De
Nederlandse architect en stedenbouwkundige H.P.
Berlage (1856-1934) maakte in 1923 een reis naar Indonesië (toen nog
Nederlands-Indië). Hij hield daar lezingen en gaf bouwadviezen aan gemeenten,
o.a. Batavia. Tijdens deze reis hield hij een dagboek bij, dat in 1931
gepubliceerd werd. Op 16 maart beschrijft hij een gelukkige dag. Aankomst in
Colombo en door de patrijspoort werpt hij een eerste snelle blik op “een
Indische stad”. Voor hem een “Openbaring van landschappelijke aard, omdat de
plantengroei in het Oosten alles overheerst. Het landschap wordt er
gekarakteriseerd door de plant; haar groen, en welk een groen, in alle
mogelijke variëteiten is daarin beslissend.”
Veel
mooi groen dus, daar in Colombo. En het ligt over alles heen gespreid, schrijft
Berlage. Geen stukje of topje van de ondergrond is nog te zien, evenmin als een
overgang van de groene kust naar zee. De eilanden drijven als “groenboeketten”
op het water, en Berlage noemt in dit verband Multatuli’s vergelijking met een
‘gordel van smaragd’. Aan boord wordt genoten van het boek Indienfahrt (1916) van de Duitse schrijver Waldemar Bonsels (in
1912 ook nog de bedenker van Maja de bij!). Behalve “een prachtige inleiding
tot de geheimzinnige Indische geest”, verbeeldt Bonsels in zijn boek treffend
de heerschappij van dieren (hier een koningstijger) en de tijd dat die nog
alleen op aarde leefden. Maar Berlage zelf zou deze waardigheid eerder aan de
plant willen toekennen, “die als oerbegin van alle leven toch zeker het eerstgeboorterecht
bezit.” Hij benoemt haar majesteit en stelt dat de plant (evenals het dier) een
ziel bezit, “Dat zal toch geen
bioloog meer durven ontkennen”, voegt hij daar ferm aan toe.
In de dagboeknotities
volgt nog een jubelgedicht op de natuur (van Java), en er is een “eerste rit in
de nieuwe omgeving naar de Boeddhistische tempel, ter kennismaking met die
categorie der bouwkunst.” Berlage vindt het gebouw teleurstellend gerestaureerd.
Plant en
ziel, ik vind het wel een sympathiek idee. Bij planten denk ik (zeker in het
voorjaar) ook aan kracht, drang, energie. Dus waarom geen “bewustzijn”? Maar de
stellige overtuiging dat ‘de plant’ een ziel bezit had ik bij een rationalist
als H.P. Berlage niet verwacht. Misschien had hij op deze reis wat animistische
ideeën opgepikt, zoals die op bepaalde Indonesische eilanden (bijvoorbeeld
Soemba) voorkomen. Of misschien was Berlage theosoof? Daar kan ik geen
aanwijzingen voor vinden. Waarschijnlijk is hij geen lid geweest van een
dergelijke vereniging, maar wordt wel vaak genoemd en zelfs geclaimd hier en
daar. In 2004 verscheen “Het Web der Schepping. Theosofie en kunst in Nederland
van Lauweriks tot Mondriaan”, een dissertatie van Marty Bax (1956). Zij verdiepte
zich in de relatie tussen kunst en westerse esoterie rond 1900. Bax toont aan
dat de theosofie destijds veel Nederlandse kunstenaars en architecten heeft
beïnvloed. Via de kunstacademies werden deze ideeën naar een breed publiek
gecommuniceerd. Ook kunstenaars en ontwerpers, die zelf geen neiging hadden om
lid van een loge te worden, werden zo beïnvloed door hun collega’s. Architect H.P.
Berlage wordt door Bax een “freischweber” genoemd, die duidelijk door
esoterische ideeën werd beïnvloed.
H.P.
Berlage
Mijn
Indische reis; gedachten over cultuur en kunst
W.L. en
J. Brusse’s Uitgeversmij, 1931