zaterdag 5 oktober 2024

Een grote tuin van liefde

De hemel van… Montaillou

(De hemel van… Afl. 27)

Vorig jaar overleed de Franse historicus Emmanuel Le Roy Ladurie. Hij is vooral bekend door zijn boek (gebaseerd op een inquisitie-dossier van de rooms-katholieke kerk) over het ketterse dorpje Montaillou in de Pyreneeën in de periode 1294-1324. De leef- en denkwijze van de bewoners, voornamelijk boeren en herders, werd bij het grondige onderzoek van de inquisitie uitzonderlijk goed gedocumenteerd. Rond 1325 was het definitief afgelopen met deze (laatste?) Katharen.

Het katharisme was een christelijke ketterij met invloeden uit onder andere de volkscultuur. Hiernamaals en geestenwereld speelden een grote rol, ook in het dagelijks leven. De herders en de boeren rond Montaillou waren vooral op zoek naar een hiernamaals waar hun ziel eeuwige rust zou vinden. Maar de reisroute naar hun hemel was een andere dan de ‘officiële’, voorgeschreven door de Kerk. Vandaar ook het fatale conflict met de inquisitie.

Voor een kijkje in de kathaarse hemel moet je eigenlijk ook hun versie van de zondeval kennen. Een prachtige mythe, die start met een gat in het paradijs, waardoor zielen als een sneeuwbui op aarde vallen, aangetrokken door de duivel. God merkt daar eerst niets van, maar is daarna stomverbaasd en kwaad, en zet snel zijn grote voet op het hemelse gat. Maar wel enigszins te laat, want een groot aantal zielen was al uit het paradijs getuimeld. Op de aarde zijn zij voortaan de prooi van vrouwelijke listen en gedupeerd met een lichaam van menselijk vlees, door de duivel toebereid.

Op dat moment begint de eerste fase van een cyclus: de zielsverhuizing. Op het moment van overlijden verlaten de geesten en/of zielen hun menselijke lichamen, en gaan (gekweld door vuurspuwende duivels) zo snel mogelijk op zoek naar een ander lichaam. Ze willen reïncarneren in een foetus van een dier of een mens. Met een aantal van deze incarnaties hebben de zielen kans om de cirkel weer rond te krijgen. Als ziel van een perfectus (kathaarse elite, een reine) bijvoorbeeld, gaan ze eindelijk weer terug naar het paradijs.

Als op deze manier alle goede geesten en zielen weer teruggekeerd zijn in het paradijs, zijn er geen rechtvaardige mensen meer over op aarde. Die verliest dus alle betekenis en dat maakt het einde van de wereld mogelijk. De aarde wordt de hel. De vier elementen verenigen zich, de hemel valt op de aarde, zon en maan doven uit. Het vuur laat de zee branden, die verheft zich tot een vloedgolf en blust het vuur. De aarde is dan een meer van pek en zwavel.

En hoe zit het met de hemel? Dat lijkt een knusse aangelegenheid te worden voor de gelovige bewoners van Montaillou. Allereerst wordt er op die laatste aardse dag gedanst, waarbij alle ongelovigen vertrapt worden. De rechtschapenen zijn voortaan als broeders bijeen, hun zielen verblijven in het paradijs. Dat is een grote tuin van liefde, een moederschoot waar iedereen gelijk is en alles eerlijk verdeeld wordt. Iedere ziel krijgt dezelfde portie goeds en geluk, er is eenheid, iedereen houdt van elkaar ‘zoals elke ziel de ziel van zijn vader of zijn kinderen beminde’.

Nogal een lokale situatie lijkt mij, deze hemel waar de inwoners van Montaillou in harmonie verenigd zijn. Gezellig onder ons in een harmonieus huishouden. Sociale opvattingen in plaats van de gebruikelijke religieuze voorstellingen. Geen woord over welk visioen van godzaligheid dan ook.
 


Bron:
Emmanuel Le Roy Ladurie
Montaillou
Uitgeverij Bert Bakker, 1986 (14e druk)