vrijdag 8 januari 2021

Poppenkast kijken

De hemel van… Esther Gerritsen
 
(De hemel van… Afl.15)

Schrijver Esther Gerritsen (1972) werd in het VPRO programma Nooit meer slapen geïnterviewd door Pieter van der Wielen. Vorig jaar verscheen haar roman De terugkeer, een coldcaseverhaal over de macht van herinneringen. De gedachte dat de gestorvenen doorleven na de dood, speelt in dit boek een belangrijke rol.

Gerrit, de depressieve vader van de hoofdpersoon, zou zelfmoord gepleegd hebben. Maar is dat wel zo? Zijn dochter Jennie vraagt zich jaren later van alles af over zijn dood. Gerrit heeft de antwoorden op haar vragen, maar niemand hoort de doden. Hij kijkt vanuit het hiernamaals toe op het leven van zijn dierbaren, opgelucht en onthecht. Hij maakt geen deel meer uit van het gedoe, hij is eindelijk gelukkig. 
 
Het plaatje dat Esther Gerritsen heeft van een eventueel hiernamaals, is sterk beïnvloed door haar katholieke opvoeding. Als klein meisje was dat heel kinderlijk. Bij het avondgebedje werd iedereen in de hemel de groeten gedaan, opa, de geit, het konijn. Aan religie heeft ze een tijdje niks gedaan, maar is het later toch weer actief gaan beleven. Hoewel Esther het eigenlijk onzin vindt, houdt ze er stiekem aan vast. Ze gaat nu regelmatig naar de kerk, maar doet dat tegenover vrienden af als “research” voor haar boeken. 
 
Gerritsen droomt vaak van mensen die ze ooit gekend heeft, maar nu overleden zijn. Die komen soms jarenlang terug, en het worden er steeds meer naarmate ze ouder wordt. Naar een mogelijk naleven verlangt ze niet persé, maar is vooral erg nieuwsgierig. Daarom hoopt ze niet te sterven in haar slaap, want dan gaat dat misschien ongemerkt, hoewel ze vermoedt dat zoiets in je slaap of droom ook wel doorkomt. Maar natuurlijk kan het ook zo zijn dat het licht uitgaat, en klaar. 
 
Maar het is wel erg leuk natuurlijk om er in te geloven dat er hierna iets anders komt. Je kunt net zoveel rare hemels verzinnen als je wilt, waarom niet? Bijvoorbeeld een hemel waarin je iedereen terugziet, of een waarin je terugkeert als heel iemand anders, of een hemel waarin je verlost bent van je nare eigenschappen, of een waarin je eindelijk alles helder ziet. Misschien zelfs een hemel met de ultieme verlossing. Dat is een fijne fantasie! Eigenlijk is geloven ook voor een deel dat je je fantasie serieus neemt. Vooral het katholieke geloof is leuk, zoveel vreemde verhalen bij elkaar. 
 
Iedereen heeft (of krijgt) waarschijnlijk zijn eigen hiernamaals, dat hij naar eigen inzicht en hartenlust kan inrichten (of aantreffen). De helft krijgt dus een ongevraagd hiernamaals. Vader Gerrit in haar boek bijvoorbeeld, is enigszins gefrustreerd. Hij is een atheïst in de hemel, God is de gastheer. In de hemel zijn er diverse afdelingen. Op zijn afdeling kan Gerrit de mensen alleen zien, als ze aan hem denken. Dan praat hij tegen ze, maar ze horen hem niet. Hij kijkt toe vanuit het hiernamaals, zoals kinderen naar poppenkast kijken en Jan Klaassen iets toeroepen. Kijk uit!
 
 
Link: 
Het interview met Pieter van der Wielen vind je HIER.