Linoleumsnede,
Tinus van Doorn 1937
De tuinman en de dood
Een Perzisch Edelman:
Van
morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik
Mijn
woning in: 'Heer, Heer, één ogenblik!
Ginds,
in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen
keek ik achter mij. Daar stond de Dood.
Ik
schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar zag
nog juist de dreiging van zijn hand.
Meester,
uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Voor de
avond nog bereik ik Ispahaan!' -
Van
middag - lang reeds was hij heengespoed -
Heb ik
in 't cederpark de Dood ontmoet.
'Waarom,'
zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
'Hebt
gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?'
Glimlachend
antwoordt hij: 'Geen dreiging was 't,
Waarvoor
uw tuinman vlood. Ik was verrast,
Toen 'k
's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan,
Die 'k
's avonds halen moest in Ispahaan.'
P.N. van
Eyck
1887-1954
Uit: Verzameld
werk
Van Oorschot, 1958