De
blauwe Boeddha Vajrasattva-Akshobhya verschijnt vanuit het blauwe oostelijke boeddhagebied. In zijn hand een vijfpuntige vajra, hij zit op een
olifantentroon en omhelst zijn partner Boeddha Lochana. Twee mannelijke en twee
vrouwelijke bodhisattva’s vergezellen hem. Er straalt een intens wit licht (de
zuivere essentie van het element water).
De
oorspronkelijke eenheid kun je hier niet meer rechtstreeks waarnemen, maar nog
wel indirect. Dharmakaya wordt weerspiegeld (Vajrasattva is de boeddha van de
‘weerspiegelende wijsheid’) en dit stralend helderwitte licht, de zuiverheid
van de skandha van vorm, schittert je priemend en indringend tegemoet vanuit
het hart van het Vajrasattva-paar. Het is ondraaglijk voor je ogen. Je raakt
in paniek (een gevolg van haat) en doodsbang voor het stralende witte licht wil
je vluchten, rechtstreeks naar het zachte rookkleurige licht van de hellen, dat
tegelijkertijd met het felle licht van de wijsheid schijnt.
Een
riskant keuzemoment. Laat je je escorteren door het team van Vajrasattva, of
sla je, onder invloed van je slechte karma, de richting naar de hellen in? Het
Bardo Thödol drukt de achterblijvers op het hart de overledene toch vooral te
blijven motiveren. Noem hem bij zijn naam en lees hem hardop voor. De adviezen
van het Bardo Thödol zijn geheugensteuntjes voor de overledene. De teksten zijn
pas zinvol als je tijdens het leven al vertrouwd raakt met de gebeurtenissen en
probeert de werkelijkheid te doorgronden.
Het is
heel belangrijk om niet bang te zijn. Wees juist blij met het scherpe en
verblindend witte licht, het is wijsheid. Herken dit! Vertrouw erop, verlang er
naar, roep het aan. Het is de reddingshaak van licht, het schijnsel van Vajrasattva die je komt begeleiden
door de verschrikkingen van de bardo. Laat je dus
niet inpalmen door het milde rokerige licht van de hellen. Het lijkt wel sympathiek,
maar dit pad van vernietiging komt voort uit je schadelijke activiteiten en
sterke haat. Je zult vallen en in de hel wegzinken in het moeras van
ondraaglijk lijden, zonder kans op ontsnapping. De vertaling van Trungpa spreekt
over hellewezens waar je mee te maken krijgt. Kortom: hier moet je niet zijn!
Negeer deze hindernis die je bevrijding blokkeert, en geef je agressie op.
Richt je
op het schitterende witte licht, concentreer je intens op Vajrasattva en bid
vol toewijding de inspiratiebede. Dán zul je oplossen in het regenbooglicht in
het hart van Varjasattva, en een sambhogakaya-boeddha worden in het oostelijke
boeddhagebied van Volmaakte Vreugde.
Als het
wéér niet lukt, zal de overledene op de derde dag de Boeddha Ratnasambhava
ontmoeten. Dat is prettig geregeld in het mahayana-boeddhisme: niet meteen
onafwendbaar en definitief hemel of hel, maar telkens nieuwe mogelijkheden en
keuzen.
Bronnen:
Francesca Fremantle en Chögyam Trungpa
Het Tibetaans Dodenboek
Francesca Fremantle en Chögyam Trungpa
Het Tibetaans Dodenboek
Servire,
1991
Robert
A.F. Thurman
Het Tibetaanse Dodenboek
Altamira-Becht, 2006
Ilse Dorren
Het Tibetaanse Dodenboek
Altamira-Becht, 2006
Ilse Dorren
Tocht
door twee werelden; Gids voor het Tibetaanse Dodenboek
Mirananda, 1985
Mirananda, 1985