maandag 16 juli 2018

Zijn sterfbedvisioenen cultureel bepaald?

Verslagen van sterfbedvisioenen of bijna-doodervaringen zijn meestal sterk gekleurd door de religieuze overtuiging of culturele beperktheid van de hoofdpersoon. Het lijkt erop dat mensen op zo’n moment zien en meemaken wat ze bij voorbaat al verwacht hadden. In haar boek Tocht door twee werelden merkt Ilse Dorren terecht hierover op: “Het is een dubieuze kwestie of een pas overleden vuilnisman uit Sint-Job-in-het-Goor opeens Amogha Siddhi met zijn kruisvormige dorje op zijn harpijentroon zal zien zitten”.

Erg grappig gezegd, en het wordt nog eens bevestigd door een artikel dat ik tegenkwam in een oud nummer van het tijdschrift Bres. Amerikaans onderzoek uit de jaren zestig en zeventig op het gebied van ‘het stervensproces’ wees uit dat Amerikaanse ondervraagden meestal over de drempel van de dood werden geholpen door een verschijning van Maria, Jezus of een engel. In India was dat dan Krishna, Shiva of een yamdoot (een boodschapper van Yama, god van de dood). 

Het Meisje met de Zwavelstokjes en haar oma.

Daarnaast werden de Amerikanen dikwijls ook nog opgevangen door een eerder overleden dierbaar familielid (ouders, kinderen, echtgenoot), in India waren het vaker religieuze figuren. Volgens de onderzoekers kwam dat mogelijk door de strenghiërarchische gezinsstructuur in India, want wie zit er na zijn dood te wachten op alwéér een autoritair familielid? Driekwart van de ondervraagden ging graag en gelukkig met de verschijningen mee. Maar een kwart (meestal de Indiërs) bepaald niet, waarschijnlijk in verband met de behoorlijk angstwekkende yamdoot. 

Degenen die hun godsdienst actief beleefden stonden iets meer open voor de ervaringen in het hiernamaals, al stemden de visioenen zowel bij christenen als bij hindoes niet geheel overeen met hun hieraan voorafgaande religieuze en culturele conditionering. Verscheidene hindoe-opvattingen kwamen niet aan bod in de “Indiase” visioenen, en christelijke denkbeelden als ‘oordeel’, ‘zaligmaking’ en ‘verlossing’ werden niet weerspiegeld in de visioenen van de Amerikaanse ondervraagden. En hoewel er dikwijls melding werd gemaakt van visioenen over de hemel, kwamen die over hel en duivels nagenoeg niet voor. De verschijningen en de omstandigheden in het leven hierna, zoals dat door christenen werd ervaren, waren alleen maar bijzonder prettig en aangenaam positief.

En dat verbaast mij dan weer niets, dit is conform de verwachtingen die de meeste mensen echt lijken te hebben. Want wat de vertegenwoordigers van de diverse religies hem ook proberen in te prenten, de ‘moderne mens’ creëert uiteindelijk zijn eigen hoogstpersoonlijke ideale hemel en godenwereld, en de daarmee onvermijdelijk verbonden projecties en symboliek. De zoveelste bevlieging van tijdelijke aard.


Bron:
Michael Perry
Sterven, hoe ervaar je dat?
Bres 79, november/december 1979