe de toekomstige moederschoot geblokkeerd moet worden, of (in het uiterste geval) welke een juiste keuze is.

De (eenvoudige) overledene krijgt te maken met ingewikkelde vergevorderde oefeningen. Op mij als lezende leek komen veel van deze tips over als wanhopige bokkensprongen, hopend op een toevalstreffer. Het uitgangspunt is dan dat het bewustzijn in de bardo zodanig grillig kan reageren, dat een spontane verlichting niet uitgesloten is. De beperkte geestelijke verworvenheden van de dode zijn hier geen probleem. Zijn bewustzijn in de bardo is maar liefst negen keer intelligenter dan het gewone en grove aardse bewustzijn. Wat vroeger misschien terloops door hem is opgepikt, kan nu in volle diepte doorgrond worden.

Je kunt hem makkelijk beïnvloeden want hij heeft geen stoffelijk lichaam meer, en het bewustzijn in de bardo is voorzien van alle zintuigen (en vele extra’s). Hij kan de voorlezer dus horen. En hoever de overledene ook afgedwaald is, hij zal terugkeren. De voortdurende angst maakt hem enorm geconcentreerd. Als hij de tekst begrijpt zal dat zijn houding en waarneming volkomen veranderen, “als een katapult die een zware steen wegslingert”, en hem naar verlichting leiden. De achterblijvers moeten dus vooral doorgaan met het voorlezen van de Bardo Thödol teksten bij het lijk, telkens weer opnieuw, “totdat bloed en etter uit de neusgaten komt”. Intussen moet het lichaam ongemoeid gelaten worden! En op deze plek niet huilen, rouwen of jammeren, maar juist zoveel mogelijk positieve energie ontwikkelen.

De overledene heeft nu zoveel instructies gehad, dat (volgens het Bardo Thödol) zelfs de grootste sufferd toch zeker een keer bevrijd zal worden. Maar vanwege al het slechte karma blijft herkennen wel moeilijk, al zou het honderd keer uitgelegd  worden. Daarom is het zo ontzettend belangrijk dat de voorlezers blijven aandringen bij de overledene en hem aanmoedigen. Als het de ene keer niet lukt, dan toch zeker wel de andere.


Bronnen:
Francesca Fremantle en Chögyam Trungpa
Het Tibetaans Dodenboek
Servire, 1991

Robert A.F. Thurman
Het Tibetaanse Dodenboek
Altamira-Becht,  2006

Ilse Dorren
Tocht door twee werelden; Gids voor het Tibetaanse Dodenboek      
Mirananda, 1985