dinsdag 27 november 2018

Sadgoeroe

Als zoveel schrijvers is ook Janwillem van de Wetering (1931-2008) na zijn dood wat in de vergetelheid geraakt. Totaal onverdiend lijkt mij. De politieromans bijvoorbeeld komen enigszins gedateerd over, maar zijn nog heel goed leesbaar. En zijn autobiografische zen-trilogie is onverminderd actueel. Het eerste deel De lege spiegel verscheen in 1971, gevolgd door Het dagende niets in 1974. Pas veel later, in 2000, kwam het slotdeel Zuivere leegte uit.


Janwillem van de Wetering was voornamelijk in zenboeddhisme geïnteresseerd, maar we zien in zijn werk ook veel uitstapjes naar bijvoorbeeld het Tibetaans boeddhisme. Bij Van de Wetering lopen dat soort dingen prettig door elkaar. En waarom ook niet? In Zuivere Leegte (ondertitel: Ervaringen van een respectloze zenleerling) kwam ik iets tegen over het Bardo Thödol. Met een interpretatie die typerend is voor Van de Wetering, hij verbindt hier de bardo-ervaringen met de sadgoeroe.

Normaal gesproken wordt met sadgoeroe bedoeld: ware goeroe, grote leraar, zeer wijze gids. Hieronder de twee citaten uit Zuivere Leegte met Van de Weterings visie:

“Tijdelijke goeroes komen en gaan. De Sadgoeroe is onontkoombaar. De sadgoeroe is onze zuivere leegte. Tijdelijke (buiten)goeroes zijn hooguit projecties, goed voor een gedeelte van de weg. De sadgoeroe neemt hen aan en ontslaat hen. Noch de persoonlijkheid - de geest - de ziel - het lichaam, noch énige projectie op het ego-niveau dirigeert dat pijnlijke proces, ze zijn er slechts bij betrokken”.

“De sadgoeroe zoekt de weg niet, want hij ís de weg. In het Tibetaans Dodenboek nodigt de sadgoeroe de zojuist gestorvene uit om het witte licht van eeuwige verwerkelijking binnen te gaan en de gekleurde kermislichten om hem heen te negeren, want ze zijn niet meer dan versiersels aan de vagina-poort van een toekomstige moeder en leiden tot weer een smartelijke ik-gerichte wedergeboorte. Het ego is nog steeds onverzadigbaar? Het wil nog eens over de achtbaan van begeerte en angst? Dat kan. De sadgoeroe zal de wedergeborene weer, via zijn karma, manipuleren. Het zal weer pijn doen, maar de bedoeling is goed: het verwijderen van het pseudo-zelf en daarmee het vrijmaken van het werkelijk zelf. De sadgoeroe leidt zowel monnik als leek van de ene val na de ander. De hele vertoning is nauwelijks van belang, het is allemaal maar kermisvertier. Sommige schetsjes zijn zo voorbij, andere blijven wat langer op de planken.”




Bron:

Janwillem van de Wetering
Zuivere leegte

Milinda Uitgevers (Asoka), 2000