Na de
introductie en wat eerste aanwijzingen voor de stervende en zijn voorlezers,
vervolgt de tekst van het Bardo Thödol met
instructies voor de bardo van het ogenblik voor de dood (ook: ‘de tussenstaat van het sterfpunt’, of ‘chikai bardo’).
Deze
tussenstaat is een van de zes voornaamste bardo-staten. De term bardo wordt in de tekst soms wat
verwarrend gebruikt, er kan namelijk ook een fase van een bepaalde bardo mee aangeduid worden. In de bardo van
het ogenblik voor de dood bijvoorbeeld, heb je twee bardo's van het heldere
licht. En dit deel van de tekst heet “Het Gebed voor de Bardo van Dharmata”, terwijl dat pas de hiernavolgende
tussenstaat is.
Hoewel
bedoeld voor ‘yogi’s met gemiddelde vermogens’, is het onderricht prima
geschikt voor alle soorten personen.
Het bewustzijn is in de bardo zo flexibel, dat bevrijding voor iedereen
mogelijk zou zijn. Het is het beste als de (geoefende) stervende er in slaagt
de ziel uit te stoten op het moment waarop de ademhaling bijna ophoudt. Als dat
niet lukt, vervolgt de tekst:
Beste
die en die! Nu is de tijd voor je gekomen om de weg te zoeken. Zodra je adem
stopt zal het heldere licht zich aan je voordoen. Dat is de dharmata, de
realiteit, open en leeg als de ruimte, helder niets, zuivere naakte geest
zonder middelpunt of horizon. Herken dit als jezelf, en blijf bij die ervaring.
Hier
wordt de stervende dus aangespoord om zich met deze onbeschrijflijke oneindige
transparantie te identificeren, en dit te herkennen als het essentiële zelfloze
zelf. Het moet hem stevig ingeprent worden door dit voortdurend te herhalen. Helaas
zal de kans groot zijn, dat hij er straks impulsief voor terugschrikt.
Waarschijnlijk voelt hij angst door het verlies van elk gevoel van houvast en
zal hij flauwvallen.
Hardop
en duidelijk (en in de juiste volgorde) worden de tekenen des doods
voorgelezen. Op het bijna-hoogtepunt hiervan, wordt de stervende/overledene aan
zijn (eventuele) spirituele motivatie herinnerd. Hij kan zich vol liefde en mededogen
voornemen het volmaakte boeddhaschap te bereiken, niet voor zichzelf, maar voor
het heil van alle wezens in de gehele ruimte: “Ik zal voor het welzijn van alle
wezens het heldere licht van de dood als de dharmakaya herkennen, en in die
staat de hoogste realisatie van het Grote Zegel bereiken en de doelstellingen
van alle wezens vervullen”. En anders plan B: “Als dat niet lukt, zal ik de
bardo-staat herkennen zoals die is, en de Grote Zegel van de Eenwording in die
bardo bereiken, en mij inzetten voor de hele oneindige ruimte vol wezens”. Laat
deze houding niet verslappen! Herinner en beoefen alle meditatie-instructies
die je in het verleden hebt ontvangen.
Dit moet de voorlezer duidelijk uitspreken, met de lippen dicht bij het oor. Daarna, als de (uiterlijke) ademhaling is opgehouden, wordt de stervende op zijn rechterzijde gelegd en wordt hij geholpen om zijn levensstroom (ziel) bewust uit te stoten, zoals bij phowa.
Bronnen:
Francesca
Fremantle en Chögyam Trungpa
Het
Tibetaans Dodenboek
Servire,
1991
Robert
A.F. Thurman
Het
Tibetaanse Dodenboek
Altamira-Becht,
2006
Ilse
Dorren
Tocht
door twee werelden; Gids voor het Tibetaanse Dodenboek
Mirananda,
1985