vrijdag 24 mei 2019

De eenheid met God beleven

De hemel van… broeder Bernardus

(De hemel van… Afl. 7)

Dom Bernardus Peeters (51) is abt van het klooster Koningshoeven (21 monniken) in Berkel-Enschot. In mei 2019 werd hij geïnterviewd door Fokke Obbema voor de serie Zin van het leven in de Volkskrant.

Broeder Bernardus werd geboren in een katholiek gezin in Limburg. Als 18-jarige koos hij voor een bestaan als monnik onder invloed van een godservaring die hij ooit als 10-jarige had. Hij voelde zich toen opgenomen in iets zo groot dat het hem een enorm vredig en vreugdevol gevoel gaf, maar tegelijk ook wel angstaanjagend was. Een eenheidservaring, een soort samensmelting van alles, alsof er geen ‘ik’ meer was.

Volgens Bernardus valt God niet te bewijzen, hij is er of niet, je voelt zijn aanwezigheid of niet. Het gaat niet over ons intellect, maar over ervaring.
We moeten wegkomen van het institutionele, rationele geloof en terug naar het ervaren van het Goddelijke, de mystieke stroming van het christendom. Die ruimte en vrijheid wordt je nú gegeven. Het leven is geen vervelende tussenruimte waarin je van God weg bent, waarna het na de dood allemaal goed komt. Je kan en mag nú gelukkig zijn, en het daarmee aan de slag gaan is volgens Bernardus de zin van ons leven. Hij wil de eenheid met God beleven, dat is voor hem het hoogste geluk.

Voor broeder Bernardus is de dood de doorgang naar een ander leven. Hier kan de eenheid met God worden beleefd. We zijn bij hem vandaan gekomen en gaan ook weer naar hem terug. Ons lichaam blijft hier achter en vergaat, en onze ziel leeft verder. Denkend aan de dood visualiseert hij geen hemelpoort en geen Petrus, maar wel licht. Een nieuw licht, dat God vertegenwoordigt. Voor Bernardus is God nooit een man met een lange baard op een wolkje geweest. Hij stelt zich God niet als een persoon voor, maar als liefde. Onze taal is niet toereikend genoeg om dit uit te drukken, het is heel moeilijk te verwoorden. De eenheid met God kun je alleen ervaren. Het is een persoonlijk licht, waarin de ziel zijn nieuwe ruimte vindt.

Dit lijkt op het eerste gezicht precies wat de Bardo Thödol ons vertelt. De overledene die opgaat in een licht, en (weer) één wordt met liefde, met God (die geen persoon is). Iets wat je ook al in je aardse bestaan zou kunnen ervaren. En dit alles moet je dan niet intellectueel begrijpen, maar ervaren (en herkennen).

Toch is er ook een groot verschil. Broeder Bernardus beroept zich wat betreft het licht na de dood op de oude katholieke liturgie. In die interpretatie “leeft” de ziel (‘die hier zijn nieuwe ruimte vindt’) kennelijk voort, in eenheid met God. Terwijl in de boeddhistische variant het ‘ik’ oplost in de eenheid, in het licht.


 



Link:

Het interview in de Volkskrant vind je HIER (€).