In de
vorige blogpost zagen we hoe de Franse schrijver Roger Martin du Gard probeerde
te ontsnappen aan zijn doodsangst. Een zekere angst voor de dood zal bij de
meeste mensen wel aanwezig zijn, maar er zijn ook extreme gevallen bekend. Lev Tolstoj bijvoorbeeld, en Sigmund Freud, om nog maar eens een grote naam te
noemen.
Maar uit
recente studies zou nu blijken dat ‘we’ de dood juist opvallend positief
tegemoet treden. Volgens een artikel in Trouw* zouden veel mensen positief
gestemd zijn, en liefde en dankbaarheid voelen, als het zover is. Gevoelens van
angst en verdriet bij de gedachte aan je laatste uur zijn dus helemaal niet
nodig, zeggen Amerikaanse en Duitse wetenschappers. Zij hebben uitgebreid
onderzoek gedaan naar de emoties van mensen die denken aan hun toekomstige dood,
tegenover mensen die werkelijk voor hun dood staan. Die laatste groep was meestal
niet zo somber als verwacht, maar juist positiever en optimistischer. Ze voelden
meer vrede.
De
gedachte aan de dood maakt ons kennelijk banger dan de dood zelf. Hoe kan dat?
Daar zijn een aantal psychologische verklaringen voor. Zo hebben mensen de
neiging een ongunstige gebeurtenis uit zijn context te halen en te isoleren. Deze
negatieve focus is er vooral als we denken aan een (slechte) gebeurtenis in de
toekomst. We kunnen er de context moeilijk bij indenken, terwijl deze ook positief
kan zijn. Daar komt bij dat onze eerdere herinneringen aan de dood (uiteraard van
een ander) zelden goed zijn. Emoties als angst en verlatenheid domineren, en
deze treurige gevoelens bepalen vervolgens de gedachten aan onze eigen dood. Maar
in de praktijk blijken we ons uiteindelijk op de hoopgevende kanten van een
gebeurtenis te richten, ook als het gaat om de dood. Als er tijd is om dat
vooruitzicht te verwerken, kunnen mensen hun sterven aanvaarden en zelfs als
een positieve gebeurtenis beschouwen. Of in ieder geval minder slecht dan ze eerst
dachten. Tijd is dus wel belangrijk, de wetenschappers betwijfelen of mensen
zonder verwerkingstijd ook zo gelukkig zijn.
De Terror Management Theory (TMT) zegt dat
het handelen van de mens wordt bepaald door zijn omgang met (en angst voor) de
dood. Een factor in die omgang kan religie zijn. Er zijn bijvoorbeeld studies
gepubliceerd, waaruit zou blijken dat religieuze mensen minder bang zijn om te
sterven. Maar daar staan weer studies tegenover die juist het tegendeel laten
zien. Ook leeftijd kan een rol spelen. Jonge mensen zouden meer focus hebben op
negatieve informatie, terwijl ouderen zich meer richten op positiviteit. Deze
positieve focus heeft onder meer tot gevolg dat ook het naderend einde minder
negatief wordt beschouwd door ouderen dan door jongeren. Maar als de dood
eenmaal nadert, lijkt dit verschil te verdwijnen. Jonge mensen treden het einde
net zo positief tegemoet als ouderen. Al deze studies hebben niet veel bewijs
opgeleverd voor de suggestie van de TMT dat doodsangst het handelen van de mens
bepaalt. De menselijke geest heeft de bijzondere gave om een situatie, hoe
verschrikkelijk ook, een plaats te geven en te verwerken en zo de angst voor
het eigen sterven overwinnen. In veel gevallen is het erger iemand van wie je
houdt te verliezen dan zelf te sterven.
*Bron:
Trouw, 11
december 2022
Monique Siemsen