De
vorige blogpost ging over de zesvoudige
knoop en het exacte sterfmoment. Chögyam Trungpa gaf een beschrijving van de
ervaring, en Robert Thurman van de gebeurtenissen op dat moment. Maar een goede
uitleg over het enorme belang van het
sterfmoment kwam ik gisteren nog tegen in Sogyal Rinpoche's boek Dagend Inzicht:
(23
juni) “Je kunt het moment van de dood zien als een vreemd grensgebied in onze
geest, een niemandsland waar ons enerzijds, als we de illusoire aard van ons
lichaam niet beseffen, een ingrijpende, traumatische ervaring te wachten staat
bij het verlies ervan, en waar ons anderzijds de mogelijkheid wordt geboden van
grenzeloze vrijheid, die juist voortkomt uit de afwezigheid van datzelfde
lichaam.
Wanneer
we uiteindelijk bevrijd zijn van het lichaam dat ons begrip van onszelf zolang
heeft bepaald en beheerst, is de karmische visie van een leven volledig
uitgeput, en al het karma dat in de toekomst gecreëerd zou kunnen worden, heeft
geen vaste vorm aangenomen.
Op het moment
van de dood is er een 'gat', een ruimte zwanger van onmetelijk veel
mogelijkheden; het is een moment geladen met enorme kracht, waarin het enige
dat echt telt is hoe onze geest dan is. Ontdaan van een lichaam onthult de geest zich als wat hij altijd al was: schepper van onze werkelijkheid.”
Bron:
Sogyal
Rinpoche
Dagend
Inzicht
Servire,
1995