zaterdag 7 september 2024

Nog meer gelukzaligheid

Ik blijf nog even hangen in gelukzaligheid (als onderwerp). Het wordt ook genoemd in een tekst die bekend staat als “Het laatste testament van Longchenpa”.
 
Longchenpa (1308-1364/69) verheugt zich hier op zijn dood, of eigenlijk het hiernamaals. Hij zal zijn “intrek nemen in het bolwerk van de grote gelukzaligheid”. 
Dit roept bij mij vragen op. Een zeer belangrijke leraar uit het Tibetaans boeddhisme streeft hier kennelijk niet naar bevrijding door op te gaan in het Heldere Licht, maar handhaaft een vorm van bewustzijn dat (na realisatie van zelfloosheid?) grote gelukzaligheid gaat ervaren in een veilige ruimte/toestand. 
Is hier sprake van tukdam? Is er verwarring ontstaan door de vertaling?
 
 
Het laatste testament van Longchenpa:

Aan een wolkenloze avondhemel staat de volle maan,
‘De Heer van de Sterren’, op het punt op te komen…
Het gezicht van mijn mededogende heer, Padmasambhava,
Trekt mij naar zich toe, en straalt zijn teder welkom uit.
Mijn vreugde in de dood is vele malen groter
Dan de vreugde van kooplui over hun onmetelijke fortuinen,
Of de triomf der goden die zich beroemen op hun overwinningen,
Of het geluk der wijzen die de extase van volmaakte absorptie
zijn binnengegaan.
Net zoals een reiziger die op weg gaat wanneer de tijd is gekomen,
Zo zal ik niet langer in deze wereld verwijlen,
Maar mijn intrek nemen in het bolwerk van de grote gelukzaligheid,
voorbij de dood.

(Vertaling uit het Engels: Rigpa vertaalcollectief)

 

Bron:
Sogyal Rinpoche
Dagend inzicht
Servire, 1995