(De hemel van… Afl.26)
In 2014 verscheen Wat is leven? van bioloog Arjen Mulder. Het is het verslag van een persoonlijke zoektocht, die in gang werd gezet door de geboorte van zijn zoon, maar toch vooral door de dood van zijn vader. In het eerste hoofdstuk beschrijft hij diens sterfbed, terwijl het laatste hoofdstuk een I.M. is voor zijn moeder. Volgens Mulder was zij niet bang om dood te gaan, maar zag ze het met een gerust hart tegemoet. Hij geeft een anekdote:
Zijn moeder is op bezoek bij een buurvrouw wiens man net begraven is. Deze buurvrouw, zo blijkt, is zelf nogal bang voor de dood en voor het doodgaan. Moeder is verbaasd, want je weet toch waar je heen gaat? Maar nee, dat weet de buurvrouw juist niet. Moeder Mulder praat haar bij. Achteraf wist ze niet waar ze het vandaan haalde, ‘maar de geest gaf het haar in’. Ze zei: “Het is net zoiets als wanneer je een vakantiehuisje hebt geboekt. Je weet niet precies of het wat is, of de zon op het terras staat en of er een supermarkt in de buurt is. Maar je weet wel dat dat huisje daar voor je klaarstaat.” Arjen Mulder voegt daar aan toe dat het voor sommige mensen misschien altijd vakantie is, maar voor zijn moeder zeker niet. Zes kinderen en een moeilijke man, en dan nog al die ziektes en aftakeling later. Maar dat alles wordt nu dus toch nog ingehaald in dat vakantiehuisje. Hij vindt het een prachtig beeld. Hier geen knarsende hemelpoort in een ongenaakbaar hoge muur, maar een open en warm hiernamaals, buiten.
Mulders ouders waren gereformeerd, hijzelf is allang niet kerkelijk meer, heeft het geloof afgezworen op zijn negentiende. Hij is het nu grotendeels vergeten, zegt hij, en is daar blij om. Want narigheid en ellende zijn niet echt, integendeel. Het leven is juist goed en geen tranendal. En die zekerheid is de kern van het geloof, aldus Mulder, maar de christenen kijken niet goed genoeg. Godsdiensten zijn georganiseerde pogingen om de dood te ontkennen. Maar kijk eens om je heen, de bloeiende natuur, vogeltjes. Het leven zelf is de grootste ontkenning van de dood.
De liedteksten, die zijn moeder en vader aan hen doorgaven (voor de rouwkaart), leest Mulder als gecodeerde berichten waarin zij hun manier van sterven beschrijven. Dat is opstijgen tot God in hoger, reiner gezang (zijn moeder), of met Jezus als gids over de woeste wateren (zijn vader). Arjen heeft daar soms zo zijn bedenkingen over, maar een andere keer vindt hij het eigenlijk wel best. Hij citeert ‘een Duitse schrijver’ bij wie hij ooit eens las ‘Sterben ist schwierig, sondern es gelingt’.