zaterdag 3 november 2018

De ziel als tussenwezen

De vorige blogpost ging over de windtelefoon van de Japanse meneer Sasaki. Meneer Sasaki gelooft wel in een ziel, maar noemt het bestaan ervan relatief. Hij denkt dat de ziel voortvloeit uit de connectie tussen levende en overleden mensen, dat de ziel tussen die twee partijen een verbinding legt. Dat was voor mij een nieuwe en interessante benadering: de ziel als bemiddelaar, een soort derde partij.

Maar volgens het boekje Windstilte van de ziel van Joke J. Hermsen is dit juist helemaal niet zo’n origineel uitgangspunt. Ik lees hier dat de ziel door nogal wat filosofen een tussenwezen wordt genoemd, omdat zij een soort intermediair tussen de goden en de mensen zou zijn. En nader beschouwd zit de ziel ook tussen het ik en de ander, tussen het universele en het particuliere, tussen het bewuste en het onbewuste, tussen het leven en de dood in. De ziel lijkt overal tussen te zitten.

In haar korte zomerse dagboek (juli/augustus 2010) blaast Hermsen het stoffige (volgens de flaptekst) begrip ziel nieuw leven in. Daarbij koppelt zij de overpeinzingen aan haar favoriete onderwerp: de ervaring van de innerlijke tijd. Pas na een aantal kloktijdloze dagen (‘een duik in die onderaardse stroom van de tijd’) kan ze uiteindelijk tot iets als een bezielde ervaring komen en lijkt ze met haar zelf en de wereld om haar heen samen te vallen. Hier wordt Roel Bentz van den Berg geciteerd: ‘De ziel is een klapdeur die altijd tegelijk naar binnen en naar buiten opengaat.’

Een mooie poging tot definitie. Maar Joke Hermsen beseft dat het onmogelijk is om iets wat niet afgebakend is van een definitie te voorzien. Dat daarom de ‘grenzeloze’ ziel eigenlijk alleen maar ruimte of openheid kan betekenen, in de zin dat zij de verhouding tussen ons uiterlijke ik en innerlijke zelf openhoudt, én in het verlengde daarvan, tussen de mens en de wereld. Of zoals Van den Berg het formuleert: de ziel zet de deur open, ‘open naar openheid, de waarheid’.


Bron: Windstilte van de ziel
         Joke J. Hermsen
         De Arbeiderspers 2010