zaterdag 28 januari 2023

Zelfbescherming van de geest

In het dagboek van de Franse schrijver en Nobelprijswinnaar Roger Martin du Gard (1881-1958), uitgegeven door de Arbeiderspers in de serie privé-domein*, staat een interessante beschouwing over omgaan met doodsangst. Toen Du Gards echtgenote Hélène Foucault (na een huwelijk van 43 jaar) zeer plotseling overleed, stopte hij met zijn dagboek, maar in december 1949 noteert hij nog iets over zelfbescherming van de geest: 
 
[Door mij een beetje ingekort -RR] “Ik constateer dat de geest beschikt over een doeltreffende functie, die zich duidelijk manifesteert maar waarover weinig bekend is, die op mysterieuze wijze feilloos in werking treedt en op die momenten dat het nodig is, dwars door het bewustzijn een scherm optrekt om bepaalde al te wrede waarheden te verhullen en de veerkracht van het gemoed te sparen. Dit beschermingssysteem werkt met automatische precisie. Zodra de gedachten afdwalen en plotseling het besef doordringt van bepaalde gruwelijke feiten die het gevoel dusdanig dreigen te ontwrichten dat we ons evenwicht en ons verstand verliezen, treedt prompt de veiligheidspal in werking, wordt het afweerscherm opgetrokken, en ontsnapt de geest aan de gedachte of aan het specifieke beeld dat een marteling zou betekenen. Zo zal het gaan bij mensen die weten dat ze veroordeeld zijn tot een pijnlijke dood en die toch een normaal leven blijven leiden."
 

"Zo gaat het [ook] bij hen die door het ongeluk zijn getroffen, die een dierbare hebben verloren en die dankzij deze onbewuste controle aan de niet-aflatende obsessie ontsnappen en juist op het moment dat het heldere besef onverdraaglijk zou worden, door het scherm worden behoed. Dat de bewuste wil hier een rol in speelt is zeker. En des te doeltreffender naarmate de vrees om te lijden (een soort wegvluchten voor verdriet) sterker is. Ik denk dat we op deze tragische momenten moeten vechten tegen de macht van de verbeelding. En ook tegen de al te verlokkende bitterheid van de wanhoop. Niet zwichten voor de verleiding om weg te zinken in dat verdriet; en vanaf het begin pogingen doen ons uit die bodemloze put te hijsen waarin het verdriet ons heeft gestort; ons voor het te laat is in de concrete wereld begeven, die tijdloze, onbegrensde mensenwereld, waarvan wij een moment deel uitmaken. Dan beseffen we dat niets zo troostrijk, of liever nog zo geruststellend is als het gevoel niets te zijn, een korte vonk in een eindeloze nacht: er bestaat een soort verlossing, denk ik, voor degenen die tot dit heroïsch besef van het niets komen.”

 I. Het valt mij op dat Du Gard hier wil “vechten tegen de macht van de verbeelding”, terwijl zijn schrijversdoel juist altijd was de verbeelding tot werkelijkheid te maken, en de lezer tot een toeschouwer die zich laat meeslepen door die werkelijkheid.

II. Naast rouwverwerking is de ontsnapping aan doodsangst het onderwerp van Du Gards beschouwing. Dat vind ik extra interessant, omdat zijn grote voorbeeld Lev Tolstoj was. Deze Russische schrijver, die vaak en beeldend over sterven schreef, had namelijk zelf een enorme angst voor sterfelijkheid. Tolstoj’s uitweg hier lag in zijn persoonlijke religie, zijn mystiek godsbegrip. Hij probeerde zich de dood voor te stellen als een spirituele verlossing, een moment van extase en vrijheid waarop de geest bevrijd werd om samen te smelten met het universum, en op te gaan in een ‘universele ziel’. Misschien ‘het niets’ waar Du Gard het over heeft?
 
 

*Kijken door een sleutelgat; Dagboeken en herinneringen 
  Roger Martin du Gard 
  Vertaling Anneke Alderlieste 
  De Arbeiderspers, 2e druk 2022

zaterdag 21 januari 2023

Overpeinzing bij het zeildoek


Sterven is… God ontmoeten! Bent U bereid?
 
 
Affiches met dit soort teksten zie je soms langs de snelweg staan, of ook wel op andere drukke punten met veel publiek. Waarschijnlijk worden ze geplaatst in opdracht van een christelijke stichting met een sterke zendingsdrift en (te) veel geld, want goedkoop zal het niet zijn. De verschillende uitingen hebben vaak een vermanend karakter en zijn soms wat betweterig van toon. De plakkaten, in dit geval op stevig zeildoek, zijn (daarom?) ook wel eens doelwit van vernieling.

Het is waarschijnlijk niet de bedoeling van de steile refo-adverteerders, maar je zou de tekst ook anders kunnen interpreteren. Je zou God dan kunnen beschouwen als Helder Licht, de Oorsprong, de Bron. Sterven is teruggaan naar de Bron. Dat is fijn en juist, lijkt mij. Maar dan moet je dat wel herkennen en zien, en vooral niet bang zijn op het moment suprême van overlijden! Als je daar tijdens je leven al aan werkt, heb je veel betere kansen als het zover is. Je moet dus vóór-bereid zijn.

Hetzelfde verhaal, maar dan anders. (En minstens zo vermanend, eigenlijk.)

woensdag 11 januari 2023

The Tibetan Book of the Dead; A Biography

Het Tibetaans Dodenboek (ook: Bardo Thödol) is de meest bekende boeddhistische tekst in het Westen, sinds de eerste publicatie in het Engels in 1927 zijn er meer dan een miljoen exemplaren van verkocht. Donald S. Lopez Jr. (1952) is professor Buddhist and Tibetan Studies aan de universiteit van Michigan. Hij onderzocht oorsprong en geschiedenis van deze tekst en kwam tot de conclusie: “Het Tibetaans Dodenboek is niet echt Tibetaans, niet echt een boek en gaat niet echt over de dood”. 
 
In 2011 publiceerde Lopez bij de Princeton University Press The Tibetan Book of the Dead; A Biography. In deze korte, maar fascinerende wetenschappelijke studie voor een breed publiek, wordt in 185 bladzijden het vreemde verhaal verteld van de vertaling en transformatie van een verzameling relatief obscure Tibetaans boeddhistische teksten van onzekere afkomst, naar één enkel Engelstalig boek, dat uiteindelijk wereldwijd een tijdloze spirituele klassieker werd. De ‘biography’ door Donald Lopez is een must voor iedereen die geïnteresseerd is in het Tibetaans Dodenboek. Boeiend en informatief, en met de juiste dosering (mild) scepticisme.
 

De hoofdrolspeler in dit verhaal is Walter Evans-Wentz (1878-1965), een excentrieke geleerde en spiritueel zoeker uit Trenton, New Jersey. Hoewel hij nooit in Tibet was geweest, en de taal niet sprak of las, werd het Tibetaans Dodenboek door deze theosoof gecreëerd en benoemd. Donald Lopez laat zien dat het boek (daardoor) veel meer Amerikaans is dan Tibetaans, en dat het alleen vanuit dat perspectief op de juiste manier gelezen en begrepen kan worden. De eeuwige populariteit van het Tibetaans dodenboek zou niet alleen voortkomen uit de oorsprong (‘magisch en mysterieus Tibet’), maar ook uit de manier waarop Evans-Wentz de tekst vertaald heeft in de taal van een zeer Amerikaanse spiritualiteit. Naast een filosofische interesse in leven na de dood is er de traditie van de ‘gevonden’ tekst als een bewaarplaats voor oude wijsheid. Lopez beschrijft hier onder meer het visionaire begin van het mormonisme, en trekt interessante parallellen met de Tibetaanse teksten, die deel uitmaken van een traditie van verborgen en later teruggevonden geschriften. Evans-Wentz liet ze naar het Engels omzetten door de occultist Kazi Dawa-Samdup, en zocht daarna naar overeenkomsten met theosofische denkbeelden, om er zo de (voor hem) juiste draai aan te kunnen geven.

Een mooi voorbeeld van oude teksten die gebruikt worden om autoriteit te verschaffen aan opvattingen en religies. Is hier nu sprake van een demystificatie? Je zou kunnen bedenken dat Evans-Wentz hier elke willekeurige Oosterse tekst had kunnen kiezen, uit z’n context halen en er dan een vergelijkbaar verhaal van maken. Toch lijkt me dat niet helemaal eerlijk ten opzichte van deze ijverige theosoof. Het resultaat van zijn inspanningen zal niet per se (helemaal) onjuist zijn. De geschriften in kwestie zijn Tibetaans, en maakten oorspronkelijk deel uit van een verzameling van honderden stervensteksten, ooit verborgen voor latere openbaring. Er is dus materiaal genoeg voorhanden om te bestuderen en te vergelijken.

The Tibetan Book of the Dead; A Biography 
Donald S. Lopez, Jr. 
Princeton University Press, 2011

woensdag 4 januari 2023

Clarence Odbody

Every time a bell rings, an angel gets his wings. 
 
It’s A Wonderful Life is de perfecte kerstklassieker van Frank Capra uit 1946. Misschien heb je deze film rond de feestdagen zelf ook (weer) eens bekeken? Het verhaal is echt kerstig, met veel sneeuw, een vrekkige slechterik, een smetteloze hoofdpersoon, een moraal en vooral: een goede afloop.


George Bailey (James Stewart) is bankier in klein stadje en behoorlijk in de problemen geraakt. Op kerstavond 1945 wil hij zelfmoord plegen door van een brug in het ijskoude water te springen. Gebeden van zijn familie en vrienden bereiken de hemel, en er wordt een engel gestuurd om George te redden. Ze ontmoeten elkaar op de brug, de engel springt in de rivier, en George redt hem (en daarmee zichzelf). Goed gedaan! Als George Bailey zegt dat hij eigenlijk wenst dat hij nooit geboren was, laat de engel hem zien hoe de wereld er dan zou hebben uitgezien. Niet zo best, realiseert George zich dan, en hij omarmt het leven (en zijn familie) weer uitbundig. Missie geslaagd.

It’s A Wonderful Life is gebaseerd op The Greatest Gift (1943), een kort verhaal van Philip Van Doren Stern, dat zelf ook weer losjes gebaseerd is op A Christmas Carol (1843) van Charles Dickens. In The Greatest Gift is de engel ‘een stranger’.

Engel en hemel in deze film, daar wil ik het hier even over hebben. De engel (gespeeld door de Engelse acteur Henry Travers) heeft een naam: Clarence Odbody. Deze wat sullige figuur is geboren in 1653 en was ooit klokkenmaker. Onder zijn ‘hedendaagse’ kleding draagt hij nog de onderkleding waarin hij overleden is. Hij is een fan van Mark Twain (1835-1910), en heeft diens roman Tom Sawyer bij zich. Het is niet duidelijk waarom. Misschien omdat Tom zijn eigen begrafenis meemaakt? Aan het eind van de film laat hij het boek achter voor George.

Van de hemel zien wij niets in deze film. In de betreffende scene richt de camera zich op het heelal, waar twee ‘senior’ engelen, Joseph en Franklin, het geval George Bailey bespreken. Zij worden verbeeld door hemellichamen die opflikkeren, telkens als zij praten. Er wordt besloten om ‘Angel Second Class’ Clarence naar de aarde te sturen. Een beschermengel die hier met deze klus na ‘twee eeuwen dapper werk’ eindelijk zijn wings kan verdienen. Volgens Joseph en Franklin heeft Clarence “the I.Q. of a rabbit, but "the faith of child—simple." Niet heel snugger dus (later zegt ook George: “You look like about the kind of an angel I'd get."), maar wel effectief.

Overleden mensen kunnen dus in de hemel belanden en engel worden. Er is een leertraject met promotiemogelijkheden, vleugels moet je verdienen, mensen op aarde worden ondersteund, er wordt gelezen en er wordt geroddeld. Engelen zijn kennelijk geen perfecte wezens, dat blijkt ook uit de motivatie van Clarence voor deze klus. Die is namelijk niet geheel onbaatzuchtig, hij wil zijn wings! De enige echt onbaatzuchtige persoon in het hele verhaal is George Bailey. Hij heeft zijn hele leven ingeleverd voor anderen. Eigenlijk is hij de ware engel, lijkt mij.

zondag 1 januari 2023

Ik slaap

Rond de Kerstdagen bracht Parool een tribute aan tekenaar Hein de Kort (1956), met een reeks vaak hilarische favorieten van lezers. Deze stond er natuurlijk ook bij:
 
bron afb: Parool