donderdag 11 oktober 2018

Airbag


Thom Yorke is zanger en frontman van de band Radiohead. Hoe het tegenwoordig met hem gesteld is weet ik niet, maar ten tijde van het album OK Computer (1997) was hij behoorlijk geïnteresseerd in (Tibetaans) boeddhisme. Hij kwam hiermee in aanraking toen hij een exemplaar van het Tibetaans Dodenboek kocht, in de vertaling van Robert Thurman. De beknopte introductie tot het boeddhisme in het algemeen wekte Yorke’s belangstelling. Daarna las hij Het Tibetaans boek van Leven en Sterven van Sogyal Rinpoche, wat toen voor hem het meest bijzondere was wat hij ooit gelezen had en “common sense from start to finish”.


Mediteren lukte Thom Yorke niet, maar hij kon wel veel kwijt in zijn muziek. Bijvoorbeeld op het album OK Computer, volgens velen een baanbrekend meesterwerk in de popgeschiedenis. Het is geen conceptalbum, maar het is wel de bedoeling dat je de nummers in samenhang beluisterd. Naast moderne onderwerpen als globalisering, vervoer en technologie komen bijvoorbeeld ook waanzin en dood aan de orde. Er zitten boeddhistische elementen in de nummers Karma Police en Airbag. De baslijn van Airbag stopt en begint onverwacht. Het nummer verwijst naar auto-ongelukken en reïncarnatie en dat je zomaar ineens dood kan zijn, telkens als je onderweg bent. De illusie van veiligheid. Het is geïnspireerd door het Tibetaans Dodenboek en een artikel in een tijdschrift getiteld Een airbag redde mijn leven.

Een ander voorbeeld van een popartiest die zich (in)direct door het Bardo Thödol liet inspireren is John Lennon met Tomorrow Never Knows.