Commentaar van C.G. Jung bij het
Tibetaans Dodenboek (3/5)
Vervolg
van de vorige blogpost.
We
moeten het Bardo Thödol andersom
lezen, vindt Jung. En Sidpa Bardo is al helemaal ontraadseld, met dank aan de
freudiaanse psychoanalyse.
Tijdens
het analytische proces wordt de ‘Europeaan’ ver teruggevoerd door dit specifiek
freudiaanse gebied. Helaas zijn herinneringen aan het bestaan in de baarmoeder dan
wel de uiterste grens, hier kwam de zaak tot stilstand.
Ontzettend
jammer vindt Jung dat. Waren de herinneringen in utero maar iets verder teruggevolgd. Dan zou sidpa bardo gepasseerd zijn, en waren
we zomaar uitgekomen bij het laatste stukje chönyid bardo! En als er op die
reis terug ook maar een glimp van een ervarend subject gevonden zou zijn, dan zou
dat beslist geleid hebben tot een bewezen bestaan vóór de moederschoot, een bestaan
in de bardo, en uiteindelijk een bewijs voor reïncarnatie.
Maar
helaas, de psychoanalytici zijn zelfs nooit verder gekomen dan vermoedens over ervaring
in utero. Freud moest niets van
metafysica hebben, hij was tegen het bestuderen van ‘occulte’ ideeën en het
koppelen ervan aan de psychoanalyse. Jung daarentegen vond parapsychologie en paranormale
verschijnselen juist wel belangrijk. (Niet dat hij zelf veel gedaan heeft om
bijvoorbeeld reïncarnatie te bewijzen.)
Eigenlijk kan het niet eens, omkeren in sidpa bardo. ‘De straffe wind van het karma’ jaagt de overledene hier juist vooruit, richting moederschoot. Jung geeft het ronduit toe in zijn voorwoord: er is ‘een intens neerwaarts streven naar de dierlijke sfeer van het instinct en de lichamelijke wedergeboorte’, waardoor sidpa en chönyid gescheiden blijven. De oversteek zou bovendien een enorm riskante omkering zijn van het eigenlijke doel van de bewuste toestand. Ego is 'de ware locatie van de angst' (Freud), en hier zou de stabiliteit van het bewuste ego zomaar opgeofferd worden, overgeleverd aan de extreme onzekerheid van een chaotisch lijkend spel van fantastische figuren.
Laten we dus proberen het chöniyd bardo te begrijpen, zegt Jung, want dat is onze eigenlijke taak.
Volgende keer verder.
Voornaamste
bronnen:
Psychologisch
commentaar door Carl Gustav Jung
Het
Tibetaanse Dodenboek
Walter
Evans-Wentz
Ankh
Hermes, 2017
Donald
S. Lopez, Jr.
The
Tibetan Book of the Dead; A Biography
Princeton
University Press, 2011