vrijdag 7 april 2023

Karma Lingpa’s schat (1)

In de achtste eeuw werd door Padmasambhava een groot aantal leringen verborgen, speciaal bedoeld voor later tijden. Een reeks teksten, later bekend als het Tibetaans Dodenboek, werd tijdens een periode van (spirituele) bloei in de veertiende eeuw ontdekt door Karma Lingpa. Een perfect moment voor het openbaren van duidelijke lessen over sterven en wedergeboorte aan een breed publiek in Tibet.
 
Er kon inmiddels geput worden uit grofweg drie bronnen: 1. de oorspronkelijke (Indiase) verzamelingen van de basis-tantra’s, 2. de Indiase commentaren daarop van grote ingewijden, en 3. de daarna ontstane Tibetaanse secondaire literatuur. De bardo was allang een begrip, en werd uitgebreid beschreven in de soetra-teksten en commentaren, vertaald uit het Sanskriet in de eerste vijf eeuwen van het Tibetaans boeddhisme. En methodes voor het doorkruisen van de tussenstaat, zoals die in de Grote Bevrijding door Horen in de Bardo worden onderwezen, waren ook al beschikbaar via de omvangrijke tantra-literatuur. Alle sekten ontwikkelden instructies en gebeden om bevrijding uit de bardo te bereiken, of ‘de baarmoederdeur te sluiten’ om wedergeboorte (in een ongunstig rijk) te voorkomen.
 
Volgens de overleveringen bevatte ook Karma Lingpa’s ontdekte schat dit soort lessen. Er was een serie speciale leringen, gericht op de ervaringen in de bardo’s, met zes soorten van bevrijding: door horen (Bardo Thödol), door dragen, door zien, door herinneren, door proeven, en door aanraken. Bevrijding betekent hier dat iedereen die in aanraking komt met deze leer (met een open geest of in twijfel, het maakt niet uit hoe) door de kracht van deze transmissie een plotselinge flits van verlichting zal ontvangen. Het onderricht werd samengesteld door Padmasambhava, in combinatie met de sadhana (spirituele oefening) van de mandala’s van 42 vredige en 58 toornige godheden. De beoefenaar van de zes bevrijdingsinstructies praktiseert de sadhana en bestudeert de teksten, en raakt op die manier volkomen vertrouwd met de mandala’s als deel van zijn eigen ervaring.
 
  

De Guhyagarbha Tantra (de “Tantra of the Secret Essence"; de "Secret Womb Tantra") is de belangrijkste tantra tekst van de Nyingma stroming, en heeft veel invloed gehad op de Dzogchen traditie. De tantra verwijst naar een bundel van negentien teksten in de Tibetaanse canon, waarin een mandala van 42 vredige godheden en een mandala van 58 toornige godheden beschreven worden. Volgens de Amerikaanse boeddholoog John Powers is de centrale les daarvan dat alle dingen zich spontaan manifesteren, inclusief mind en fundamentele wijsheid. Verder komen er in de “Secret Womb” teksten talrijke onderwerpen aan de orde, zoals recitatie mantra’s, het beheersen van de winden en druppels in energiekanalen, de zuivering van de vijf skandha’s, de eigenschappen en activiteiten van de boeddha’s, het visualiseren van de honderd godheden, gebeden om hulp en het maken van rituele amuletten en cakes. Daarnaast troost en allerhande praktische tips voor de dwalende overledene in de bardo. Lees vooral ook Robert Thurmans beschrijving in de volgende blogpost.
 
 

Voornaamste bronnen:
Francesca Fremantle en Chögyam Trungpa
Het Tibetaans Dodenboek
Servire, 1991

Robert A.F. Thurman
Het Tibetaanse Dodenboek
Altamira-Becht, tweede druk 2006

Donald S. Lopez, Jr.
The Tibetan Book of the Dead; A Biography 
Princeton University Press, 2011