Het is opvallend dat de Tibetaanse meester Sogyal
Rinpoche* in zijn boek Het Tibetaanse
boek van leven en sterven met betrekking tot dit onderwerp twee
tegenstrijdige meningen lijkt te verkondigen. Aan de ene kant raadt hij aan om
het lichaam van een overledene een aantal dagen met rust te laten, aan de
andere kant promoot hij orgaandonatie als middel om goed karma te scheppen.
Eerst legt hij uit (blz.253) waarom het in Tibet gebruikelijk
is het lichaam gedurende drie dagen na de dood niet aan te raken of op andere
wijze te verstoren. Zolang duurt namelijk de periode (eigenlijk drieëneenhalve
dag) waarin de overledene, die op het moment van sterven het Heldere Licht niet
herkend heeft, in een staat van bewusteloosheid verzonken blijft. Volgens
Sogyal geldt dat voor de overgrote meerderheid van ons. Hierna verlaat het
bewustzijn uiteindelijk het lichaam.
Het Heldere Licht ‘moment’ duurt vaak "niet langer
dan een vingerknip", maar voor een "beoefenaar" daagt het
zolang als hij onafgeleid en ongestoord kan rusten in de staat van de natuur
van de geest. Omdat je nooit zeker kunt weten of iemand
"gerealiseerd" is of niet, of wanneer het bewustzijn het lichaam verlaten
heeft, wordt een lichaam dus niet verplaatst voordat die drie dagen verstreken
zijn.
Sogyal Rinpoche: "Als het lichaam nog wordt aangeraakt – doordat
bijvoorbeeld een injectie wordt gegeven – wordt het bewustzijn getrokken naar
de plaats waar het lichaam is aangeraakt. Dan kan het zijn dat het bewustzijn
van de dode door de dichtstbijzijnde opening het lichaam verlaat in plaats van
door de fontanel en dientengevolge een onfortuinlijke wedergeboorte
verwerft. Strikt genomen is het dus beter als lijkschouwingen of crematies
pas na drie dagen plaats vinden." Over het snijden in een zo vers mogelijk
(bijna) lijk van een nog niet eens overleden persoon wordt hier al helemaal
niet gerept.
Maar dan komt verderop in het boek (blz.364) orgaandonatie aan de orde: "Moeten
wij, wanneer wij komen te sterven, onze organen ter beschikking stellen? En wat
gebeurt er wanneer deze verwijderd moeten worden terwijl het bloed nog stroomt,
of voordat het stervensproces beëindigd is? Stoort of schaadt dit het
bewustzijn op het moment van de dood?"
Hier is Sogyal Rinpoche ineens een stuk milder: "Leraren aan wie ik
deze vraag heb voorgelegd, zijn het er allemaal over eens dat het ter
beschikking stellen van organen een uiterst positieve daad is, aangezien zij
voortvloeit uit de oprecht mededogende wens anderen te helpen. Zolang het dus
de oprechte wens van de stervende is, zal het bewustzijn dat het lichaam
verlaat op geen enkele wijze schade ondervinden. Integendeel, met zo’n laatste
edelmoedige daad creëert men goed karma. Een andere leraar zei dat alle lijden
en pijn die iemand ondergaat tijdens het proces van afstaan van zijn of haar
organen en ieder moment van afleiding goed karma creëert. Dilgo Khyentse
Rinpoche zei: ‘Indien vaststaat dat de persoon binnen enkele ogenblikken zal
sterven en hij de wens heeft uitgesproken zijn organen ter beschikking te
stellen en zijn geest vervuld is van mededogen, kan het geen kwaad dat zijn
organen worden verwijderd, zelfs voordat het hart ophoudt te kloppen.’"
Dan toch maar orgaandonatie?
Let hierboven vooral op het woord "oprecht". De keuze moet door de
gulle donateur bewust gemaakt zijn en dus niet gemakzuchtig worden overgelaten
aan een snijgrage arts of een onbetrouwbare overheid.
*Sogyal Rinpoche (1947) is de laatste tijd niet zo gunstig in het
nieuws. Het lijkt erop dat theorie en praktijk van de boeddhistische leer bij
hem wat uit elkaar zijn gedreven. Hij is in opspraak geraakt en naar het
schijnt op dit moment in langdurige retraite. Naar mijn mening heeft deze
ontwikkeling geen invloed op de grote waarde en kwaliteit van
zijn Tibetaanse boek van leven en sterven.
Bron:
Het Tibetaanse boek van leven en sterven
Sogyal Rinpoche
Servire 1996, vijfde druk
Het Tibetaanse boek van leven en sterven
Sogyal Rinpoche
Servire 1996, vijfde druk