zondag 15 december 2024

Metafysische paniek; Pessoa en de theosofie


De Portugese dichter Fernando Pessoa raakte, naar eigen zeggen, "in metafysische paniek" toen hij een paar theosofische boeken moest vertalen. Dat is opmerkelijk als je bedenkt dat hij in feite geknipt was voor die opdracht, en waarschijnlijk toch ook wel wat gewend op esoterisch gebied. Zijn kennis daarvan was aanzienlijk. Fernando Pessoa (1888-1935) was een tegenstander van de georganiseerde kerken (vooral die in Rome) en noemde zichzelf een ‘gnostisch christen’. Als religieus mens zonder religie was kennis van de ‘andere’ waarheid voor hem een levensnoodzaak. Na bestudering van alle grote filosofen verplaatste zijn interesse zich voor de rest van zijn leven naar het occulte in al zijn verschillende hoedanigheden en verschijningsvormen. Met kabbala, vrijmetselarij, het pantheïsme en het pantheïstisch transcendente denken voorop. Theosofie kan daar natuurlijk zo tussen. Deze mix van filosofie, religie en wetenschap heeft als uitgangspunt dat alle religies en filosofieën uit één universele wijsheid zijn voortgekomen. Kennis komt niet door openbaring, maar via 'ontsluiering' van oude waarheden. Denk hierbij ook aan ‘ontdekking’ en publicatie van (wat wij nu kennen als) Het Tibetaans Dodenboek door theosoof Walter Evans-Wentz.
 

In 1915 wordt Pessoa (zelf geen theosoof) gevraagd om enkele boeken over theosofie te vertalen. Hoewel dit een onderwerp was waar hij “absoluut niets van wist”, vertaalde Pessoa tussen 9 september en 25 oktober 1915 het Theosofisch Compendium van C.W. Leadbeater (later nog meer, en werken van Annie Besant en anderen). Als Pessoa zich verdiept in de materie raakt hij totaal gefascineerd. In een (niet verstuurde) brief van 6 december 1915 beschrijft hij zijn ontdekking als een ‘intellectuele crisis’ aan zijn vriend en collega-dichter Mário de Sá-Carneiro. “Het buitengewoon omvattende karakter van deze filosofie-religie; het idee van kracht, van beheersing, van hogere en buitenmenselijke kennis, dat deze theosofische werken uitstralen, hebben me zeer in verwarring gebracht. De mogelijkheid dat daar, in de Theosofie, de werkelijke waarheid ligt, obsedeert me.”

De theosofie als ‘ultrachristelijk systeem’ (met de christelijke principes verheven tot een punt waar ze versmolten zijn tot iets dat verder ligt dan God) vindt Pessoa eigenlijk niet te verenigen met zijn eigen ‘fundamentele heidendom’. Terwijl tegelijkertijd diezelfde theosofie (die elke godsdienst toelaat) juist helemaal overeenstemt met het heidendom, dat ook alle goden toelaat in zijn pantheon. Het stoot hem af en trekt hem aan. “De theosofie maakt mij bang door haar mysterie en haar occulte grootsheid. Het is de afschrikking en de aantrekking van de afgrond voorbij de ziel. Een metafysische paniek.”

Het is vaak moeilijk te peilen wat Pessoa nu eigenlijk gelooft of wat tenminste zijn uitgangspunten zijn. Misschien zijn het telkens voorlopige conclusies. Dat mag. In 1935 (het jaar van zijn dood) was dat: “Ik geloof in het bestaan van werelden hoger dan de onze, en van de bewoners van die werelden, in ervaringen van verschillende trappen van vergeestelijking, zich verfijnend totdat men komt bij een Hoogste Wezen, dat vermoedelijk deze wereld heeft geschapen. Het kan zijn dat er nog andere Wezens zijn, eveneens Hoogste, die andere universums hebben geschapen, en dat die universums tezamen bestaan met het onze, elkaar al of niet wederzijds doordringend.”

En wat betreft de dood: “Leven is een ander toebehoren. Sterven is een ander toebehoren. Leven en doodgaan is precies hetzelfde. Maar leven is een ander van buiten toebehoren, en sterven is een ander van binnen toebehoren. De twee dingen lijken op elkaar, maar het leven is de buitenkant van de dood. Daarom is het leven het leven en de dood de dood; want de buitenkant is altijd waarachtiger dan de binnenkant - zoals het de buitenkant is die men ziet, en de binnenkant wat er niet is.”

Fernando Pessoa’s enige echte vriend Mário de Sá-Carneiro (van de niet verstuurde brief) stierf jong in 1916, hij pleegde zelfmoord op zijn 25e. Pessoa zelf ging (niet onvrijwillig) dood aan alcoholvergiftiging. Zijn laatste geschreven woorden waren "I know not what tomorrow will bring".

Inderdaad, Tomorrow Never Knows
 
 
 
Bronnen:
Fernando Pessoa
Mijn droom is van mij
Arbeiderspers, 1995

August Willemsen
De Revisor, 1983