zaterdag 12 oktober 2024

Levende wezens in je geest

De vorige blogpost ging over de ketters van Montaillou, dit keer wil ik het weer hebben over zenpatriarch Hui-neng. Er is een bruggetje, want ooit werd ook zen als een soort ketterij beschouwd, een oneerbiedige doctrine die onderwees dat er een speciale overbrenging buiten de soetra’s bestaat. Hui-neng (638-713) benadrukte dat we het pad op eigen kracht moeten volgen. Een mooi voorbeeld daarvan vond ik in De Sutra van Hui-neng. In dit boekje staan behalve een korte autobiografie ook enkele diepzinnige lessen.

In hoofdstuk 6 preekt Hui-neng over de essentie van de geest. We moeten onze dharmakaya verwerkelijken, de Boeddha in onze geest realiseren en onszelf bevrijden. Hui-neng vertelt hoe wij onze geest kunnen bevrijden van de smet van misdaden, boosheid, jaloersheid, hebzucht, valsheid, diefstal en haat. Hij vervolgt met een gedicht over berouw over ons gedrag in zowel verleden als toekomst, daarna volgen de vier grote beloften.

Als eerste moet zijn publiek (wij) beloven een oneindig aantal levende wezens in onze geest te bevrijden. Dat klinkt raar, maar ook weer niet. Boeddhisten geloven dat alle dingen alleen maar verschijnselen zijn die door de geest worden voortgebracht. Hui-neng legt uit wat deze belofte ‘een oneindig aantal levende wezens bevrijden’ betekent. In ieder geval niet dat hij, Hui-neng, ze zal bevrijden. En wie zijn dat dan, die levende wezens in onze geest? Hij noemt de misleidende geest, de verraderlijke geest, de boosaardige geest en nog veel meer van dat soort geesten. Dat zijn die levende wezens. Iedereen moet zichzelf bevrijden door de essentie van de geest. Dan is er sprake van echte bevrijding. Die onwetende, misleidende en ergerlijke wezens in onze geest worden bevrijd door het juiste inzicht. Daarmee (plus prajna-wijsheid) kunnen de door hun opgeworpen obstakels verwijderd worden, zodat iedereen in staat is zichzelf op eigen kracht te bevrijden.

Hui-neng heeft niks met ‘anderen’, eigenlijk bestaan ze niet eens. Zelfs het oneindig aantal te bevrijden ‘levende wezens’ is slechts een dwaling in je eigen geest. Tekortkomingen van anderen moeten we negeren, lazen we al eerder. We moeten onverschillig zijn wat betreft hun goede en slechte daden, kwaliteiten of zwakheden. Bemoei je met ‘je zelf’ en besef dat ook die een illusie is.
 


 
Bron:
De Sutra van Hui-neng
vertaling Wong Mou-lam, 1929
Ankh-Hermes, 2001