In
december kreeg ik Stervelingen kado,
een bundel interviews van Fokke Obbema over sterfelijkheid en de zin van het
leven. Net iets voor mij. In het derde interview vertelt journalist Koen
Haegens aan Obbema dat hij er bijna geweest was, zomaar in november 2019. Voor
hem, kerngezonde bijna veertiger, was dat heel onverwacht. En ook nu, een
langdurige operatie en drie jaren van herstel verder, heeft hij nog steeds last
van doodsangst en nachtmerries. Zich inmiddels sterk bewust van zijn
sterfelijkheid, ervaart hij tijd als gelimiteerd en kostbaar. En dat terwijl de
meeste mensen ermee omgaan alsof het niet op kan. Tijdinflatie noemt hij dat. Hoe meer je ervan hebt, des te minder
het waard wordt. Kennelijk heeft de mens een eindpunt nodig.
Koen
Haegens wil daarom pleiten voor ‘toegewijde tijd’ en schreef een boek.
Toegewijde tijd is de tegenhanger van ‘verstrooide tijd’, het is gebaseerd op
een bewuste keuze met een doel, creëert een blijvende herinnering en stelt je
in staat een verhaal te vertellen. Je kunt hem extra ervaren door bewust de dood
voor ogen te houden, dat laadt je leven op, maar geeft helaas wel weer
doodsangst. Want het is eigenlijk geen doen natuurlijk, om telkens je
sterfelijkheid te doorvoelen. Dus je moet je eindigheid juist niet onder ogen
zien, zijnsvergetelheid, dat is voor
Haegens nodig om overeind te blijven in het leven.
Het doet
mij denken aan Karel van het Reve. Die was ooit tijdens de Koude Oorlog
correspondent voor het Parool in Moskou. Op de vraag of hij daar niet bang was
om afgeluisterd te worden, was zijn antwoord dat je er wel rekening mee moest
houden dat je afgeluisterd werd, maar dat je niet moet denken dat je afgeluisterd werd, want anders kreeg je Sovjetkolder.
Er is de
tegenstelling sterfelijkheidsbewustzijn en zijnsvergetelheid. En die moet je op
spanning houden, volgens Haegens. Vitaliserende kracht versus zorgeloosheid,
dat houdt de pees van de boog gespannen. Leef met het besef dat dat niet
vanzelfsprekend is, maar vergeet op gezette tijden je sterfelijkheid weer. Kom
los van je zorgen en sleur, relativeer, bekijk wat echt belangrijk is in je
korte leven.
Zou
leven in het hier en nu misschien helpen, om toegewijde tijd te ervaren, vraagt
Obbema. Maar nee, dat vind Haegens toch te schraal. Want waar blijft dan de
ruimte voor de reflectie op wat je hebt gedaan en wat je nog wilt gaan doen? En
dat heb je echt nodig. Het hier en nu kan je wel een blij gevoel geven, maar
het geeft geen richting. En dat moet, vind Haegens, geef een pijl aan je tijd.
Ik vind
het verhaal van Koen Haegens nogal op zichzelf gericht. Het gaat alleen maar
over hem en zijn beperkte tijd, en dat het zomaar ineens afgelopen kan zijn.
Maar dat geldt natuurlijk ook voor anderen, geliefden bijvoorbeeld. Je zou je
toegewijde tijd ook kunnen gebruiken om tijdens je leven liefde en waardering
te tonen, wanneer die ander het nog kan horen. Daarnaast speelt een eventueel hiernamaals
bij Haegens kennelijk ook geen rol. Geen woord daarover. Terwijl die
mogelijkheid toch een goede oplossing zou kunnen zijn voor zijn krampachtige beleving
van tijd.
Bron:
Fokke
Obbema
Stervelingen
Atlas
Contact, 2023