Ebbens vermeldt hierbij dat de yidams soms toornig worden afgebeeld, en soms vriendelijk. “Als ze toornig afgebeeld zijn, is dat omdat ze ons duidelijk willen maken dat we echt moeten luisteren naar wat ze te zeggen hebben. In elk geval verbinden we ons met één of meer kwaliteiten van de verlichte staat van geest, als we ons met één of meer van deze yidams verbinden.” Dat doen we door het visualiseren van een yidam, “daarmee activeren we onze eigen, inherente kwaliteiten zoals openheid, helderheid en mededogen, zodat we deze in kunnen zetten in ons dagelijks bestaan.”
Ervaring met visualiseren kan nog goed van pas komen, denk ik. Het Bardo Thödol geeft instructies aan de overledene, die passen bij zijn niveau van ontwikkeling. Als hij zich bijvoorbeeld bezighield met visualisatiebeoefening, krijgt hij de tekst (sadhana) voorgelezen die de visualisatie en verering van zijn godheid beschrijft. Dat moet hem aan zijn yidam herinneren. En in de bardo van wording bijvoorbeeld, wordt de overledene geadviseerd op Avalokiteshvara te mediteren, en hem te visualiseren, om zodoende niet opnieuw in een moederschoot of bestaanswereld te belanden.
Volgens Ebbens is het woord yidam is moeilijk te vertalen, in het Engels meestal ‘deity’, in het Nederlands wordt dat dan ‘godheid’. Maar die vertaling levert vooral misverstanden op. Yidam is een afkorting van de Tibetaanse begrippen ‘yid kyi dam tshig’. Dat betekent ‘onze geest (yid kyi) vol verbinden (dam tshig) met een afbeelding die de verlichte kwaliteiten van onze geest representeert.’ Ik moet denken aan Robert Thurmans vertaling van het Tibetaans Dodenboek, daarin komt het woord yidam helemaal niet voor. Hij noemt het consequent “je archetypische boeddhavorm”.
Het artikel van Ebbens vind je HIER.