donderdag 21 juni 2018

Sogyal Rinpoche over orgaandonatie

Het opnieuw actuele thema orgaandonatie kwam in een eerdere blogpost al eens ter sprake. 

Het is opvallend dat de Tibetaanse meester Sogyal Rinpoche* in zijn boek Het Tibetaanse boek van leven en sterven met betrekking tot dit onderwerp twee tegenstrijdige meningen lijkt te verkondigen. Aan de ene kant raadt hij aan om het lichaam van een overledene een aantal dagen met rust te laten, aan de andere kant promoot hij orgaandonatie als middel om goed karma te scheppen.

Eerst legt hij uit (blz.253) waarom het in Tibet gebruikelijk is het lichaam gedurende drie dagen na de dood niet aan te raken of op andere wijze te verstoren. Zolang duurt namelijk de periode (eigenlijk drieëneenhalve dag) waarin de overledene, die op het moment van sterven het Heldere Licht niet herkend heeft, in een staat van bewusteloosheid verzonken blijft. Volgens Sogyal geldt dat voor de overgrote meerderheid van ons. Hierna verlaat het bewustzijn uiteindelijk het lichaam.

Het Heldere Licht ‘moment’ duurt vaak "niet langer dan een vingerknip", maar voor een "beoefenaar" daagt het zolang als hij onafgeleid en ongestoord kan rusten in de staat van de natuur van de geest. Omdat je nooit zeker kunt weten of iemand "gerealiseerd" is of niet, of wanneer het bewustzijn het lichaam verlaten heeft, wordt een lichaam dus niet verplaatst voordat die drie dagen verstreken zijn. 

Sogyal Rinpoche: "Als het lichaam nog wordt aangeraakt – doordat bijvoorbeeld een injectie wordt gegeven – wordt het bewustzijn getrokken naar de plaats waar het lichaam is aangeraakt. Dan kan het zijn dat het bewustzijn van de dode door de dichtstbijzijnde opening het lichaam verlaat in plaats van door de fontanel en dientengevolge een onfortuinlijke wedergeboorte verwerft. Strikt genomen is het dus beter als lijkschouwingen of crematies pas na drie dagen plaats vinden." Over het snijden in een zo vers mogelijk (bijna) lijk van een nog niet eens overleden persoon wordt hier al helemaal niet gerept.

 
Maar dan komt verderop in het boek (blz.364) orgaandonatie aan de orde: "Moeten wij, wanneer wij komen te sterven, onze organen ter beschikking stellen? En wat gebeurt er wanneer deze verwijderd moeten worden terwijl het bloed nog stroomt, of voordat het stervensproces beëindigd is? Stoort of schaadt dit het bewustzijn op het moment van de dood?"

Hier is Sogyal Rinpoche ineens een stuk milder: "Leraren aan wie ik deze vraag heb voorgelegd, zijn het er allemaal over eens dat het ter beschikking stellen van organen een uiterst positieve daad is, aangezien zij voortvloeit uit de oprecht mededogende wens anderen te helpen. Zolang het dus de oprechte wens van de stervende is, zal het bewustzijn dat het lichaam verlaat op geen enkele wijze schade ondervinden. Integendeel, met zo’n laatste edelmoedige daad creëert men goed karma. Een andere leraar zei dat alle lijden en pijn die iemand ondergaat tijdens het proces van afstaan van zijn of haar organen en ieder moment van afleiding goed karma creëert. Dilgo Khyentse Rinpoche zei: ‘Indien vaststaat dat de persoon binnen enkele ogenblikken zal sterven en hij de wens heeft uitgesproken zijn organen ter beschikking te stellen en zijn geest vervuld is van mededogen, kan het geen kwaad dat zijn organen worden verwijderd, zelfs voordat het hart ophoudt te kloppen.’"

Dan toch maar orgaandonatie?
Let hierboven vooral op het woord "oprecht". De keuze moet door de gulle donateur bewust gemaakt zijn en dus niet gemakzuchtig worden overgelaten aan een snijgrage arts of een onbetrouwbare overheid.  


*Sogyal Rinpoche (1947) is de laatste tijd niet zo gunstig in het nieuws. Het lijkt erop dat theorie en praktijk van de boeddhistische leer bij hem wat uit elkaar zijn gedreven. Hij is in opspraak geraakt en naar het schijnt op dit moment in langdurige retraite. Naar mijn mening heeft deze ontwikkeling geen invloed op de grote waarde en kwaliteit van zijn Tibetaanse boek van leven en sterven.


Bron:
Het Tibetaanse boek van leven en sterven
Sogyal Rinpoche
Servire 1996, vijfde druk