Ieder op
hun beurt verschijnen er maar liefst achtenveertig* van deze Heruka
boeddhavormen uit je hersenen. Het is verschrikkelijk, maar ook een kans! Want als
je op dit moment beseft dat alles wat zich voordoet uit je eigen stralende inzicht is ontstaan, zul je onmiddellijk een
boeddha in sambhogakaya worden!
Het is
een bont en gevarieerd gezelschap, maar
zonder uitzondering afschrikwekkend. Het Bardo Thödol drukt de overledene nog
eens op het hart om vooral niet bang te zijn. Dat zal niet meevallen, denk ik. Maar
wat er ook verschijnt, het zijn toch echt je eigen projecties! Dit alles is het
spel van je eigen geest. Herken dit! Herinner je op dit belangrijke en
beslissende punt de instructies van je leraar!
De tekst
van het Bardo Thödol geeft de dode een complete opsomming van deze achtenveertig
toornige wezens, met daarbij hun naam,
eventuele bijnaam, kleur, met welk dierenhoofd en het deel van je hersenen waaruit
ze oprijst. Verder wordt de specifieke activiteit van elke godin genoemd en het
eventueel daarbij betrokken attribuut (symbool). Denk daarbij aan knotsen,
schedelnappen, haken, stroppen, ketens en vajra's. Er wordt veel met lijken
rondgesjouwd, lichaamsdelen worden afgerukt en opgegeten en er wordt bloed
gedronken.
De gauri’s (W.Y. Evans-Wentz noemt ze de
kerima) zijn een groep van acht godinnen met mensachtige hoofden en gezichten
met drie ogen, waarvan een verticaal in het midden van het voorhoofd. Ze hebben
twee armen en twee benen. Ze verschijnen uit je eigen hersenen in de vorm die
precies jou het meest angst aanjaagt. Ze omringen de vijf heruka’s. Het zijn
indrukwekkende bewakers van heilige (begraaf)plaatsen en van krachtpunten in
het land. Gauri’s betekent witten, maar ze hebben allemaal een andere kleur.
Als groep zijn ze vernoemd naar de eerste: Gauri, en dat is de enige die wit
is.
De pishachi’s zijn acht vleesetende godinnen met vogel- en
dierenkoppen die (net als hun lichamen) verschillende kleuren hebben. Hun naam
betekent gestreept of bont. Het zijn weerzinwekkende kannibalen, maar Thurman noemt
ze toch engelen in zijn vertaling. Want het zijn natuurlijk wel je yidams!
Herken dat! Verder verschijnen de vier poortwachter-godinnen, vanuit het noorden, oosten, zuiden en westen
van je hersenen. Ook de pishachi’s worden gelinkt aan heilige plaatsen en
omringen de vijf heruka’s.
De yogini’s worden ook wel de Ishvari-godinnen
genoemd. Dat zijn de vrouwelijke tegenhangers van bekende Indiase goden (zoals
Brahma, Indra en Kumara), maar hier zijn het boeddhavormen van de subtiele
werelden van de innerlijke ervaring van gevorderde ingewijden. Je kunt hier
eventueel ook toornige engelen uit je eigen cultuur inpassen. Zie die dan als
iconen van de spirituele wezens die in je eigen psyche leven.
De
yogini’s hebben dierenhoofden omdat ze ook de machten van de natuur vertegenwoordigen.
Als je vrede met ze sluit, kun je een evenwichtige staat bereiken van jouw (cultureel
bepaalde) beeld van de goddelijke wereld en van de levende aanwezigheid in je
natuurlijke omgeving.
Er
verschijnen achtentwintig yogini’s. Zes uit het westen (van je hersenen), zes
uit het zuiden, zes uit het oosten, zes uit het noorden en tenslotte nog de
vier buitenste poortwachter-yogini’s.
* De
tekst van het Bardo Thödol vermeldt er achtenvijftig. Hier zijn de vijf
Heruka’s en hun partners meegeteld.
Bronnen:
Francesca Fremantle en Chögyam Trungpa
Het Tibetaans Dodenboek
Servire, 1991
Francesca Fremantle en Chögyam Trungpa
Het Tibetaans Dodenboek
Servire, 1991
Robert
A.F. Thurman
Het Tibetaanse Dodenboek
Altamira-Becht, 2006
Het Tibetaanse Dodenboek
Altamira-Becht, 2006
Ilse
Dorren
Tocht door twee werelden; Gids voor het Tibetaanse Dodenboek
Mirananda, 1985
Tocht door twee werelden; Gids voor het Tibetaanse Dodenboek
Mirananda, 1985