Op dag
tien krijgt hij een nieuwe kans: de Heruka van de ratna-familie komt hem
uitnodigen. De achterblijvers lezen de tekst uit het Bardo Thödol en leggen hem
uit wat hij nu weer meemaakt. Dat het de Boeddha Ratna-Heruka is, die daar
verschijnt uit het zuidelijk deel van zijn hersenen. Donkergeel lichaam, drie
hoofden, zes armen, vier benen. Een wit, een rood en een vlammend donkergeel
gezicht. Zijn attributen: een juweel, een drietand, een knuppel, een bel, een
schedelnap en een drietand met drie gespietste mensenhoofden*. Hij wordt
omhelst door zijn partner Ratna-Krodhishvari die een schedel vol bloed aan zijn
mond houdt.
De
overledene moet niet bang zijn, maar de Heruka herkennen als zijn yidam. Het is
namelijk Boeddha Ratnasambhava met zijn gezellin. Geen afkeer, maar verlangen,
en herkenning is bevrijding!
De
overledene herkent nu zijn yidam, versmelt er mee, en wordt een boeddha in sambhogakaya.
*In de
vertaling van Robert Thurman staat khatvanga-staf.
Dat is een symbool van heerschappij over het centrale energiekanaal (van het
innerlijke zenuwstelsel in de yogaleer). Deze staf heeft een achtzijdige buis
met een halve vajra-scepter aan de onderkant. De bovenkant bestaat uit ‘een
vaas van onsterfelijkheid’ met daarop drie gekrompen mensenhoofden (die de
overwinning op begeerte, haat en onwetendheid symboliseren) en daar weer
bovenop een drietand.
Bronnen:
Francesca Fremantle en Chögyam Trungpa
Het Tibetaans Dodenboek
Servire, 1991
Robert A.F. Thurman
Het Tibetaanse Dodenboek
Altamira-Becht, 2006
Francesca Fremantle en Chögyam Trungpa
Het Tibetaans Dodenboek
Servire, 1991
Robert A.F. Thurman
Het Tibetaanse Dodenboek
Altamira-Becht, 2006
Ilse
Dorren
Tocht door twee werelden; Gids voor het Tibetaanse Dodenboek
Mirananda, 1985
Tocht door twee werelden; Gids voor het Tibetaanse Dodenboek
Mirananda, 1985