Jiddu Krishnamurti (1895-1986) vond de thema’s hiernamaals, reïncarnatie en dergelijke niet zo heel interessant. Bij hem maakte het niet uit of er iets is, hierna, en wat dat dan wel zou zijn. Hij heeft wel veel gesproken over angst en doodsangst en daarom past hij toch uitstekend binnen de kaders van dit blog, stervensproces en hiernamaals. Angst is een ontzettend belangrijk thema, ook in het Bardo Thödol. Denk aan de angst om het heldere licht binnen te gaan, of hoe een overledene in het bardo door angst gedreven opnieuw aan een wedergeboorte begint.
Het volgende fragment komt uit een openbaar gesprek in New Delhi op 6 november 1963:
“Als u ontdekken wilt wat de dood is, moet er geen afstand zijn tussen u die leeft met allerlei problemen en de dood. U moet de betekenis van de dood begrijpen en ermee leven terwijl u nog voldoende alert bent, nog niet helemaal afgestompt. Het fenomeen dat wij dood noemen, is het einde van alles wat u kent. Uw lichaam, uw geest, uw werk, uw ambities, de dingen die u hebt opgebouwd, de dingen die u nog wilt doen, de dingen die u niet hebt klaargekregen de dingen die u geprobeerd hebt klaar te krijgen. Als de dood komt, komt aan dat alles een einde. Dat is een feit: het einde. Wat daarna gebeurt, is een heel andere kwestie. Het is niet van belang, want u zult er niet naar informeren als u niet bang meer bent. Als u geen angst meer kent, wordt de dood een uitzonderlijk fenomeen, niet sadistisch, niet abnormaal en niet ongezond, want de dood is dan iets onbekends en in het onbekende ligt een enorme schoonheid.
Dit zijn niet slechts woorden.
Om de betekenis van de dood te begrijpen, om het belang ervan in te zien, om de onmetelijkheid ervan te begrijpen – niet het stompzinnige, symbolische plaatje van de dood – moet er dus een eind komen aan de angst voor leven en sterven, niet alleen bewust, maar ook diep vanbinnen. De meesten van ons willen wel sterven; wij hebben soms de wens om dood te aan omdat ons leven zo oppervlakkig is, zo leeg. Omdat ons leven hol en leeg is, proberen wij er een betekenis aan te geven, een zin. Wij vragen ons af wat de zin van het leven is, omdat ons leven zo leeg, zo oppervlakkig en zo waardeloos is. Wij denken dat wij een ideaal nodig hebben om voor te leven – het is allemaal onzin. Angst is de oorsprong van de scheiding tussen het fenomeen dat u de dood noemt en het fenomeen dat u leven noemt. Wat betekenen deze in werkelijkheid, niet theoretisch? Wij voeren geen discussie over theorieën, wij discussiëren niet om slechts een idee of concept te kunnen formuleren. Nee, dat doen wij niet, wij hebben het over feiten en als u een feit reduceert tot een theorie, betekent dat uw eigen ongeluk. Dan zult u leven met de schaduw van uw eigen angst en zult u ellendig aan uw eind komen, net zo ellendig als u aan uw leven begonnen bent.”
Bron:
Leven en dood
Krishnamurti
Altamira-Becht, 1993