dinsdag 3 april 2018

De Salariskloof

Gustave Doré, Inferno, Canto 32

Wieteke van Zeil heeft een charmante kunstrubriek in de Volkskrant, Oog voor detail. Vorige maand werd daarin Het Laatste Oordeel besproken, een schilderij van Stefan Lochner uit 1435. Van Zeil legde daarbij een link naar de hedendaagse bonus- en graaicultuur in het algemeen en de megasalarisverhoging van een ING-bobo in het bijzonder. Op een fragment van het drieluik zien wij hoe een "gierigaard, mogelijk een bankier", wordt leeggeschud door drie hellemonsters "als om te laten zien: je kunt het niet meenemen in je graf hoor, dat royale salaris dat je jezelf hebt toebedeeld".
Van Zeil verwijst hierbij naar de eveneens middeleeuwse Divina Commedia, waar de diverse geldobsessieven ook allemaal hun eigen plekje hebben gekregen in een van de negen kringen van de hel.

Heel vermakelijk en leerzaam bovendien, maar hoe zat het ook weer precies? Met Pasen trok ik daarom de klassieker van Dante Alighieri even uit de kast. Een toepasselijk moment, want het verhaal (in dichtvorm) beschrijft ons een mystieke reis door de rijken van het hiernamaals in de paasweek van 1300. De donkere gravures van Gustave Doré in mijn exemplaar laten weinig aan de verbeelding over. Slangen, draken, duivels met hooivorken en ander middeleeuws vertier. Opvallend weinig kwellingen met vuur, maar wel veel koude narigheid. Typerend voor die periode.

In de vierde ring van de hel duwen gierigaards en verkwisters zinloos zware lasten heen en weer. Een tegenstrijdig kwaad, dat schrapen en verspillen. Een categorie lager, in de zevende ring (nog "voorbij de moordenaars en geweldplegers", zoals Van Zeil fijntjes opmerkt) bevinden zich de woekeraars in het gezelschap van "sodomieten en andere godslasteraars". Zij rennen rond in een woestijn, terwijl vuur op hun hoofden regent. Voor de volledigheid dalen wij ook nog even af naar de krochten van de achtste kring. Hier zijn tien kloven ingericht voor tien soorten bedriegers. Corrupte politici en ambtenaren vind je er in de vijfde kloof, in een bad van kokend pek.

Het kwaad straft zichzelf, maar soms heeft dat een duwtje nodig.


link:
Het artikel van Wieteke van Zeil in de Volkskrant (€) HIER