donderdag 25 juli 2024

Leven in een simulatie

De oorsprong van alle verschijnselen is je geest.
Als je niet goed op hem let snelt hij ervaringen achterna,
vindingrijk in de spelletjes van misleiding.
Als je er direct in kijkt, is hij vrij van enige basis of oorsprong,
In wezen vrij van enig komen, blijven of gaan.

                                        Jamyang Khyentse Chökyi Lodrö

 
Je verwarde geest als schepper van jouw ‘werkelijkheid’. Wij leven in een vergissing met zelf of ego, een door de geest verzonnen schijnwereld, of simulatie zo je wilt. Door SF films en allerlei complottheorieën is het tegenwoordig in bepaalde kringen hip om je publiekelijk af te vragen of we al dan niet in een simulatie zouden leven. Niet een gecreëerd door je eigen geest (stel je voor), maar door ‘anderen’. En ja dat zou zomaar kunnen, volgens Eric Schwitzgebel, filosoof te California. Hij schreef er een artikel* over in de New Scientist.

Vervolgens kwam er in de brievenrubriek** van dit tijdschrift een kleine discussie op gang.  Lawrence Ryan uit Wilsonville, Oregon (US) schreef: “When I taught undergraduates the scientific method , parsimony was a key element. I find this lacking in the suggestions that we may live in a simulation. Two scenarios (among perhaps more): our lives are the result of material evolution that gives us the consciousness and intelligence to one day program such a simulation, or another species has already materially evolved these traits to create the program that we live within. The latter is possible, but seems an unnecessary complication, as the former is sufficient to explain our existence. And how much information would be required to simulate the lives, and inner lives of more than 8 billion people? Will computer power continue to grow sufficiently to allow our simulators to generate us? Now, that is a philosophy student’s PhD thesis: what is te information load of a human simulation?

Waarop Bernd-Juergen Fischer uit Berlijn (Duitsland) reageerde met: “Your reader Lawrence Ryan is worried that the concept that our reality is a simulation is lacking in parsimony and asks: “How much information would be required to simulate the lives, and inner lives, of more than 8 billion people?” But the simulation doesn’t need to do any such thing. It only needs to simulate an “I” that believes that there are 8 billion people in the world. And for meeting one of the 8 billion, only the belief that the simulated “I” encounters some “other” with the relevant qualities needs to be simulated within the simulated “I”. The same goes for the rest of the universe: only what an “I” might know needs to be simulated. It seems to me that such a siulation would be highly parsimonious compared with the exuberance of what we take for reality.

En John Bell uit Berkhamsted, Hertfordshire (UK) viel hem bij met: “Bernd-Juergen Fischer rightly points out that a simulation of the universe would only need to take account of the inner world of the subjective “I” and whomever and whatever they interact with. Taking that concept further, most of the universe would need only be stored as a vague set of probabilities, which would only have to be set in Stone as subjective reality when te “I” observes something. Wait a minute, that sounds familiair!”

 

*Eric Schwitzgebel
  Strange but true?
  New Scientist, 23 maart 2024

**New Scientist
   Views; Your letters
   11 mei, 1 en 29 juni 2024

donderdag 18 juli 2024

Schaduwwerken als Plan B

De twaalfde dag in de bardo van dharmata is behoorlijk heftig voor de overledene, dan ontmoet hij de gauri's, pishachi's en yogini’s. Toornige vrouwelijke wezens, oerkrachten die de sterk onderdrukte elementen van zijn psyche vertegenwoordigen. Heel akelig, maar toch ook weer een kans! Ze zijn angstaanjagend omdat ze ontkend worden. Het Bardo Thödol drukt de overledene nog eens op het hart om vooral niet bang te zijn op dit belangrijke en beslissende moment. Want als hij nu beseft dat alles wat zich voordoet uit zijn eigen stralende inzicht is ontstaan, zal hij onmiddellijk een boeddha in sambhogakaya worden! Wat er ook verschijnt, het zijn toch echt je eigen projecties. Herken dus het spel van je eigen geest.

Het is een mooi voorbeeld van het nut om reeds bij leven met de verdrongen en duistere kant van je zelf in het reine te komen. Zoiets had Rudolf Steiner ook al bedacht. Hij vond het belangrijk om nu al je schaduwzijde te verwerken, want anders krijg je dat allemaal in het hiernamaals op je bord. Daar komen straks al je herinneringen voorbij, in beeld en klank samengevat in een levenspanorama, waarover gereflecteerd moet worden, begeleid door het lichtwezen de Heer van Karma.


Het is dus prima dat schaduwwerken ineens (weer) mateloos populair lijkt te zijn, dankzij nota bene Tiktok. De oude ideeën van C.G. Jung zijn hier opnieuw afgestoft, en met groot commercieel succes.

Maar…

In feite is het allemaal flauwekul natuurlijk, in het beste geval een Plan B. Er is namelijk geen zelf, laat staan een schaduwzijde daarvan. Wij leven in een vergissing, het gevolg van een foute mindset van onze verwarde geest, die gelooft in dualiteit, zelf en ego. Wij zien onszelf als een vast en blijvend iets, maar zijn slechts een verzameling neigingen: de vijf skandha’s.

De oorsprong van bewustzijn is een bijzondere energie, het Heldere Licht, dat ook een ogenblik straalt op het moment van sterven. Een krachtige gelegenheid tot bevrijding, want als je dit Heldere Licht herkent, zul je er (weer) ondeelbaar mee verenigd worden. Het lijkt mij dus verstandig om dáár je aandacht op te richten. Bardo van dharmata, levenspanorama’s, en heel veel andere deining blijft je dan verder bespaard.

zondag 7 juli 2024

Der Weg nach Lhasa

Tibet voor het verziekt werd door de Chinezen.

In 1956 verscheen Der Weg nach Lhasa (Bilder aus Tibet), een fotoboek met reisbeschrijvingen van twee Tsjechoslowaakse auteurs, Vladimir Sis en Josef Vanis.

De foto’s uit de periode 1953-1955 tonen een Tibet dat allang niet meer bestaat, met impressies van landschap, volk en cultuur. In 1950 zijn de Chinezen Tibet binnengevallen, gevolgd door bezetting en uiteindelijk vernieling en plundering.

 
De beide auteurs van het boek werkten samen met Chinese collega’s aan een propagandafilm over de totstandkoming van een weg die Tibet met China verbindt, en hadden zo de gelegenheid om veel unieke foto’s te maken. 
 
 Een muurschildering die de vijfde dalai lama uitbeeldt.
 
 
De huidige (veertiende) dalai lama, Tenzin Gyatso. Hier nog erg jong, ongeveer 19 jaar, ik had hem bijna niet herkend. In 1959 naar India gevlucht.
 
 
Boeddha Amitabha
 
 
Het Bardo Thödol wordt in het boek slechts één keer genoemd. Het onderschrift bij deze foto: “Die schrecklichen Gesichter mancher Götter sollten die Gläubigen darüber belehren, was sie im “Bardo Thödol”, dem Zustand nach dem Tode, erwartete, bevor sich die Seele von neuem verkörpert.”
 
 


Pilaren op de daken om kwade demonen af te weren.
 




Vladimir Sis, Josef Vanis
Der Weg nach Lhasa
Bilder aus Tibet
Artia, Praag 1956