zondag 24 januari 2021

De tekenen des doods

Van de stervende/overledene in de bardo van het ogenblik voor de dood, wordt wel enige parate kennis verwacht. Het is heel handig als hij al kennis heeft genomen van een bepaalde tekst (genoemd in de Bardo Thödol) waarin, naast een opsomming van de ‘tekenen des doods’, een overzicht wordt gegeven van voortekenen, interpretaties van dromen, het sterven en medische inzichten.

Het is zeer belangrijk dat de stervende de tekenen herkent. De eerste echte bardo-ervaring namelijk is een gevoel van twijfel en onzekerheid. Ben ik nu eigenlijk stervende of niet? Verlies ik hier het contact met de tastbare wereld? Ga ik hier over naar een onwerkelijke wereld? Je raakt de vaste grond onder je voeten kwijt, en je vraagt je af of je projecties (en jijzelf) eigenlijk wel echt bestaan.

Deze innerlijke strijd ontstaat, omdat de door jou tot nu toe als ‘werkelijk’ ervaren wereld gebaseerd is op onjuiste waarneming. De dingen zijn anders dan de criteria die je verstand je doorgaf. Dualisme werd door jou gezien en beleefd als (schijn)eenheid, daardoor ervaar je nu een enorme onvoldaanheid en onzekerheid. De tastbare logische toestand lost op, en je vraagt je af: is dit nu verlichting of krankzinnigheid? Een overgangsmoment waarop je de wereld van dualiteit kunt verlaten, en ingaan in de vage leegte, de wollige, mistige wereld van de dood.

Als de stervende er nog toe in staat is, kan hij met zichzelf werken door middel van eerder ontvangen instructies. En anders moet een leraar of vriend hardop en duidelijk (en in de juiste volgorde!) de opeenvolging van de tekenen des doods voorlezen. De ervaring van de dood wordt beschreven in termen van de verschillende elementen van je lichaam, naar steeds diepere lagen afdalend:

1. Lichamelijk voel je je zwaar - het element aarde lost op in water. 
2. De circulatie begint te stagneren - water lost op in vuur. 
3. Elk gevoel van warmte en groei begint te verdwijnen -vuur lost op in lucht (wind). 
4. Je verliest het laatste gevoel van contact met de stoffelijke wereld - lucht lost op in ruimte (bewustzijn). 
5. Er is een gevoel van een inwendige helderheid, een innerlijke gloed, als alles volledig naar binnen gekeerd is - het bewustzijn lost op (in helderheid) in het centrale energiekanaal.

Chögyam Trungpa legt uit: Allereerst verlies je het fysiek contact (aarde), je verzekert jezelf ervan dat je geest nog steeds functioneert (water). Dan twijfelt de geest of hij nog wel op de juiste manier functioneert, er stagneert iets in zijn circulatie. Je test je emoties, liefde en haat (vuur). Maar zelfs dit lost langzaam maar zeker op in lucht, en er ontstaat een vage ervaring van openheid. Je kunt je niet meer concentreren op liefde, of proberen je iemand herinneren van wie je houdt. Alles lijkt van binnen hol te zijn.

In de vertaling van Robert Thurman neemt de stervende achtereenvolgens waar: 
1. luchtspiegeling, 2. rook, 3. vuurvliegjes, 4. kaarsvlam, 5. door maanlicht overgoten hemel.

Op dit moment moet de overledene (zacht in zijn oor) aan zijn spirituele motivatie herinnerd worden. “Laat je gedachten niet dwalen” . Thurman vervolgt zijn vertaling met de laatste tekenen:

6. Door zonlicht verlichte hemel: het teken dat helderheid in straling oplost. 
7. Donkere lucht: het teken dat de straling in het bijna-bereikt oplost. 
8. Dageraadschemering:  het teken dat het bijna-bereikt in het heldere licht oplost.

Maar Trungpa geeft hier toch de mooiste beschrijving van het sterfmoment en de ontmoeting met het heldere licht: “De volgende ervaring is de helderheid. Je bent bereid op te geven, want je kunt niet langer tegenstribbelen, een soort zorgeloosheid doet zich op dat ogenblik voor. Het is alsof pijn en genot tegelijk plaatsvinden, alsof een keiharde douche van ijskoud en kokend water tegelijk over je lichaam wordt uitgestort. Een intense ervaring, heel krachtig en vol, de ervaring van eenheid waar pijn en genot hetzelfde zijn. De dualistische worsteling van trachten iets te zijn, wordt volledig in de war gebracht door de twee uiterste krachten van hoop op verlichting en de vrees om krankzinnig te worden. Deze twee zijn zo hevig dat dit een zekere ontspanning toelaat. Wanneer je dan niet langer worstelt, doet de helderheid zich op natuurlijke wijze voor.”
 
 

Bronnen:  
Francesca Fremantle en Chögyam Trungpa  
Het Tibetaans Dodenboek  
Servire, 1991 
 
Robert A.F. Thurman  
Het Tibetaanse Dodenboek  
Altamira-Becht,  2006 
 
Ilse Dorren  
Tocht door twee werelden; Gids voor het Tibetaanse Dodenboek  
Mirananda, 1985