maandag 1 april 2024

Plant en ziel

De Nederlandse architect en stedenbouwkundige H.P. Berlage (1856-1934) maakte in 1923 een reis naar Indonesië (toen nog Nederlands-Indië). Hij hield daar lezingen en gaf bouwadviezen aan gemeenten, o.a. Batavia. Tijdens deze reis hield hij een dagboek bij, dat in 1931 gepubliceerd werd. Op 16 maart beschrijft hij een gelukkige dag. Aankomst in Colombo en door de patrijspoort werpt hij een eerste snelle blik op “een Indische stad”. Voor hem een “Openbaring van landschappelijke aard, omdat de plantengroei in het Oosten alles overheerst. Het landschap wordt er gekarakteriseerd door de plant; haar groen, en welk een groen, in alle mogelijke variëteiten is daarin beslissend.”

Veel mooi groen dus, daar in Colombo. En het ligt over alles heen gespreid, schrijft Berlage. Geen stukje of topje van de ondergrond is nog te zien, evenmin als een overgang van de groene kust naar zee. De eilanden drijven als “groenboeketten” op het water, en Berlage noemt in dit verband Multatuli’s vergelijking met een ‘gordel van smaragd’. Aan boord wordt genoten van het boek Indienfahrt (1916) van de Duitse schrijver Waldemar Bonsels (in 1912 ook nog de bedenker van Maja de bij!). Behalve “een prachtige inleiding tot de geheimzinnige Indische geest”, verbeeldt Bonsels in zijn boek treffend de heerschappij van dieren (hier een koningstijger) en de tijd dat die nog alleen op aarde leefden. Maar Berlage zelf zou deze waardigheid eerder aan de plant willen toekennen, “die als oerbegin van alle leven toch zeker het eerstgeboorterecht bezit.” Hij benoemt haar majesteit en stelt dat de plant (evenals het dier) een ziel bezit, “Dat zal toch geen bioloog meer durven ontkennen”, voegt hij daar ferm aan toe.

In de dagboeknotities volgt nog een jubelgedicht op de natuur (van Java), en er is een “eerste rit in de nieuwe omgeving naar de Boeddhistische tempel, ter kennismaking met die categorie der bouwkunst.” Berlage vindt het gebouw teleurstellend gerestaureerd.

 
Plant en ziel, ik vind het wel een sympathiek idee. Bij planten denk ik (zeker in het voorjaar) ook aan kracht, drang, energie. Dus waarom geen “bewustzijn”? Maar de stellige overtuiging dat ‘de plant’ een ziel bezit had ik bij een rationalist als H.P. Berlage niet verwacht. Misschien had hij op deze reis wat animistische ideeën opgepikt, zoals die op bepaalde Indonesische eilanden (bijvoorbeeld Soemba) voorkomen. Of misschien was Berlage theosoof? Daar kan ik geen aanwijzingen voor vinden. Waarschijnlijk is hij geen lid geweest van een dergelijke vereniging, maar wordt wel vaak genoemd en zelfs geclaimd hier en daar. In 2004 verscheen “Het Web der Schepping. Theosofie en kunst in Nederland van Lauweriks tot Mondriaan”, een dissertatie van Marty Bax (1956). Zij verdiepte zich in de relatie tussen kunst en westerse esoterie rond 1900. Bax toont aan dat de theosofie destijds veel Nederlandse kunstenaars en architecten heeft beïnvloed. Via de kunstacademies werden deze ideeën naar een breed publiek gecommuniceerd. Ook kunstenaars en ontwerpers, die zelf geen neiging hadden om lid van een loge te worden, werden zo beïnvloed door hun collega’s. Architect H.P. Berlage wordt door Bax een “freischweber” genoemd, die duidelijk door esoterische ideeën werd beïnvloed.

 

H.P. Berlage 
Mijn Indische reis; gedachten over cultuur en kunst
W.L. en J. Brusse’s Uitgeversmij, 1931