zaterdag 10 augustus 2019

Don Juan vindt het Tibetaans Dodenboek onzin

Carlos Castaneda (1925-1998) was een (Zuid-)Amerikaanse schrijver en antropoloog die in de jaren 70 in een viertal boeken verslag deed over zijn leerjaren bij de Mexicaanse sjamaan don Juan (Matus), een Yaqui Indiaan. Castaneda werd ingewijd in magische rituelen om de “niet-gewone werkelijkheid” te beheersen. Daarbij werden hallucinogene drugs gebruikt, zoals peyotl en bepaalde paddenstoelen. Het is dus de vraag in hoeverre zijn waarneming van eventuele bovennatuurlijke verschijnselen is verkleurd door drugs. Castaneda’s boeken bereikten een soort cultstatus, maar later waren er ook twijfels over het waarheidsgehalte ervan, en zelfs of don Juan ooit bestaan heeft.

Castaneda
 
In een van zijn vele gesprekken met de sjamaan probeert Castaneda diens opvattingen over de dood te leren kennen. Hij leest hem delen uit het Tibetaans Dodenboek (Bardo Thödol) voor. Don Juan kent deze teksten niet, maar schijnt zeer geïnteresseerd, ook al vindt hij het onzin en begrijpt hij niet waarom de Tibetanen over de dood spreken alsof dit net zoiets was als het leven. Hij denkt niet dat de Tibetanen zien, want wanneer een man leert zien, is geen enkel ding dat hij kent van overwegend belang. Indien de Tibetanen konden zien zouden ze meteen door hebben dat geen enkel ding nog hetzelfde is. Zodra we zien, is er niets bekend; niets blijft zoals we het steeds gekend hebben toen we nog niet zagen.

Als Castaneda suggereert dat de Tibetanen misschien op een andere manier zien, beaamt don Juan dat zien niet hetzelfde is voor iedereen. Maar dat betekent nog niet dat de betekenissen van het leven van overwegend belang zijn. Wanneer men leert zien, blijft geen enkel ding hetzelfde. En de dood is niet iets als om het even wat. Daarom denkt don Juan dat het iets anders moet zijn waarover de Tibetanen praten, in elk geval niet over de dood. Misschien zien de Tibetanen werkelijk, en in dat geval moeten zij er zich rekenschap van gegeven hebben dat hetgeen zij zien nergens op slaat, en hebben zij al die onzin opgeschreven omdat het voor hen geen verschil uitmaakt. En in dit geval is hetgeen zij schreven helemáál geen onzin.



Bron:
Carlos Castaneda
Een aparte werkelijkheid
De Bezige Bij, 1991, zevende druk