zondag 10 maart 2024

Tulku's

In de documentaire Unmistaken Child (2008) speurt Tenzin Gopa, met behulp van wat vage aanwijzingen, jarenlang naar de reïncarnatie van zijn overleden meester. Uiteindelijk heeft hij succes en zijn ‘vondst’ wordt ook erkend door de dalai lama. Persoonlijk ben ik niet helemaal overtuigd, maar ik zou het graag willen geloven allemaal.

In 1994 was er Living Buddha van Clemens Kuby, met een soortgelijke zoektocht, namelijk naar de 17e Karmapa. In het boek bij deze film staan interessante  interviews met de dalai lama, waarin hij meer vertelt over de tradities en methoden bij het vinden van een tulku (iemand die vrijwillig geboren wordt). Zo zijn er bepaalde meditaties, waarbij in de vlam van een boterlamp gekeken wordt. Richting en kleur van de vlam kunnen dan een indicatie geven. Of soms is er na het overlijden een brief waarin staat: Ik word in die en die plaats geboren en de ouders heten zus en zo. Ervaren lama’s of mensen die gevorderd zijn in meditatie hebben vaak visioenen die aanwijzingen geven over een reïncarnatie. In het geval van de Karmapa had de dalai lama juist rond die tijd een droom gehad over de plaats en streek waar die geboren was. Er zijn ook mensen, vooral kleine kinderen, die duidelijke uitspraken doen over vorige levens. Dat is een heel belangrijke aanwijzing. Als de nieuwe fysieke structuur nog heel jong of zwak is, werkt de invloed van het vorige leven nog sterk door. In die tijd is het gemakkelijker je ervaringen uit het vorige leven te herinneren. Op grond daarvan worden bepaalde tests gedaan met voorwerpen van toen.

bron afb: still
 
Kuby denkt dat er velen zullen zijn die bijvoorbeeld de echtheid van zo’n brief in twijfel trekken, en menen dat iemand gewoon naar voren wordt geschoven en opgeleid. Zelfs veel boeddhisten denken dat. Maar volgens de dalai lama is dat dan eerder een politieke en persoonlijke kwestie. Het komt inderdaad wel eens voor dat de erkenning van een tulku gebeurt uit wereldse berekening of verlangen naar maatschappelijke status, zonder dat de geestelijke capaciteiten aanwezig zijn. De titel tulku wordt dan misbruikt als statussymbool om het aanzien en de erfenis van een gestorven meester binnen te halen.

Normaal gesproken krijgt de dalai lama informatie en ondervraagt vervolgens de betrokkenen en de kandidaat. Hij doet onderzoek, waarbij er rationele overwegingen zijn, maar ook methoden met meer intuïtie. Hij vraagt eventueel anderen die ervaring hebben om hulp, inclusief een orakel. Als de aanwijzingen positief zijn, is zijn conclusie dat de keuze in orde is. Kuby vraagt of dat orakel een waarheid kan verkondigen die boven geboorte en dood uitgaat? Volgens de dalai lama is dat mogelijk, als het een betrouwbaar en echt orakel is. En ook de geesten, maar dat hangt van hun spirituele ontwikkeling af. Geesten zijn als menselijke wezens, vele zijn spiritueel hoog ontwikkeld, andere niet. Vele hebben een diepe kennis, andere minder.

Ook onder tulku’s bestaan verschillen wat hun geestelijke capaciteiten betreft. Behalve degenen die uit vrije wil (weer) een lichaam aannemen, zijn er ook die zo’n hoog stadium van ontwikkeling hebben bereikt, dat ze niet slechts één enkele levensvorm kunnen kiezen, maar tegelijkertijd meerdere verschijningsvormen (emanaties) kunnen aannemen. Soms zijn er meerdere kandidaten, of meerdere incarnaties, bijvoorbeeld vijf. Die worden de manifestatie van het lichaam, van de spraak, van de geest, van de kwaliteit en van de activiteit genoemd. Er kunnen dus verschillende vormen van manifestatie bestaan. Dat hangt van het individu af, van de incarnatie. Natuurlijk kan er officieel maar één erkend worden. Er kan iets zijn dat ze verbindt, maar soms is hun relatie tot elkaar toch niet positief, al komen ze uit dezelfde bron voort. Dat kan ook gebeuren. Misschien is er dan een diepere, geheimzinnige betekenis, de dalai lama heeft geen idee. Soms ook brengt de dood van de ene emanatie ook de dood van de andere teweeg. Een tulku die volgens de Tibetaanse traditie herkend is, hoeft ook niet altijd de voortzetting van dezelfde persoon te zijn. Het kan bijvoorbeeld ook een vriend van een gestorven meester zijn, die de capaciteiten heeft om diens werk voort te zetten, en als reïncarnatie van de meester deze taak overneemt. Hij neemt dan het lichaam aan dat als de reïncarnatie van de meester wordt erkend.

De belangrijkste taak van een incarnatie is het werk van de voorganger voort te zetten, en alle verplichtingen te vervullen die zijn voorganger is aangegaan. Opvoeding en training zijn belangrijk, er moet voldoende tijd en gelegenheid zijn voor studie en meditatie, onderricht, initiaties en retraite. 



 
Bron:
Living Buddha
Clemens Kuby en Ulli Olvedi
Osho  Publikaties, 1995