Sebo Ebbens schreef op Bodhi een artikel over yidams, en dan speciaal de
yidam Chenrezig. Nu ben ik bijzonder geïnteresseerd in yidams, omdat ze
als beschermgoden een belangrijke rol spelen in de instructies van het Bardo Thödol. Avalokiteshvara (Chenrezig)
wordt daarin genoemd en geëerd als de perfecte yidam ‘voor iedereen’, op hem
kun je altijd rekenen. Deze ‘Boeddha van Mededogen’ wordt vaak
afgebeeld met duizend ogen, die het lijden in alle hoeken van het universum
zien, en duizend armen die overal hulp verlenen.
Hoewel
het Bardo Thödol even ter sprake
komt, blijkt het stuk van Ebbens meer een praktische instructie voor yidam
beoefening te zijn, visualiseren bij meditatie, met als doel mededogen (bij
jezelf) op te wekken. “Visualisatie waarbij je tot in detail een bodhisattva
voor ogen neemt en deze daarna in jezelf oplost. Op die manier roep je de
verlichte kwaliteiten van de bodhisattva in jezelf op. Zo ontwikkel je
bijvoorbeeld de kwaliteit van mededogen, door je te vereenzelvigen met yidam
Chenrezig.”
In het
Tibetaans boeddhisme zijn er talloze yidams te vinden, vertelt Ebbens, waarvan
er in het dodenboek meer dan honderd beschreven worden. “Elke yidam
representeert één of meer aspecten van de verlichte staat van geest”, is daar
een afbeelding van. De yidam Chenrezig bijvoorbeeld staat voor de kwaliteit van
het inherente mededogen, en Vajrapani representeert de kwaliteit van de vijf
vaardige handelwijzen waarmee we dat mededogen kunnen vormgeven. Groene Tara
helpt ons om ons te bevrijden van de angsten die ons afhouden van openheid. En
Manjushri zorgt ervoor dat we contact kunnen maken met onze helderheid door het
doorsnijden van wat ons belemmert.”
Ebbens
vermeldt hierbij dat de yidams soms toornig worden afgebeeld, en soms
vriendelijk. “Als ze toornig afgebeeld zijn, is dat omdat ze ons duidelijk
willen maken dat we echt moeten luisteren naar wat ze te zeggen hebben. In elk
geval verbinden we ons met één of meer kwaliteiten van de verlichte staat van
geest, als we ons met één of meer van deze yidams verbinden.” Dat doen we door
het visualiseren van een yidam, “daarmee activeren we onze eigen, inherente
kwaliteiten zoals openheid, helderheid en mededogen, zodat we deze in kunnen
zetten in ons dagelijks bestaan.”
Ervaring
met visualiseren kan nog goed van pas komen, denk ik. Het Bardo Thödol geeft instructies aan de overledene, die passen bij
zijn niveau van ontwikkeling. Als hij zich bijvoorbeeld bezighield met
visualisatiebeoefening, krijgt hij de tekst (sadhana) voorgelezen die de
visualisatie en verering van zijn
godheid beschrijft. Dat moet hem aan zijn yidam herinneren. En in de bardo van
wording bijvoorbeeld, wordt de overledene geadviseerd op Avalokiteshvara te
mediteren, en hem te visualiseren, om zodoende niet opnieuw in een moederschoot
of bestaanswereld te belanden.
Volgens
Ebbens is het woord yidam is moeilijk te vertalen, in het Engels meestal ‘deity’,
in het Nederlands wordt dat dan ‘godheid’. Maar die vertaling levert vooral
misverstanden op. Yidam is een afkorting van de Tibetaanse begrippen ‘yid kyi
dam tshig’. Dat betekent ‘onze geest (yid kyi) vol verbinden (dam tshig) met
een afbeelding die de verlichte kwaliteiten van onze geest representeert.’ Ik moet
denken aan Robert Thurmans vertaling van het Tibetaans Dodenboek, daarin komt het woord yidam helemaal niet
voor. Hij noemt het consequent “je
archetypische boeddhavorm”.
Het
artikel van Ebbens vind je HIER.