donderdag 13 februari 2020

Bardo van dharmata, twaalfde dag

Op dag elf in de bardo van dharmata is de overledene opnieuw gevlucht voor zijn yidam, die hij (belemmerd door slechte onbewuste neigingen) weer niet herkend heeft. En waarschijnlijk zal dat ook nu het geval zijn. Daarom moeten de achterblijvers hem blijven begeleiden door zijn naam te noemen en de tekst van het Bardo Thödol hardop voor te lezen. De overledene ontmoet op de twaalfde dag de manifestatie van de karma-familie , maar krijgt ook nog te maken met de gauri’s, pishachi’s en yogini’s, die hem komen uitnodigen.

Luister en let op! Uit het noordelijk deel van je hersenen zal duidelijk zichtbaar de Boeddha Karma-Heruka voor je oprijzen, staand seksueel verenigd met zijn partner. Een donkergroen lichaam, drie hoofden, zes armen, vier benen. Een wit, een rood en een prachtig donkergroen gezicht. In de zes handen een zwaard, een khatvanga-staf, een roede, een bel, een schedelnap en een ploegschaar. Partner Karma-Krodhishvari staat met een been om zijn lichaam geklemd en houdt een schedel vol bloed aan zijn mond.


Het is belangrijk dat je niet bang bent! En dat hoeft ook helemaal niet, want het is immers de vorm van je eigen geest, je yidam. In werkelijkheid is het de Boeddha Amoghasiddhi met partner. Wees dus blij en heb vertrouwen, herken hen en wordt onmiddellijk bevrijd!

De overledene zal nu de yidam herkennen, ermee versmelten en een boeddha worden.

En dat allemaal dankzij de instructies van de leraar. Het Bardo Thödol vergelijkt de situatie met iemand die een opgezette leeuw ziet, en daar bang van wordt. Hij weet niet dat het in werkelijkheid maar een nepleeuw is, maar als iemand het hem laat zien zal hij verbaasd en opgelucht zijn, en helemaal niet meer bang. En precies zo is het met de Heruka’s en hun reusachtige lichamen. De overledene voelt angst en afkeer, maar als iemand het hem getoond heeft, herkent hij ze als zijn eigen projecties, als zijn yidams, hij wordt bevrijd. Voorheen heeft hij over het heldere licht gemediteerd, en dit heldere licht vloeit samen met het heldere licht dat nu opkomt, als moeder en kind. Het is alsof hij een oude vriend ontmoet. En hij is meteen bevrijd in de natuurlijke helderheid van zijn eigen geest.


Bronnen:
Francesca Fremantle en Chögyam Trungpa
Het Tibetaans Dodenboek
Servire, 1991

Robert A.F. Thurman
Het Tibetaanse Dodenboek
Altamira-Becht,  2006

Ilse Dorren
Tocht door twee werelden; Gids voor het Tibetaanse Dodenboek
Mirananda, 1985