De Portugese dichter Fernando Pessoa raakte, naar eigen zeggen, "in metafysische paniek" toen hij een paar theosofische boeken moest vertalen. Dat is opmerkelijk als je bedenkt dat hij in feite geknipt was voor die opdracht, en waarschijnlijk toch ook wel wat gewend op esoterisch gebied. Zijn kennis daarvan was aanzienlijk. Fernando Pessoa (1888-1935) was een tegenstander van de georganiseerde kerken (vooral die in Rome) en noemde zichzelf een ‘gnostisch christen’. Als religieus mens zonder religie was kennis van de ‘andere’ waarheid voor hem een levensnoodzaak. Na bestudering van alle grote filosofen verplaatste zijn interesse zich voor de rest van zijn leven naar het occulte in al zijn verschillende hoedanigheden en verschijningsvormen. Met kabbala, vrijmetselarij, het pantheïsme en het pantheïstisch transcendente denken voorop. Theosofie kan daar natuurlijk zo tussen. Deze mix van filosofie, religie en wetenschap heeft als uitgangspunt dat alle religies en filosofieën uit één universele wijsheid zijn voortgekomen. Kennis komt niet door openbaring, maar via 'ontsluiering' van oude waarheden. Denk hierbij ook aan ‘ontdekking’ en publicatie van (wat wij nu kennen als) Het Tibetaans Dodenboek door theosoof Walter Evans-Wentz.
De theosofie als ‘ultrachristelijk systeem’ (met de christelijke principes verheven tot een punt waar ze versmolten zijn tot iets dat verder ligt dan God) vindt Pessoa eigenlijk niet te verenigen met zijn eigen ‘fundamentele heidendom’. Terwijl tegelijkertijd diezelfde theosofie (die elke godsdienst toelaat) juist helemaal overeenstemt met het heidendom, dat ook alle goden toelaat in zijn pantheon. Het stoot hem af en trekt hem aan. “De theosofie maakt mij bang door haar mysterie en haar occulte grootsheid. Het is de afschrikking en de aantrekking van de afgrond voorbij de ziel. Een metafysische paniek.”
En wat betreft de dood: “Leven is een ander toebehoren. Sterven is een ander toebehoren. Leven en doodgaan is precies hetzelfde. Maar leven is een ander van buiten toebehoren, en sterven is een ander van binnen toebehoren. De twee dingen lijken op elkaar, maar het leven is de buitenkant van de dood. Daarom is het leven het leven en de dood de dood; want de buitenkant is altijd waarachtiger dan de binnenkant - zoals het de buitenkant is die men ziet, en de binnenkant wat er niet is.”
Fernando Pessoa’s enige echte vriend Mário de Sá-Carneiro (van de niet verstuurde brief) stierf jong in 1916, hij pleegde zelfmoord op zijn 25e. Pessoa zelf ging (niet onvrijwillig) dood aan alcoholvergiftiging. Zijn laatste geschreven woorden waren "I know not what tomorrow will bring".