Vorige
maand las ik in de Volkskrant deze ingezonden brief van een mevrouw die
reageerde op een artikel over de ziekte ALS. In dit artikel wordt gesteld dat ALS
ook de geest aantast. De briefschrijfster vindt het juister om hier te spreken
van het karakter, omdat de geest in veel godsdiensten niet
stoffelijk is en na de dood overgaat naar een andere dimensie. Zij voegt daar
nog aan toe dat men om die reden tegenwoordig spreekt van verstandelijk beperkte mensen en niet meer van geestelijk gehandicapte mensen.
Dat
laatste betwijfel ik, even googelen laat zien dat in het dagelijks gebruik de
interpretatie van deze begrippen nogal varieert. Maar het zou wel mooi zijn
natuurlijk, alleen al om de kennelijke tegemoetkoming van de wetenschappers
richting de spiritueel ingestelde medemens. Daarnaast vind ik deze brief
interessant vanwege het kennelijke uitgangspunt dat de overledene, die tijdens zijn
leven verward of dement of iets dergelijks was, daar in de andere dimensie van verlost zou zijn. De suggestie dat na de dood
alles “weer goed” komt en dat hij na de overgang “normaal” in het hiernamaals aankomt.
Dat is
dus iets wat ik mij altijd al afgevraagd heb. Want hoeveel demente mensen zijn
er al niet intussen. En wie heeft er nu een compleet “helder” sterfbed
bijvoorbeeld? En zijn wij niet allemaal in meer of mindere mate “verward”? Misschien
gaat het proces dat ‘ik’ heet na het sterven gewoon door en is er geen enkele
reden om aan te nemen dat iemand dan opeens genezen zou zijn van een geestesziekte.
Net zo min als dat hij opeens tot inzicht en verlichting zou komen. (Zie ook blogpost Licht uit. Of juist aan?)