vrijdag 7 juni 2019

Sambhogakaya-boeddha

Op de eerste dag in de bardo van dharmata kan de overledene kiezen tussen het stralende blauwe licht van Vairochana en het zachte witte licht van de godenwereld. Het is het eerste keuzemoment in een reeks. Wordt er gekozen voor een van de dhyani-boeddha’s, of voor een van de zes bestaanswerelden?

Het is opvallend dat het te bereiken boeddhaschap (bij keuze 1) vanaf hier aan een beperking onderhevig is, namelijk dat het boeddhaschap in sambhogakaya je deel zal zijn. Dat is niet gering natuurlijk, maar toch niet meer de hoofdprijs van totale bevrijding.

De totale bevrijding, die wel zeker is als je op het moment van sterven, of onmiddellijk daarna, het heldere licht herkent en je daardoor ‘blijvende verbonden met het dharmakaya wordt’. Je gaat op in het heldere licht, wordt een met de absolute eenheid, met God (hier niet in de betekenis van een persoonlijk opperwezen).

Je krijgt nog een tweede kans op verlossing in dharmakaya, als je tenminste het secundaire heldere licht kunt doorschouwen. Maar daarna versnippert de energie en wordt opgedeeld in verschillende elementen. De dualiteit doet dan haar intrede.

De tweeheid is al volledig aanwezig in sambhogakaya, maar wel in een toestand van volmaakt evenwicht waarbij de tegendelen elkaar als het ware neutraliseren.
De overledene die volledig doorziet hoe de illusie tot stand komt, staat onherroepelijk op de drempel van nirvana. Hij komt tot verlichting, maar alles wat volgt speelt zich nog wel op een bepaalde plaats af.



Bron:
Ilse Dorren
Tocht door twee werelden; Gids voor het Tibetaanse Dodenboek      
Mirananda, 1985