Preta’s
zijn wedergeboorten van honger, dorst, verlangen en frustratie. Het zijn
levende wezens die gevangen zitten in een enorm frustrerende wereld, die
gevormd is door hebzucht en het verlangen om te bezitten. In dit rijk ondergaan
preta’s een eindeloze variatie aan kwellingen. Tegenstrijdige gevoelens van
rijkdom en armoede, die op hetzelfde moment werkzaam zijn. Wat je ook zou
willen bezitten, je hoeft er hier niet naar te zoeken want je hebt het al. Waardoor
je juist nog hongeriger wordt en je tekort gedaan voelt. Want voldoening ervaar
je niet door bezitten alleen, maar ook door ernaar op zoek te zijn.
Het is een
fundamenteel onverzadigbare honger. Je bent voortdurend op zoek naar meer. Je
zit helemaal vol en hebt toch onafgebroken hevige honger, alleen maar om het
genot ervan. Je bent jaloers op anderen die wel echt kunnen eten en hongerig
zijn. Wat een gevoel van armoede! Alles al hebben en er toch niet van kunnen
genieten.
Preta’s
worden gesymboliseerd door het beeld van een persoon met een reusachtige buik,
een uiterst dunne hals en een klein mondje.
Soms worden
met Preta’s overledenen bedoeld, die zozeer aan de aarde gebonden zijn dat ze
zich er niet van kunnen losmaken. Ze zwerven als spoken op bepaalde plaatsen
rond. Wie in zo’n soort leven verzeild raakt zit er voorlopig nog wel aan vast.
Bronnen:
Francesca Fremantle en Chögyam Trungpa
Het Tibetaans Dodenboek
Servire, 1991
Francesca Fremantle en Chögyam Trungpa
Het Tibetaans Dodenboek
Servire, 1991
Robert
A.F. Thurman
Het Tibetaanse Dodenboek
Altamira-Becht, 2006
Het Tibetaanse Dodenboek
Altamira-Becht, 2006
Ilse
Dorren
Tocht
door twee werelden; Gids voor het Tibetaanse Dodenboek
Mirananda, 1985
Mirananda, 1985