Veel
mensen ontkennen de dood, zijn erg bang en praten er liever niet over. Ebbens
zegt zelf ook bang te zijn voor de dood, hij is er nog niet aan toe, maar benadrukt
dat het gewoon een feit is. Je kunt hoog en laag springen, het gebeurt (nu)
eenmaal. Erken dit. Loop eens een halve dag door het ziekenhuis, zegt hij,
besef dat je ziek kunt worden en dood kunt gaan. De kwaliteit van je leven
neemt namelijk toe, naarmate je meer bewust bent van de eindigheid ervan. Als
je een goed en intensief leven geleefd hebt, kun je beter omgaan met je
sterven. Door aandachtig te leven, zie je dat de cyclus van leven en dood
voortdurend plaatsvindt. Als je dit herkent, ben je veel meer in het hier en nu.
Je beseft dat echt alles tijdelijk is. Het begrip tijdelijkheid is eigenlijk
een vorm van sterven.
Het
boeddhisme leert je omgaan met dingen als pijn, verlies en ongemak. Als je
lijdt kun je daar wat aan doen. “Overlijden” vindt Ebbens een interessant
woord. Het zou suggereren dat je pas over het lijden heen komt als je dood
bent. Typisch Nederlands vindt hij dat, en nogal calvinistisch. En vooral
onjuist. Je kunt namelijk ook tijdens het leven al stoppen met lijden, over het
lijden heen komen. Dat is het doel van het boeddhisme, dan ben je verlicht, dan
leef je volledig hier en nu. Dood of niet dood is dan niet meer belangrijk. Dan
is de dood er nooit, of altijd. Overlijd dus al tijdens je leven. Accepteer de
tijdelijkheid van het bestaan. Heb mededogen en vriendelijkheid voor jezelf.
Veel mensen vinden zichzelf onaangenaam. Er is een diepgeworteld idee van
fundamenteel tekortschieten. Dat is calvinistisch, weg ermee! Anders kom je
nooit van het lijden af.
Er is ook een website HIER.